De akebia quintata bloeit. Het is een mooie, fijnbesnaarde klimplant met fragiele bloemen die wat van een uit een papieren zakdoekje gemaakte parachute weg hebben. Mooi. We maakten foto's met de macro-lens en dan zie je de natte stampers. Wachtend op stuifmeel.
"Bijna vulgair," zei M. toen we de foto's bekeken. Zo vergroot heeft ook iets heel intiems. Mag het dan nog mooi heten? Oordeel zelf. Akebia quintata is een volkomen winterharde, makkelijke klimplant voor pergola's e.d. Het blad heeft vijf ovale, "vingers", die op zich losse blaadjes zijn. Vijf, vandaar de quintata. Ze groeit overal, op zonnige en (half) beschaduwde plaatsen, in rijke en armere grond. Ze kan zelfs wat droogte weerstaan. (Wij hebben arme zandgrond.)
[Klik op de foto voor een vergroting.]
|
De plant komt uit Azië. In Bloeiende Heesters (Roger Philips & Martyn Rix) worden Japan (Honshu en zuidelijker), westelijk China, tot Hubei en Korea genoemd. Akebia Quintata groeit van nature in struikgewas. Tot op 1800 meter hoogte. De bloei valt in april-mei. (Dat klopt.) De vrouwelijke bloemen worden aan de basis gevormd, de mannelijke aan de top. Kennelijk hebben wij, met beide benen op de grond, de vrouwelijke gefotografeerd. |
Volgens Philips & Rix wordt de plant 6 meter. Volgens RHS Encyclopedia of Garden Plants 10 meter.
The Manual of Woonden Landscape Plants geeft aan dat de akebia in gematigde streken zijn blad kan behouden (evergreen). En voorts lezen we: In een goed jaar, waarin ook daadwerkelijk bevruchting van de bloemen plaatsvindt, vormen zich in september/oktober kleine, bruine, 5 – 15 cm lange komkommerachtige vruchten. Ze zijn eetbaar, maar niet lekker. Enfin, we vermelden het, maar we hebben het in de tien jaar dat de plant bij ons groeit & bloeit nooit meegemaakt. Vermeerderen uit half verhoute stek. De plant verkeert sinds 1845 in onze streken, aldus The Manual.
Door de mand gevallen
Wij hebben de plant in pakweg 2001 geplant. Gekocht bij de kwekerij van Romke van der Kaa in het Gelderse De Steeg. Toen. Nu heeft hij geen kwekerij meer, maar schrijft en oreert over tuinen en planten.
Sommige dingen vergeet je nooit. Ik weet niet waar ik over akebia gelezen had, maar ik wilde die plant laten klimmen tegen de pergola/Romeinse gang, rond ons nieuwe terras.
"Heeft u ook akebia?" vroeg ik, met de klemtoon op -bia.
"Akebia," corrigeerde de vrouw mij [akéé-bia]. Ik had het gevoel door de mand te vallen: bij een gerenommeerde kwekerij kopen immers alleen tuindeskundigen. Nu was ik acuut gereduceerd tot een nitwit, die doorgaans zijn karretje bij Intratuin vult.