Ruud Schaafsma schreef een mooi boek over de nu nog weinig bekende landschapsarchitect Samuel Voorhoeve (1880-1948). Het heet Hoogtelijnen, omdat Voorhoeve hoogteverschillen in zijn ontwerpen toepaste. Deze tuin- en landschapsarchitect was een groot voorvechter van het bestaande, natuurlijke landschapsschoon.
Leestijd: 10 minuten
Inhoudsopgave
Vooropgesteld: wij kennen Ruud Schaafsma en hebben voor het verschijnen van dit boek met hem over een aantal aspecten van gedachten gewisseld.


Samuel Voorhoeve werkte landelijk maar het zwaartepunt lijkt in zijn eigen gemeente aan de Veluwezoom te liggen. Dat is gemeente Renkum (Oosterbeek, Renkum, Doorwerth, Heelsum, Wolfheze en Heveadorp); zes dorpen waar de stuwwallen zijn en je soms stijl afdaalt naar de Nederrijn.
Toen we dit boek lazen en zagen wat Samuel Voorhoeve allemaal heeft bewerkstelligd, bekroop ons de gedachte dat hem hetzelfde is overkomen als Roodbaard: als je niet veelvuldig in het westen van het land bent en van je laat horen, zoals de grootheden Springer en Zocher, dan val je niet op. Dus daar moet nu maar eens verandering in komen. Over Lucas Pieters Roodbaard verscheen in 2022 een boek, en nu, 2025, over Samuel Voorhoeve!
Notenbalk
We horen: “Voorhoeve was geen vernieuwer, daarom kennen weinigen hem.” Misschien is dat zo. Maar het werken met hoogteverschillen doen niet veel landschapsarchitecten en vinden ze in het westen weinig interessant. Voorhoeve was een echte vakman en wellicht wat te bescheiden als het over zijn metier ging.

Maar hij was ook strijdbaar, lezen we, zeker als het ging om, in zijn ogen, gemeentelijke planologische dwalingen. Hij bemoeide zich met allerlei ruimtelijke aspecten, schreef brieven naar de krant en protesteerde. Zo voorkwam hij dat op veel locaties natuurschoon plaats zou moeten maken voor woningbouw. Locaties die tot op de dag van vandaag nog zeer geliefd zijn. En misschien is het wel aan hem te danken dat Gemeente Renkum nog steeds zo’n mooie groene gemeente is waar velen met plezier recreëren.
Zonder de muzieklijnen van den notenbalk kan geen zang of muziek vertolkt worden. Zonder hoogtelijnen van de N.A.P.-kaart kan geen technisch landschapsplan worden vastgelegd!
Feitelijk bestaat het boek uit drie delen. In de eerste hoofdstukken gaat de auteur in op de levensloop van Samuel Voorhoeve. Daarna wordt een keur van ontwerpen behandeld, rijk voorzien van kaarten, foto’s en ontwerptekeningen. Zeer boeiend. En het sluit af met ‘Voorhoeve na de oorlog’ en een chronologische lijst van Voorhoeve’s werken van 1900 tot 1948.
Als natuurliefhebber interesseren we ons sowieso voor landschapsarchitectuur. Met dit boek over Voorhoeve heeft Schaafsma iets heel moois neergezet; het is een geschreven monument, een aanrader voor iedereen die van natuur en landschapshistorie houdt. Ook voor de vele toeristen die jaarlijks de dorpen van de Gemeente Renkum bezoeken: de wandelingen die zij maken krijgen nu een extra dimensie. Alleen een standbeeld voor Voorhoeve ontbreekt nog.
| Titel | Hoogtelijnen – Werken van landschapsarchitect Samuel Voorhoeve (1880-1948) |
| Auteurs | Ruud Schaafsma |
| Uitgever | Noordboek |
| ISBN | 978 94 8471 4081 |
| Verschenen | 22 oktober 2025 |
| Prijs | € 29,90 |
| Verkrijgbaar bij | Koop het bij een boekhandel van steen en cement. Maar als je online wenst te winkelen, raden we deze webwinkel aan. (De boekhandel in Voorhoeve’s woonplaats.) |
Presentaties



Rond het verschijnen van het boek is een aantal presentaties gehouden. Twee hebben wij bijgewoond.
De eerste presentatie was 17 oktober 2025, de officiële boekpresentatie waarbij de nazaten van Samuel Voorhoeve aanwezig waren en de eerste twee exemplaren ontvingen. Dat was in de Remonstrantse kerk in Oosterbeek. We begrepen dat deze is gebouwd op de plek waar Samuel Voorhoeve in zijn jongere jaren een kwekerij had – tegenover het huis van zijn ouders.
Klimaatverandering
Daar sprak ook Pieter Veldstra, boom- en natuurdeskundige. Die vertelde dat vandaag de dag veel ontwerpers slechts een ‘stip’ op de tekening zetten, waar een boom moet komen.
“Maar ze weten niet wat de groeiplaats is, wat de ondergrond is. En hoe groot wil de ontwerper dat boom wordt? Dat vergeten ze. Een boom verlangt veel open ondergrond,” aldus Veldstra.

