Canon van de Nederlandse Natuur

De Canon van de Nederlandse Natuur is een verzameling van vijftig karakteristieke planten en dieren die in de Nederlandse omgeving een rol van betekenis hebben of hadden. Het boek staat berstensvol wetenswaardigheden en hoort in elk Nederlands huishouden thuis.

Canons zijn in de mode sinds in 2006 het Nederlandse volk werd verblijd met de Canon van Nederland. Die bevat vijftig historische thema’s, de zogenaamde ‘vensters’, waardoor je in de verleden tijd van ons land kunt kijken. Ga naar het Nederlands Openluchtmuseum en je kan hem tentoongesteld zien. De Canon van Nederland is een tijdsbalk met de jaren van de gebeurtenissen. Nu is er ook een Canon van de Nederlandse Natuur. Maar daarin speelt tijd een andere rol; natuur is geen gebeurtenis. Je vindt er wel vijftig soorten planten en dieren.

Frits van Oostrom schrijft een helder Ten Geleide in dit boek. Frits was voorzitter van de commissie voor de Canon van Nederland, dus hij weet waar hij het over heeft: een canon is kiezen en heel veel weglaten. Voor deze Canon van de Nederlandse Natuur is dat gedaan door Dick de Vos, schrijver van een tiental natuurboeken.

Tijdslijn. Het linker deel staat voor, in het schutblad, rechter deel achter. We hebben met de groene lijn de aansluiting getekend.

Aan de binnenzijde, op de schutbladen, is een tijdslijn afgedrukt. Op het eerste gezicht leuk, maar snel slaat de verwondering toe: mosasaurus zeventig miljoen jaar geleden, dat kan je je nog voorstellen, maar edelhert bij het jaar 1750 of kokkel bij 2005? Gelukkig wordt het snel duidelijk. Het blijkt dat bij de beschrijving van elke soort een woordenwolk staat. Daarin staat ook een tijd. Of dit nu 3 miljard jaar geleden is (geosmine) of 1515 (grove den). Het is gekoppeld aan een gebeurtenis of periode in onze vaderlandse geschiedenis en wordt ergens in de tekst genoemd. En zo voegt de Canon van de Nederlandse Natuur zich in het concept van de Canon van Nederland.

We zijn enthousiast over dit boek. Het is geen ‘Top 50’ maar het biedt vijftig verschillende blikken op de Nederlandse natuur in al haar diversiteit. Het is helder geschreven, duidelijk van opzet, zorgvuldig samengesteld en, dat is belangrijk, aantrekkelijk en toegankelijk. Dus een boek voor ieder huishouden!

TitelCanon van de Nederlandse Natuur
VanDick de Vos
UitgeverKNNV Uitgeverij
ISBN978 905 011 9337
Verschenen30 oktober 2023
Prijs€ 32,95
Verkrijgbaar bijGa bij voorkeur naar de echte boekhandel van steen en cement. Als je toch online wil kopen, neem dan deze webwinkel. Dat is echte.

Welke politieke partij heeft in zijn programma staan: elk huishouden in Nederland krijgt de Canon van de Nederlandse Natuur en de Canon van Nederland (de geschiedeniscanon)?

Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we in een recensie alle vijftig soorten dieren en planten bespreken. We pikken er een paar uit: edelhert, ringslang en om te beginnen de grote brandnetel.

Grote brandnetel

Het staat al groot in de woordwolk: stikstof. “Omdat Nederland kampioen stikstofuitstoot is, zie je tegenwoordig overal brandnetels.” Maar waarom 1918? Deze brandnetel is een tweehuizige plant, dus mannetjes- en vrouwtjesbloemen leven niet op dezelfde plant, maar wonen in twee ‘huizen’. Het is een waardplant voor ruim vijftig vlindersoorten. De auteur legt de werking van de brandharen uit en ook dat je brandnetel uitstekend kunt eten (vandaar de pesto in de wolk). Ja, leuk, maar waarom 1918? Nou, dat heeft te maken met Haber-Bosch, de twee Duitsers die uitvonden hoe je stikstof uit de lucht kunt vangen (met behulp van veel energie) en die vervolgens met kalium en fosfor kunstmest maakten. In 1918 kreeg Haber de Nobelprijs hiervoor en na de Eerste Wereldoorlog werd kunstmest wereldwijd toegepast “met Nederland als grootgebruiker.”

Edelhert

Het edelhert speelt in onze gemeente Renkum een bijzondere rol. Sinds pakweg 2003 wordt gewerkt aan de Renkumse Poort. Een robuuste ecologische corridor om (groot) wild van midden Veluwe bij water, in dit geval de Neder-Rijn, te laten komen. Dit is onderdeel van het plan Veluwe2010 dat in meer van zulke ‘poorten’ voorziet: een naar de IJssel, een noordelijk, naar de randmeren. De Renkumse Poort is nog niet af. Er wordt volgend jaar nog een ecologische passage onder de N225 aangelegd: speciaal voor edelherten vierenhalve meter hoog en vijfenveertig meter breed.

