De mobiele slachterij

Op 28 mei 2019 werd de prijs voor Het Beste Idee Van Varkensland uitgereikt. Een avond tussen echte varkenshouders. Het mobiele slachthuis van Ruud Pothoven won en dat is een geweldig signaal aan de markt.

Een ‘long read’ voor vleeseters en vegetariërs.

Innovatie stimuleren

Met de prijs willen de varkenshouders innovatie in hun branche stimuleren. En dat lukt. In 2018 won Fleur Bartelds met ‘Energie uit Varkens’ en in 2017 won dierenarts Anette van der Aa met ‘Basishulp Euthanasie’ (aan het einde van dit bericht iets meer daarover).  En nu het mobiele slachthuis van Ruud Pothoven.


Schematische voorstelling – afbeelding: Bionext & Innohow, Ruud Pothoven

Mobiel slachten betekent dat een tot slachthuis omgebouwde truck voor komt rijden. De varkens worden in hun eigen omgeving gedood. Ze hoeven niet op transport, te wachten in een vreemde omgeving van een slachthuis. Het geeft de dieren geen stress. En de varkenshouder hoeft ze niet te (laten) vervoeren, de wagen te reinigen enzovoorts. Er wordt minder met de dieren gesleept en (dus) ook minder ziektes verspreid.

We kennen Ruud omdat hij van varkens houdt. En omdat hij sinds een paar jaar in Arnhem woont, dat is zeer nabij. Onlangs fungeerden we als kleinschalige varkenshouder in een uitzending van Omroep Gelderland over Ruud en het mobiele slachthuis. In een ietwat grijzer verleden, rond 2011 (toen ik voorzitter van Vereniging Het Nederlandse Bonte Bentheimer Landvarken was) was de mobiele slachterij al eens aan de orde. Als voorbeeld gold toen een Canadese truck met trailer van enkele honderdduizenden euros. Omgerekend naar slachtbeurt was dat voor de kleine varkenshouder veel te duur. Pothoven heeft het idee nooit losgelaten en vond in Bionext een supporter.


Crowdfunding

Crowdfundingpagina bij Bionext

Er is 150.000 euro nodig en nog een aantal probleempjes op te lossen. Zoals de keuring van het dier door een nVWA-arts vlak voor de slacht. Dit kost bij een slachthuis relatief weinig, omdat de keuringsarts heel veel dieren bekijkt. Maar als deze voor een of twee varkens van adres naar adres achter het mobiele slachthuis aan moet rijden, wordt het kostbaar. Dus op dit moment is mobiel slachten rendabel vanaf pakweg tien dieren. Maar er wordt overleg gevoerd, want bij de jacht is het zo dat de jager zelf het geschoten everzwijn moet keuren. Dus wellicht dat daarin een oplossing ligt: de chauffeur/slachter die zelf keurt?

Hans Fuchs van Bionext is er deze avond bij. Bionext, zo vertelt hij, steunt dit idee.
“Maar mobiel slachten is niet typisch biologisch,” zeg ik.
“Er zijn in de biologische sector veel kleinschalige varkenshouders. Zij leveren voor een deel aan De Groene Weg, maar verkopen ook aan huis. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn stimuleren wij dat biologische varkenshouders aan huis slachten. En dat ook niet-gercertificeerde varkenshouders hun dieren aan huis slachten, is mooi meegenomen. Op dit moment aarzelt De Groene Weg. Het is afwachten, angst, want er mag natuurlijk niets misgaan. Maar we moeten er gewoon mee beginnen. Het mobiel slachten is al gebruikelijk in Canada, de VS, Duitsland en Scandinavische landen. Dus waarom hier niet?”

Hieronder de presentatie, de pitch, van Ruud tijdens Het Beste Idee Van Varkensland:


Geef ook!
Via crowd funding hopen Bionext en Pothoven € 55.000 bijeen te krijgen. De rest komt dan uit andere bronnen.
Meer lezen over mobiel slachten, lees dit artikel (PDF) dat in Vork verscheen.