Hij vertelde o.a. dat beukenbossen, waar er in de gemeente Renkum veel van zijn, mogelijk uitsterven door klimaatverandering. De oorzaak kan liggen in het feit dat de aanplant is gedaan met jonge bomen die elders zijn opgekweekt. Men onderzoekt nu vooral de hakhout-beuken. Dat zijn honderden jaren oude beuken die veel klimaat – o.a. de kleine ijstijd – hebben meegemaakt. Ze zijn, door het regelmatig kappen, laag bij de grond maar kennen ondergronds een enorm wortelstelsel. Daar moeten we zuinig op zijn, aldus Veldstra, want misschien zijn dat juist de goede, lokale landrassen.
Bos van de toekomst
Op 6 november 2025 bezochten we de middag ‘Landschapsontwerp met oog voor de natuur’ bij Wageningen Universiteit. Na Schaafsma sprak Flore Bijker – landschapsarchitect bij Wageningen Environmental Research – over het project ‘Bos van de toekomst’. Dat betreft onderzoeken hoe je door slimme landschapsinrichting kunt anticiperen op klimaatverandering. Dat sluit aan bij waar Voorhoeve voor stond. WUR Speciale Collecties heeft een uitgebreid archief over Voorhoeve en had een mooie overzichtstentoonstelling ingericht.



Samuel Voorhoeve was een leerling van Leonard Springer en later waren ze onderling zeer gewaardeerde collega’s. Ze correspondeerden veelvuldig. Per post; in die tijd werden brieven twee à drie keer per dag bezorgd. Dus binnen 24 uur kon je antwoord hebben. Dat waren nog eens tijden 😊
Betrokken inwoner
Voorhoeve was, zoals gezegd, een betrokken inwoner. Hij bemoeide zich met allerlei gemeentelijke aangelegenheden, zoals de bouw van een nieuw gemeentehuis of wateroverlast op wegen die heuvelafwaarts gingen. Hij kreeg vaak gelijk, maar niet altijd en soms pas tachtig jaar na zijn dood. Voorts was hij medeoprichter van de BNT – Bond Nederlandse Tuinarchitecten (sinds 1983 NVTL).
Moestuin
Schaafsma heeft het allemaal opgezocht, uitgezocht en opgeschreven. Het is een mooi verhaal. Maar het gaat natuurlijk om zijn ontwerpen. Schaafsma heeft er voor dit boek achttien uitgepikt, waaronder een drietal meer stedenbouwkundige en een drietal tuinontwerpen. (We zien in redelijk wat ontwerpen een moestuin. Zo was dat in die tijd.) We pikken er een paar ontwerpen uit. De rest lees je zelf maar 🙂
Bilderbergbos
De Bilderberg is een redelijk bekende naam. Al is het alleen maar om die “geheimzinnige” Bilderbergconferentie, waarvan nooit verslag van wordt gedaan. Maar dat was na Voorhoeve’s tijd. Wij wonen niet ver van de Bilderberg. Marijke, de Metz van MergenMetz, heeft in 2022 een zogenaamde podwalk De Bilderberg Geheimen gemaakt. Dat is een wandeling met tekst en uitleg, beeld en geluid, op de slimme telefoon of de pc thuis ((je kunt het ook gewoon op je pc afspelen en beluisteren). Hierin spelen de geschiedenis van het gebouw en de achterliggende bossen de hoofdrol. Dus ook Voorhoeve.