Met het grote gewei is bos, als leefomgeving, niet praktisch voor het edelhert. Het dier verschuilt zich wel in bos, zoekt dekking. Maar houdt van sappig gras aan rivieroevers.

“Wij associëren edelherten momenteel met uitgestrekte bossen, maar van nature horen ze daar, anders dan reeën, niet thuis.”

In de woordwolk staan onder andere 1750 en Oostvaardersplassen. Om met het laatste te beginnen: daar werden in 1992 edelherten uitgezet. Het waren herten van diverse herkomst die werden samengevoegd om een nieuwe gezonde populatie te krijgen. (Geen populatie zonder copulatie.) Dat was succesvol en het was dan ook de bedoeling dat deze herten via een corridor naar andere gebieden zouden kunnen bewegen (en zich met de Veluwse herten zouden mengen).
“Op zijn eerste dag schrapte hij de aanleg van het Oostvaarderswold bij Zeewolde. Deze natuurzone was bedoeld als corridor tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe.” Hij was staatssecretaris Henk Bleker (CDA). Het Oostvaarderswold was (is), net als Renkumse Poort, voorzien als een verbindingszone tussen de bosrijke, droge Veluwe en gras- en kruidenrijke gronden aan het water. Enfin, we weten wat er daarna gebeurde: een te grote populatie edelherten in het omheinde ‘kamp’ Oostvaardersplassen. Ze konden nergens heen en in de winter moesten ze (dus) op de kaalgevreten velden blijven en leden honger. In het zicht van mensen, die aan de andere kant van het hek stonden. Bijvoeren? Afschieten? Drama.

Maar waarom 1750? We lezen dat toen het edelhert in West-Nederland was uitgestorven, en honderd jaar later ook in de rest van Nederland, uitgezonderd de Veluwse bossen. En dankzij jacht en stroperij was het aantal in 1946 naar schatting nog slechts 150 dieren. Toen werd jacht verboden.

Ringslang

De ringslang heeft 5000 v. Chr. in zijn wolk staan. En broeihopen. Ja, dat weten we. Met enige regelmaat treffen we een nest aan op onze composthoop. We hebben een vijver en niet ver van ons stroomt de Heelsumse Beek. Het is de perfecte omgeving voor deze slang.

Die 5000 voor Christus is een schatting, want archeologische vondsten wezen uit dat de ringslang sinds het neolithicum in Noordwest-Europa voorkomt. We lezen dat er een grote verbondenheid was tussen het dier en de mens. Dat de ringslang als geluksbrenger werd gezien en vervolgens als vruchtbaarheidssymbool.
“Slangen hebben geen oogleden, ze doen nooit een oog dicht. Ze gingen dus door voor alziend, alwetend en wijs.” Tot het Christendom zijn intrede deed. Toen werden slangen, in het algemeen, als iets van de duivel gezien. Maar tegenwoordig is het weer goed (of althans: beter) tussen mens en ringslang.

Tenslotte

Het is een geweldig boek met vijftig alledaagse en soms bijzondere soorten. Maar vooral veel wetenswaardigheden, waar je in de dagelijkse omgang eigenlijk nooit bij zou stilstaan. Was de ringslang tot nu toe een graag geziene gast, nu gaan we speciaal voor het dier broeihopen aanleggen. En de brandnetel? Die mag bij ons sowieso blijven staan, ook in de Eetbare Siertuin, want als je er goed naar kijkt is het best wel een mooie plant.

En dan dit nog:
Aan het begin noemden we de pijnboom met het jaar 1515 en geosmine die met drie miljard jaar gelabeld werd. Welnu: in 1515 bestelde graaf Hendrik III van Nassau veel pijnboompitten (grove den) om een bos te zaaien bij Breda, dat nu nog bestaat en Mastbos heet. En geosmine is de naam van een stofje dat de geur en smaak van grond heeft, dus ook de grondsmaak in bijvoorbeeld wijn veroorzaakt. Het wordt aangemaakt door bodembacteriën, rondom planten. Het zit ook in de lekkere geur die je ruikt nadat het heeft geregend. Kort door de bocht: regendruppels die op de aarde ‘slaan’, maken het stofje vrij in de lucht. Dieren zijn gevoelig voor de geur van geosmine. Ze gaan op de geur af: het is voor hen de geur van water. En daarom staat er 3 miljard geleden, want water is nodig om te overleven.

Plaats een reactie