De Tuinjungle

De Engelse bioloog Dave Goulson beschrijft in zijn boek ‘De Tuinjungle’ allerlei interessants over biodiversiteit in tuinen. Met focus op insecten, want dat is zijn vakgebied, en dan nog specifiek hommels. Inclusief kleurrijke weetjes en grappige anekdotes. En ideeën over wat wij kunnen doen om te helpen.

In een notendop concludeert Goulson:
1. Onze tuinen doen ertoe, zowel als het gaat om biodiversiteit als om voedselproductie;
2. Iedere tuin, of patio, of balkon, of losgewrikte stoeptegel kan een positieve rol spelen;
3. En dat hoeft niet moeilijk of duur te zijn.
Een zeer prettig leesbaar boek voor een breed publiek dat je meezuigt in een wereld, soms ondergrondse wereld, waarvan je het wel weet maar niet ziet. Vol inzichten over tuinen, insecten en hun rol in onze wereld. En hoe wij onze rol (beter) kunnen vervullen.
TitelDe Tuinjungle – Tuinieren om de wereld te redden
VanDave Goulson (vertaald uit het Engels door Nico Groen)
Uitgever Atlas Contact
ISBN978 90 450 3934 3
Verschenendecember 2019, juli 2019 (Engelse uitgave)
Prijs€ 24,99
Verkrijgbaar bijKies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze. Dan heeft deze mooie uitgeverij er ook nog wat aan.

Eigen tuin

Hier bij MergenMetz hebben we een grote tuin, zowel Eetbare Siertuin als moestuin, en ook nog een halve hectare bos. We doen ons best om zo gevarieerd mogelijk te planten, en om zo ‘groen’ mogelijk te werken. Met de biodiversiteit zit het dus wel snor. Ook mijn eigen stadstuintje heb ik de afgelopen acht jaar omgevormd van een saai coniferen-paradijs naar een enigszins rommelige maar wel heel divers beplante postzegel. Nog lang niet ‘af’ – is een tuin ooit af? – maar ik vind het wel heel leuk om te merken dat er steeds meer vogels en insecten in de tuin vertoeven.

Aldus Shakespeare – Henry v, vijfde akte, tweede scène (vertaling L.A.J. Burgersdijk)

Achteruit boerende biodiversiteit

Kortom, ik ben er door eigen ervaring van overtuigd dat je in een tuin (ook een kleine tuin) veel biodiversiteit kunt creëren. Maar of dat ook zoden aan de dijk zet op wereldwijde schaal……. Dan geldt: Verander de wereld, begin bij jezelf!

De laatste tijd verschenen meerdere alarmerende rapporten over de staat van de biodiversiteit in de wereld. Korte samengevat: biodiversiteit holt op alle vlakken achteruit. Met als belangrijke oorzaak de intensieve landbouw. Niet om heel vrolijk van te worden. Voor wie het interessant vindt: over de Nederlandse situatie schreef het WNF een goed leesbaar rapport [PDF} Helpt mijn tuintje daar iets aan? Of de Tuinen van MergenMetz? Ik ben normaliter altijd een groot voorstander van het aloude adagium ‘Alle beetjes helpen’. Maar je zou er moedeloos van worden.

Bioloog met sterrenstatus

Gelukkig blijk ik niet alleen in mijn geloof in ‘Alle Beetjes Helpen’. Dave Goulson is het met me eens. Hij is bioloog, gespecialiseerd in insecten en dan nog vooral hommels, schreef meerdere succesvolle populair wetenschappelijke boeken, en is inmiddels in Engeland een knuffel-bioloog met sterrenstatus. Eerder verschenen in Nederlandse vertaling bijvoorbeeld van zijn hand ‘Een verhaal met een angel’  en ‘Geroezemoes in het gras’. Hij focust eigenlijk altijd op insecten, maar in ‘De Tuinjungle’ concentreert hij zich op tuinen. Natuurlijk spelen insecten nog steeds een belangrijke rol in het boek, en dat is maar goed ook, want ik vind Goulson op zijn best als hij daarover schrijft. En ook de verhalen over Goulson’s eigen tuin en zijn pogingen om daarvan een ecologisch paradijs te maken, zijn erg leuk. Die maken het probleem en de oplossingsrichting namelijk heel tastbaar. De wat meer algemene stukjes in het boek, waarin de schrijver grote thema’s niet schuwt (bijvoorbeeld, om maar eens iets te noemen, de toekomst van de voedselproductie in de wereld) zijn minder sterk. Soms vliegt hij zelfs een klein beetje uit de bocht naar mijn smaak (moeten we rode eekhoorns nu werkelijk een pokkenvaccin gaan toedienen? Ik heb dat idee maar als Engels sarcasme opgevat, dat leek me het beste).