In het boek lees je hoe en wanneer – Springer ontwierp de tuin voor het landhuis – Voorhoeve zich met de Bilderbergbossen bemoeide. Het ontwerp is bijzonder. Er werd een heuveltje (belvedère) aangelegd, die in een vierkant van paden ligt (dat zie je niet als je er wandelt). Paden zijn hier en daar uitgegraven en er is een bruggetje (folly) aangelegd. Het is er allemaal nog steeds. Misschien is de belvedère, het heuveltje, een mooie plek om een standbeeld of een plaquette van Samuel Voorhoeve te plaatsen?
Follies

Voorhoeve legde ook follies aan. Zoals bijvoorbeeld de grot in Bato’s Wijk (zie hierna), op de Noorderheide bij Vierhouten staan piramides of ‘het torentje van Loopuyt’ in Oosterbeek. Voorhoeve ontwierp op de Wassenaersheuvel een park met daarin een acht meter hoge toren. De nieuwe eigenaar P.C. Loopuyt laat er ook de villa Wassenaersheuvel bouwen en de toren krijgt zijn naam als bijnaam. Er zijn in de Tweede Wereldoorlog tijdens Operatie Market Garden veel landhuizen, die op de stuwwal aan de Nederrijn lagen, kapotgeschoten en nooit meer herbouwd. Maar de villa en het torentje hadden het wonderwel doorstaan. Hoewel het torentje na de oorlog snel in verval raakte. In de jaren zestig van de vorige eeuw, dus pakweg vijftien jaar na Voorhoeve’s overlijden, werd de Wassenaersheuvel bebouwd. Voorhoeve kon niet meer protesteren; zijn park verdween.
Er is in Nederland een stichting die zich inzet voor het behoud van follies: de Donderberggroep.
Bato’s Wijk
In Oosterbeek is Bato’s Wijk een begrip. Het was ook de eerste grote opdracht voor Samuel Voorhoeve. Het ligt op de rand van de stuwwal met een (toen) prachtig uitzicht tot aan Nijmegen. (Bato is een oude naam van of voor de Betuwe.) Toenmalig eigenaar De Kempenaer kocht gronden bij elkaar, bouwde er een buitenhuis en gaf het landgoed die naam. Er wordt twee maal van eigenaar gewisseld en “in het voorjaar van 1900 koopt de Rotterdamse architect J.A. Voorhoeve, de vader van Samuel, Bato’s Wijk […]”
Vader Voorhoeve had een plan, maar dat ging niet door. Het wordt verkocht aan ene Scheidius en de zoon van vader Voorhoeve mag van hem het park ontwerpen. Schaafsma gaat hier vanzelfsprekend uitgebreid op in, want het bevat enkele bijzondere follies – we noemden hiervoor reeds de grot.
Samen met Springer ontwerpt Voorhoeve een kassencomplex, een uitbreiding van de oranjerie. Scheidius’ hobby was kuipplanten kweken. In 1927 koopt de gemeente Renkum Bato’s Wijk om er het gemeentehuis te vestigen. En tja, om de kosten te dekken, wil de gemeente het park verkavelen. Voorhoeve verzet zich hier met succes tegen. Om een lang verhaal kort te maken – je leest het boek maar: Bato’s Wijk is vandaag de dag een gemeentelijk monument en de bijzondere bomen zijn inmiddels indrukwekkend groot.







Meer en elders
Lauswolt, Karperton en Noorderheide
In het boek wordt ook aandacht besteed aan het werk van Voorhoeve buiten gemeente Renkum. Schaafsma vermeldt er dertien, soms kort, soms langer. Wij noemen er hier drie. Landgoed Lauswolt in Beesterzwaag is landelijk bekend geworden door het overleg in 2007 tussen toen informateur Wijffels en een aantal fractievoorzitters. Voorhoeve moderniseerde lang voor die tijd de tuinaanleg. En in Bergen N.H. legt hij in 1917 voor de Amsterdamse ondernemer Moritz Jüdell het landgoed De Karperton aan. Het is een zomerverblijf. In 1935 werd de grote zwemvijver commercieel uitgebaat door de heer Pesie. Later begon Pesie elders zijn zwembad. Dit natuurzwembad heette ook Pesie (en ik heb er in mijn jeugd vaak gezwommen).


Schaafsma gaat uitgebreid in op het ontwerp van landgoed Noorderheide, bij Vierhouten. Dat ligt midden op de Veluwe. Dit landgoed was toen eigendom van Van Beuningen, in die dagen de grootste werkgever in Rotterdam. Thans nog steeds bekend door de naam van het museum Boijmans Van Beuningen. Van Beuningen vroeg Springer, maar die was de 83 levensjaren al gepasseerd en beval Voorhoeve aan. En ook bij Noorderheide spelen hoogtelijnen een rol. Voor wat betreft follies zijn er beeklopen ‘in beton gegoten’ en kleine piramides geplaatst.
Zo kunnen we wel doorgaan. Behalve over Samuel Voorhoeve en zijn ontwerpen, bevatten de toelichtingen van Schaafsma veel wetenswaardigheden. Dat maakt het een heel fijn boek.

