FAO-medewerkers: Biodiversiteit in landbouw is urgent

Niet lullen maar poetsen!

Enigszins verloren in het Corona-geweld verscheen eerder deze maand een commentaar van drie senior medewerkers van de FAO in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Food. Ze vragen hernieuwde aandacht voor het alweer een jaar geleden verschenen grote FAO rapport over biodiversiteit in de landbouw (PDF). En ze roepen op tot urgente actie van beleidsmakers die alweer een jaar aan het praten zijn.

Lees hier het artikel in Nature Food (PDF)


Ongrijpbaar en super relevant

Biodiversiteit is voor velen van ons een ongrijpbaar thema: Iets met diertjes en plantjes en zeldzame soorten en zo. Het heeft precies het soort ongrijpbaarheid dat kritiek makkelijk maakt: Hoe belangrijk is het voortbestaan van de aardbeivlinder in Nederland nu werkelijk? Of het behoud van een postzegeltje natuurgebied midden in het boerenland? En wolven willen we natuurlijk al helemaal niet, hûh!

De diversiteit aan planten: aantal per 10.000 vierkante km (Bron: Commons Wikimedia)

Maar biodiversiteit is wel degelijk super relevant. Op verschillende niveaus. Van heel groot – relaties tussen ecosystemen, zoals bijvoorbeeld de Waddenzee die voor veel diersoorten die in de Noordzee leven als kraamkamer fungeert – tot heel klein: genetische variaties binnen dier- en plantensoorten. Allemaal even belangrijk. Want wat al die variatie uiteindelijk doet is het vergroten van veerkracht. Veerkracht die helpt bij het doorstaan van moeilijkheden. Bijvoorbeeld veroorzaakt worden door klimaatverandering.


66% van ons voedsel uit 9 plantensoorten

De moderne landbouw is monocultuur en daar is biodiversiteit armoe troef. De FAO heeft berekend dat 66% van de geproduceerde voedselgewassen in de wereld afkomstig is van slechts 9 plantensoorten (suikerriet, mais, rijst, tarwe, aardappel, soja, palm(olie), suikerbiet en cassave). En dat terwijl er (ooit) ongeveer 6000 plantensoorten in cultuur gebracht zijn. Bij dieren is het beeld helaas al niet veel beter.

Binnen die weinige soorten de genetische diversiteit (rassen) ook nog eens heel laag. Een voorbeeld is de banaan: Ruim 50% van alle geproduceerde bananen in de wereld is afkomstig van een stek van een en dezelfde plant: de Cavendish-banaan. Klonen, genetisch identiek en momenteel bedreigd door een wereldwijd om zich heen grijpende schimmel. Gelukkig zijn wij mensen nog niet allemaal klonen.


Tachtig procent minder insecten sinds 1989

En dat is dan nog alleen maar de biodiversiteit binnen de landbouwgewassen. Binnen het hele boerenland
holt de soortenrijkdom al jaren achteruit: schaalvergroting, gifstoffen, overdadig gebruik van (kunst)mest, en algehele afname van ‘rommelhoekjes’ en (nuts-)tuinen rond boerderijen.
En dat is niet zonder negatieve gevolgen. Denk – uiteraard – aan de vliegende en kruipende insecten die zo’n belangrijke rol spelen bij het bestuiven van gewassen en bij het bestrijden van plagen. Zonder insecten geen eten. De afgelopen tien jaar is het met 33% afgenomen; sinds 1989 tot 2014 met ruim 80%. Maar ook in de bodem is allerlei leven – beestjes, maar ook schimmels en bacteriën – dat essentiële functies vervult.

Aardbeivlinder, Commons Wikimedia, foto: Kars Veling

Dus veerkracht

Met soortenschaarste, veel minder insecten, verstoord bodemleven heeft de natuur geen veerkracht meer. Interessant is de parallel met onze eigen gezondheid. Meer en meer consumenten kiezen biologische producten; ze willen liever geen gifstoffen op en in het eten. In Nederland is een paar jaar geleden een nieuwe definitie van gezondheid opgesteld: ‘Het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven”. Oftewel, het gaat hier om de veerkracht van lichaam en geest – om overeind te blijven in uitdagende omstandigheden. Veerkracht die onlosmakelijk doet denken aan de veerkracht van biodiversiteit.


