De Waog teelt veel zoete aardappelen

Op 1oktober 2025 bezochten we biologische tuinderij De Waog om met eigen ogen de oogst van in Nederland geteelde zoete aardappels te zien.

“Ze zijn nu aan het oogsten, wanneer kan jij?” vroeg Jan Velema ongeveer een week geleden. En zo werd het 1 oktober 2025.

De Waog is gevestigd in Neer, langs wat de Napoleonsweg heet. Deze biologische tuinderij werd in 1981 gestart door Wiel van de Bool en Trudelies Dorssers. Inmiddels zwaait hun zoon Joep de scepter. Het is een van de oudste biologische bedrijven in Nederland en ze hebben in die tijd flink wat nieuwe groenten op de markt gebracht. Op hun website staat: “Vanwege de gunstige klimatologische ligging van de tuinderij is het telen van primeurgroenten altijd een specialiteit geweest.” De zoete aardappel is eigenlijk een (sub)tropisch gewas. Het is dus vrij uniek dat ze bij De Waog het zo grootschalig kunnen telen. Zij rooien al op 1 oktober de zoete aardappelen, terwijl wij in onze tuin wachten tot de eerste nachtvorst.
“Zolang het loof groen is, groeien de bataten,” zegt Joep op een gegeven moment tijden ons bezoek.

Afnemers

We worden allerhartelijkst ontvangen door vader Wiel en iets later sluit Joep zich daarbij aan. We bekijken eerst hun winkel met, uiteraard, de groenten die zij telen en andere biologische producten.
“Loopt die winkel wel?” vraag ik verbaasd “Het is hier niet bepaald een grote stad en volgens mij geven Brabanders de voorkeur aan goedkopere producten.”
“We gaan vrijdags om vijf uur open, en vanaf half vijf staat er al een lange rij,” vertelt Wiel. “Ze komen van heinde en verre. De meeste biologische winkels zijn inmiddels gesloten, de eigenaren zijn nu de oude hippies met pensioen.” Of zijn overgenomen door Odin, zoals in Wageningen en Oosterbeek, denk ik erbij. Wiel is inmiddels 72 jaar jong en werkt nog mee. Hij vindt zichzelf ook wel een oude hippie. (“Nou, zo extreem hippie was ie volgens mij ook weer niet,” zegt Joep later.)

De Waog heeft drie grote afnemers: Udea (Ekoplaza), Odin en heel veel gaat naar Oostenrijk.

Groenselderij

In de grote hal zien we hoe de bleekselderij – tegenwoordig groenselderij – wordt schoongemaakt.

En bij De Waog telen ze ook diverse pompoenen. We zien in de grote hal veel kratten met crown prince en nog meer kratten met de kleine mooie sweet dumpling.  En we zien hoe de geoogste groenselderij wordt geschoond en verpakt.

In de winkel zag ik ook palmkool liggen. Die telen zij ook. Hoe lang al?
“Nou, ik denk zo’n twintig jaar,” zegt Wiel.
“Dan was ik eerder,” plaag ik en vertel over mijn betrokkenheid bij Het Genootschap der Vergeten Groenten, in Beesel. Ze kennen ook Jacques Nijskens, de initiatiefnemer. (Zie de anekdote in oranje kader, bij cavolo nero.) Het is best goed mogelijk dat ook De Waog in die dagen van 2005 is begonnen met het telen.

Zoete aardappels

Maar we kwamen voor de bataten, de zoete aardappels.

Voor wat betreft de bataten, zoete aardappels, werkt men nauw samen – lees: onder licentie – met Louisiana State University, die allerlei nieuwe rassen ontwikkelt. En die werken met een vermeerderingsbedrijf in Portugal, dat het plantgoed (stekken) levert. Want in het vroege voorjaar is het hier nog te koud, maar in Portugal kan dat dan al.

Voor we naar buiten gaan, waar wordt geoogst, lopen we langs vijf reusachtige cellen, koelruimtes. De zoete aardappelen staan vijf pallets hoog en worden bij iets boven de 10oC en hoge luchtvochtigheid bewaard. Dat kan makkelijk tot een jaar of langer, zien we. Hier ligt maar liefst 500.000 kg biologisch geteelde zoete aardappel opgeslagen. (En er worden momenteel cellen bijgebouwd met ongeveer dezelfde capaciteit. Of die louter met bataten worden gevuld, zijn we vergeten te vragen.) Maar voordat ze de koele cel in gaan, ondergaan ze een zogenaamde curing: ze ondergaan een week een warmtebehandeling bij 29oC.

De akker blijkt al ontdaan van het loof. Dat is met de klepelmaaier gedaan, zegt Wiel. De bataten staan op aarden ruggen. We zien twee tractoren rijden. De voorste tractor trekt de speciaal gebouwde rooimachine over de rug en die hevelt de knollen in de gele tent, waar een aantal medewerkers ze grof schoont en in een krat deponeren. De trekker die volgt pikt volle kratten op en plaatst weer een lege. Erachter loopt een man die de gemiste knollen op de volgende rug legt. Die worden straks dan automatisch opgepikt.

Veel ontdekken

“Een aardappelrooimachine was niet geschikt. Die beschadigde de schil van de zoete aardappel te veel,” vertelt Wiel. “Dus we namen contact op met de Deense fabrikant om te vragen of ze een aangepaste machine voor ons wilden maken. Dat wilden ze wel, maar dan moesten we wel nog drie kopers erbij vinden. En dat had Joep snel voor elkaar bij onze collega’s.” Zo gaat dat in de tuinbouwbedrijven.
En zoe=iets is niet voor het eerst. Omdat ze bij De Waog zo enthousiast met allerlei nieuwe groenten aan de slag gaan, moeten ze ook heel veel ontdekken en (laten) ontwikkelen.

“En welke bataat is dat, die nu wordt geoogst?” vraag ik.
“1956,” zegt Joep. Het is een nieuw ras van Lousiana State University en nog zonder naam. We begrijpen dat de Amerikanen De Waog met enige regelmaat met een bezoek vereren om de ervaringen door te spreken.

Plaats een reactie