Schlachtung mit Achtung

In het nieuwsonderwerp van TV Gelderland had men een circa tien seconden fragment uit een Duitse documentaire ingelast: het doden van een koe. Ongetwijfeld goed bedoeld, maar het komt rauw en enigszins uit de context over. We sluiten het om die reden niet in dit bericht in. (Toch even kijken? Klik hier. )

De overigens tweedelige SWR documentaire over ter plekke slachten toont namelijk een zeer genuanceerd en respectvol beeld.
Zo zegt de Duitse veehouder dat het mooi is dat de ziel van stier Ludwig hier, op de weide bij de boerderij, kan uittreden en niet na transport in een of ander slachthuis. En dat het dier met ons aller dankbaarheid aan hem zijn leven respectvol beëindigen kan. Ludwig is zo relaxed dat hij in deze documentaire overleeft, in tegenstelling tot een andere koe. Kijk (ook als is het uiterst diervriendelijk, het bevat beelden van het doden van het dier):

(Er zijn twee afleveringen over Ohne Stress und Leiden Slachten van SWR. Kijk hier.)


De feestelijke avond van HBIVV

De organisatie was uitstekend. Het initiatief voor het beste idee wordt gesteund door diverse organisaties, waaronder Varkensartsen, Provincie Overijssel en POV – producenten organisatie varkenshouderij.  

De avond was in tweeën gedeeld met een ruime pauze. Eerst twee toonaangevende sprekers, daarna de prijsuitreiking.

Lieke Hendrix, directeur Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn (DAD), Ministerie LNV, hield een hoopgevend betoog over de verbeteringen in de varkenshouderij, over 120 miljoen euro die door de overheid is vrijgemaakt voor “warme” sanering en de 40 miljoen voor innovatie en verduurzaming. Wat bijvoorbeeld te denken van het gebruik van mest voor biogas en landbouw weer in verbinding brengen met de natuur.
Het zijn speerpunten van LNV.
Maar, stelt ze, investeren kan als je geld hebt en de tijd hebt om het terug te verdienen. De marges in de intensieve varkenshouderij staan al jaren onder druk. Ook dat heeft de volle aandacht van het ministerie.

Is circulariteit al ‘top of mind’?” vraagt de avondvoorzitter Erwin Gevers. Hendrix antwoordt dat momenteel de focus met name aan de voorkant ligt, het verwerken van reststromen voedsel tot varkensvoer. Maar dat de achterkant, de mest, wordt verwaarloosd.


De andere spreker, Kasper Bekker, is populair columnist onder de varkenshouders, zo leren we. Zijn presentatie was onderhoudend en licht humoristisch. We begrijpen waarom hij gevierd is in de branche; zijn soms koddige, soms kromme redeneringen vormen onmiskenbaar een steun in de rug voor de gangbare varkenshouders en hun bedrijfsvoering.
“Er bestaat niet eens een definitie van varkensflat!” En vervolgens sabelt hij bezwaren ertegen neer door te stellen dat stadse lui flatgebouwen kennen als een verzamelplaats van armoezaaiers, asocialen, criminelen en drugsgebruikers. Wellicht dat hem nog een lang vervlogen beeld van de Bijlmer voor ogen staat?
“Het is dan ook geen wonder dat de stadsbewoner in verzet komt als hij van een varkensflat hoort.”  Het wordt met luid gelach ontvangen. Kasper heeft natuurlijk wel een beetje gelijk; mensen die in de stad wonen, hebben vaak een heel ander, soms ietwat romantisch beeld van de werkelijkheid van de natuur en het leven op het ‘platteland’. Maar een varkensflat kent meer dimensies. Het zegt ook wat van de naoorlogse consumptiemaatschappij die is ontstaan.


Uit de tv-spot van Wakker Dier – Kasper zegt dat voor zo’n groot varken (big) de winkelwagen wettelijk te klein is. Dus de spot deugt niet.

Kasper vindt dat actievoerders manipulatieve beelden gebruiken tegen intensieve varkenshouderij. Maar hij is er zelf ook niet vies van te goochelen met cijfers en vergelijkt graag appels met peren. Vliegtuigongelukken vinden we vreselijk – ja, ook MH17 wordt erbij gehaald – maar de cijfers vallen in het niet bij verkeersdoden. En wat zeurt de mens dan over die paar dode dieren in de intensieve varkenshouderij?
Ook al is het misschien als humor en relativering bedoeld, hij bevestigt onbewust een systeemfout.


Systeemfout

We verwijten de varkenshouders niets, zij zijn door de jaren heen gevangen geraakt in het systeem van meer, groter, goedkoper. Want eigenlijk wil iedere varkenshouder diep in zijn hart gewoon zijn dieren lekker buiten laten lopen. Maar hij moet ook geld verdienen en van vandaag op morgen omschakelen is geen sinecure.
Het aantal varkenshouders is tussen 1990 en 2010 van 27.000 naar 7.000 gedaald, terwijl het aantal varkens ongeveer gelijk is gebleven. De maatschappij verlangt kennelijk goedkoper, dus rest de houder groter. Uit de presentatie van Kasper maken we op dat een varkenshouder in totaal tien minuten aandacht per dier levert. Sjef Meijman spreekt in het artikel over de varkenstractor van een varkenshouder met 15.000 dieren waarbij voer en mestafvoer volledig is geautomatiseerd. Hij ziet zijn dieren eigenlijk niet echt.