Een belangrijke boodschap

In een wereld waar de biodiversiteit hard afneemt, vormen onze tuinen in potentie een belangrijk toevluchtsoord voor veel dieren en planten. Dat geldt voor zowel siertuinen als moestuinen – de laatsten vooral omdat juist in agrarische landschappen de biodiversiteit hard gedaald is. Goulson laat in zijn boek zien dat we onze tuinen niet moeten afdoen als ‘klein bier’. Hij neemt iedere tuin – hoe klein ook – volkomen serieus. Ik persoonlijk ben vooral blij dat Goulson erg van rommelige tuinen houdt – rommelig is goed, daar houden dieren van. Hier bij MergenMetz nemen we onze tuin ook volkomen serieus, en we zien iedere dag wat er mogelijk is. U kunt ook meehelpen (zie de oproep hieronder).


Landgenoten! Een oproep – vrij naar Goulson

Heeft u een landgoed, een grote tuin, een kleine tuin, een patio, een plaatsje, een geveltuin, een balkon, een daktuin, een terras, een losgewrikte stoeptegel? Heeft u anders misschien saaie gemeentelijke groenvoorziening in de buurt die zich zou lenen voor wat opfleuring? Of is er een schooltuin of een kerkhof in uw omgeving?

Al onze tuinen, of wat daarop maar een beetje lijkt, kunnen een positieve bijdrage leveren aan zowel de biodiversiteit als de voedselproductie in de wereld. Of toch tenminste aan een van de twee. Een beetje, maar bedenk ook nu: Alle Beetjes Helpen. Een stappenplan:

  1. Is uw tuin geheel of grotendeels betegeld? Dan is ieder stukje extra groen winst. Haal (een deel van) de tegels weg en zet er struiken, planten of gras in. Of kies voor bakken en potten.
  2. Is uw tuin al vrij groen maar beplant met vooral onderhoudsvrij spul zoals rodo’s, coniferen, hortensia en laurier? Op zich niks mis mee. (Nou ja, onder een rododendron leeft ongeveer niets, ze zijn fraai, maar niet voor biodiversiteit.) U kunt streven naar vervanging van (een deel van) uw bestaande saaiheid door struiken en planten die interessanter zijn voor insecten en vogels. Er zijn vele lange lijsten met ideeën om uit te putten – in ‘De Tuinjungle’ staat ook zo’n lijst. Bloeiende planten. Geurende planten. Inheemse planten. Struiken en bomen met bessen die eetbaar zijn voor dieren. Of zelfs met vruchten of noten eetbaar voor mensen. Probeer wel rekening te houden met de bodemsoort waarop u woont; u zou niet de eerste zijn die veel geld uitgeeft aan planten en struiken die vervolgens, eenmaal in uw tuin, allemaal weer dood gaan.
    Tip 1: Kijk of informeer bij uw buren wat het daar goed doet (en misschien hebben ze nog wel een gratis stekje of wat zaden voor u over). En
    Tip 2: Het hoeft niet allemaal ineens. Vervang gewoon ieder jaar iets. Een beetje rommelig is goed.
  3. En tenslotte, of u nu een siertuin of een groentetuin heeft of een mix van beide: Gebruik Geen Gif. Het is niet nodig. Het is vies. En het is killing voor kleine en grote beestjes. De beste remedie tegen onkruid is nog altijd spierkracht, zweet en tranen (wieden en schoffelen dus). Plus natuurlijk dat ‘onkruid’ eigenlijk niet echt onkruid is; het zijn uitstekende planten die misschien op de verkeerde plaats staan. Ongewenst kruid. Dave Goulson pleit daarom voor inclusiviteit en loslaten in de tuin: geef planten die spontaan opkomen gewoon eens een kans. Niet overal misschien, maar misschien wel in gedeeltes van je tuin.

    Voor meer concrete tips bracht KNNV recent een leuk boek uit; kijk eens hier (volgt nog)

Nog even dit
Let op met de recepten! Daar is in de vertaling in ieder geval op 1 plek een eetlepel (tablespoon – tbsp) veranderd in een theelepel (teaspoon – tsp). Ik geef toe, beter zo dan andersom. Maar, lieve lezer, in het recept voor kweeperen-crumble moeten dus 2 EETlepels honing (geen theelepels). En oh ja, nog een nabrander: vertalers van Nederland, maak nu toch eindelijk eens van ‘organic agriculture’ gewoon ‘biologische landbouw’. Organische landbouw – of organische voeding – bestaat niet.

Plaats een reactie