Verschraalde voedingswaarde

De thans geteelde groenten hebben nog maar een fractie van de voedingswaarde; ze worden immers geselecteerd op eenvoudige industriële verwerking en houdbaarheid. De smaak is door toepassing van smaakpanels er volledig uit gehaald dan wel zoet. Lees Eating on the Wild Side – wat niets met wildplukken te maken heeft, wel met de voorouders van de hedendaagse gewassen.
Medische wetenschap en voedselwetenschappers weten nog nauwelijks iets van de werking van mineralen, vitaminen, ingewikkelde vetzuren en sporenelementen. Op steenwol geteelde paprika ziet er mooi uit, maar bevat niet de stoffen die het zou opnemen als het op gezonde aarde was geteeld. Op volle grond geteelde groenten zitten aantoonbaar meer en ook meer diverse voedingsstoffen dan in ‘plof’groenten.
En natuurlijk speelt ook de bewerking mee. Gefermenteerde groenten (zuurkool) zijn zeer gezond. Kaas – gefermenteerde melk – is gezonder dan melk.

Kortom, leve de biodiversiteit. Een maisakker is weliswaar groen, maar het is geen wonder van biodiversiteit. En op diezelfde manier zijn vitaminepillen uit een potje, of darmbacteriën uit een mini-flesje, een grove simplificatie van wat gezond is. Ze doen de complexiteit in ons lichaam geen recht.
Net zoals de huidige landbouw de complexiteit van productie van goede voeding geen recht doet.

Zes keer per jaar wordt dit gemaaid. En stront uitgereden. Engels raaigras. Een dode weide met misschien drie andere plantensoorten.

Enkele uitstapjes naar aanleiding van het voorgaande

Klimaatverandering kan worden afgeremd en omgekeerd. We kunnen, als het moet, met technische middelen CO2, methaan en andere gassen uit de dampkring halen. Maar eens dier- of plantensoort of – ras is verdwenen, komt het nooit meer terug. Het gaat erom die diversiteit te behouden.

Stel je een bloemenweide voor met vijftig verschillende soorten planten – helemaal niet zo gek (lees: Weideland). Als daar twee soorten planten bezwijken onder de effecten van klimaatverandering, blijven er nog achtenveertig over, die er met elkaar in zullen slagen een nieuw evenwicht te vinden. Maar als in diezelfde weide drie soorten planten groeiden (ook helemaal niet zo gek in een modern weiland met louter Engels raaigras dat stevig wordt bemest en vijf keer per jaar gemaaid), waarvan er twee wegvallen, dan hou je weinig over.

Planten kunnen zich sneller aanpassen aan klimaatverandering dan we denken (of dachten). De Universiteit van Liverpool deed onderzoek waarvan het resultaat in 2015 bekend werd.

De o zo gezonde paardenbloem was tot pakweg 1970 nog een gewone geteelde groente. Op de Floriade van 1972 stond ze als molsla nog te schitteren tussen de slasoorten. Zo zijn veel groentesoorten en -rassen verloren gegaan, omdat ze niet makkelijk of grootschalig waren te telen. Of omdat, zoals bij tuinmelde, de houdbaarheid erg kort is.

In 2014 verscheen van SOVON en Universiteit Utrecht al een dramatisch bericht over hoe de neonicotinoïden al het leven bedreigen. Lees dit. En nog steeds zijn ze niet allemaal verboden. In 2018 besloot de Europese Commissie om er drie te verbieden. Onder andere het roemruchte imidacloprid. (Maar in kassen mag het wel.)

Ons lichaam vaart wel bij een hoge biodiversiteit. Om te beginnen zijn er de koloniën van bacteriën in onze darmen, die ons ziek of gezond kunnen maken. Een interessant onderzoek in de VS heeft laten zien dat immigranten die de VS binnenkomen met een gezonde en zeer diverse darmflora, al na zes maanden hamburgers en coke hun goede bacteriën zijn kwijtgeraakt. Met obesitas en diabetes type 2 tot gevolg. Er zijn steeds meer aanwijzingen voor andere gezondheidsklachten die verband houden met onze darmen, ook onvermoede, bijvoorbeeld depressie. Of lees dit, over allergieën.

Curieus is en blijft het dat we als maatschappij allerlei pesticiden, herbiciden en fungiciden ontwikkelen om alles wat onze teelt hindert uit de weg te ruimen, kunstmest gebruiken om snellere teelt te bewerkstelligen en nauwelijks iets van het bodemleven weten.
” Welke micro-organismen zitten er in de bodem? Op die vraag was het tot nu toe bijna onmogelijk een antwoord te geven.” Zo luidt de eerste zin van dit artikel in het vakblad Onder Glas.

1 gedachte over “FAO-medewerkers: Biodiversiteit in landbouw is urgent”

  1. Hallo MergenMetz
    Iedereen zal eigenlijk de film
    THE BIGGEST LITTLE FARM
    moeten zien
    Een hele mooie film over hoe belangrijk biodiversiteit is
    Met vriendelijke groeten Astrid Hamhuis

    Beantwoorden

Plaats een reactie