Accijns op vlees
Nederland is met pakweg 90 miljard euro per jaar, na de VS, de tweede agrarische exporteur van de wereld. Na sierteelt en zuivel komt vlees, nog voor groenten en fruit.
Als het om veel en goedkoop gaat luidt het antwoord steevast ‘Omdat de consument het wil’. Of ‘in 2040 moeten we 9 miljard mensen te eten geven’. De supermarkten ontwijken steevast hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Vlees, varkensvlees, mag gerust wel ietsje duurder worden. Al is het met een heffing die de overheid gebruikt om dierenwelzijn drastisch te verbeteren. We kennen immers ook accijns op alcohol, brandstof, sigaretten en allerlei milieuheffingen.
Misschien helpt het om de systeemfout te herstellen. Met hulp van Lieke Hendrix.


Los van de werkelijkheid

De prijs voor Het Beste Idee Van Varkensland is een uitstekende methode om de aandacht op dierenwelzijn te richten en praktijken in de sector te verbeteren.
Maar het beeld dat we al hadden en nu nog eens wordt bevestigd, is dat varkenshouders eigenlijk niet meer weten wat het natuurlijk gedrag van de dieren is. Daar zijn tegenwoordig onderzoekers voor nodig. Jaren geleden publiceerde Wageningen UR onderzoeksresultaten als ‘Biggen volgen moeder bij voedselkeus’ en ‘Varkens eten ook ruw voer’ (stro en hooi). Binnen de Vereniging Het Nederlandse Bonte Bentheimer Landvarken reageerden we met verbazing.
“De kinderen van varkenshouders worden varkenshouders en weten niet beter,” zei een Wageningse onderzoeker mij eens.
Die kinderen zien roze dieren in een kleine stal liggen. Uit verveling doen ze aan staart- en orenbijten.

Een van de finalisten bevestigde dit scheve beeld. De Pignick. Leuke naam voor een met kunstgras bedekte verhoging die in de varkensstal wordt geplaatst. Erop wordt voer gestrooid.
De bedenkers, varkenshouders, noemden het steevast wroeten en wroetgedrag. Doch bij wroeten gaat een varken de grond in. Zijn neus kent een stevige wroetschijf waarmee in de grond wordt “gespit”.  En soms gebruikt hij de snuit als een bulldozer om voor zichzelf een zoelpoel te maken (modderbad). Het wroeten is natuurlijk gedrag om eten te zoeken. Van tien tot wel tachtig centimeter diep.

De mannen van Pignick bedoelen scharrelen. Niet uit een trog eten, maar brokken van de “grond” eten – in dit geval van kunstgras.
“Er is een temperatuurverschil tussen de boven en onder het plateau. Dat blijkt het gedrag van de dieren goed te doen, minder staartbijten,” zegt een van de bedenkers.
Het publiek reageerde op dit idee veruit het meest enthousiast.
Vanuit dierenwelzijn is het goed dat de biggen meer belevenis hebben in hun hok. Het is beter dan niks. Maar wel triest. Zou een varken beseffen dat het kunstgras is? Gras heeft het dier immers noot gezien….

Jury en publiek verschillen van mening

De jurering bestond uit het oordeel van de jury èn de mening van het publiek. Op basis van enthousiasme van de varkenshouders zou de mobiele slachterij nummer drie zijn geworden en de Pignick eerste. Nummer twee was een methode om direct mest en urine te scheiden. Goed voor hergebruik (mest voor biogas bijvoorbeeld) en een grote vermindering van de ammoniakuitstoot.
Maar het gewogen totaaloordeel is juist: de mobiele slachterij won!


2017 en 2018

Beslishulp van Anoxia

In 2017 won dierenarts Anette van der Aa met een beslissingskaart voor euthanasie van biggen. Net als bij mensen worden niet altijd volmaakt gezonde dieren geboren. Soms een fysieke handicap, soms geestelijk. Voor een slachtvarken geldt geen minimaal IQ of norm voor sociaal gedrag. Vleesvorming, vleesproductie telt. Maar er zijn dus jonge dieren die niet genoeg meekomen in het systeem. Die worden in principe geholpen. En soms moeten we ze “laten gaan”, zoals Anette het noemt.

Voor de varkenshouder en zijn medewerkers is dat een moeilijke beslissing. Dieren die men te lang laat doorleven zijn “voer” voor actievoerders die er opnamen van maken. De Beslishulp Euthanasie helpt de varkenshouder bij het nemen van dat moeilijke besluit.
“De kaart is er ook in het Pools,” zegt Anne. Waarmee we dus meteen leren dat Polen niet alleen in de (glas-)tuinbouw en bloembollen werken.
Annette van der Aa won met de Beslishulp ook de dierenwelzijnsprijs 2019 van de World Veterinary Association, die in Costa Rica bijeen kwam.


In 2018 won Fleur Bartelds met het idee Pig-Up Power om spelende varkens energie te laten opwekken. Ondanks de prijs, is het nog steeds in ontwikkeling, maar erg leuk. De varkens brengen een schijf aan het draaien. Dat wekt elektriciteit op. Het demonstratiemodel kent lampen die gaan branden en daarmee bewijzen dat er elektriciteit is.

Zo zie je maar weer: Van het mest maken we biogas, spelende varkens maken elektriciteit. Die enorm grote Nederlandse varkensstapel van 12,5 miljoen dieren gaat het energieprobleem oplossen.

Spelende varkens laten het ‘roze ding’ draaien – rechts een display van 3 x 3 lampen

6 gedachten over “De mobiele slachterij”

  1. Een geweldig initiatief, die mobiele slachterij, ik ga het steunen. En wie weet maken we er ook ooit gebruik van, varkens staan hier ook op het verlanglijstje. Wel maakte één zin me nieuwsgierig: “Nederland is met pakweg 90 miljard euro per jaar, na de VS, de tweede agrarische exporteur van de wereld.”
    Is dat is absolute zin, of relatief, ten opzichte van aantal inwoners of ten opzicht van bebouwbaar oppervlak? Waar komen deze cijfers vandaan?

    Beantwoorden
    • Dat Nederland na de VS de grootste exporteur is, is zo’n beetje algemeen bekend – maar dat is wel makkelijk met zo’n intensieve agrarische sector en zo weinig binnenland. Ik bedoel: dan moet je exporteren. Het is ook een raar gegeven, ik vind zelf dat je het als een EU moet zien. Nederland is de vruchtbare Delta. Je gaat ook niet Nordrhein-Westfalen in Duitsland eruit lichten.
      Overigens: zie hier op CBS – het is dus inderdaad in geld, waarde.

      Beantwoorden
    • Op 9 december 2022 ontvingen wij het volgende bericht:

      Beste mensen,

      In het verleden hebben jullie interesse getoond in ons initiatief voor een mobiele slachterij voor varkens.
      Daarom ontvangen jullie dit bericht.

      Helaas heeft het bestuur van de Coöperatie Mobiel Slachten geen andere optie gezien dan ons initiatief voor het ontwikkelen van een mobiele slachterij voor varkens te beëindigen. De kostprijs van het slachten liep steeds verder op door toenemende regels plus kosten waardoor een economisch rendabele exploitatie in een stand-alone vorm niet meer haalbaar leek.

      Wij hebben om die reden de toegezegde subsidies van de Provincie Overijssel, Barth Misset Fonds en Stuurgroep Landbouw-Innovatie Brabant grotendeels ongebruikt geretourneerd.

      Wij hebben echter afspraken gemaakt met Caring Farmers (www.caringfarmers.nl) dat onze opgebouwde kennis en ervaring beschikbaar blijft voor een vervolginitiatief onder de vlag van Caring Farmers. Het verdwijnen van kleine slachterijen in Nederland is een toenemend probleem aan het worden voor de kleinschalige veehouderijbedrijven met een korte keten afzet en Caring Farmers gaat de discussie hierover aanzwengelen om te proberen tot een oplossing hiervoor te komen. Mogelijk dat mobiel slachten daarin nog een rol kan spelen en vandaar dat wij op de achtergrond beschikbaar blijven. De Coöperatie Mobiel Slachten blijft daarom vooralsnog ook gewoon bestaan.

      Deze informatie is vandaag ook op de website van de coöperatie geplaatst (www.mobiele-slachterij.nl).

      Wij bedanken jullie allen voor jullie betrokkenheid in het verleden voor ons initiatief!

      Groeten,
      Mede namens het bestuur van de Coöperatie Mobiel Slachten,

      Beantwoorden

Plaats een reactie