Tuinieren, moestuinieren is de lust aan ons leven. Het is ontspannend, het is gezond, het is mooi en lekker. En diep frustrerend als slakken of vogels de nog frisgroene zaailingen kaalvreten of uit de grond trekken. Respect voor hen die wegkijken en dit zonder enige vloek of zucht laten gebeuren. Voor de anderen, die er meer moeite mee hebben, is er dit geweldige boek
Gedeelde smart is halve smart, moeten de auteurs hebben gedacht. En zo is het. Bij elke plaag die wordt behandeld, laten ze tenminste een ervaringsdeskundige of expert aan het woord. Of het de schrijfstijl is of gewoonweg wat ze vertellen, het is plezierig leesbaar en vaak geruststellend. Soms, zo blijkt, zijn plaagdieren ook handige assistenten.
Tien Bijbelse plagen
Of het toeval is, weten we niet. Maar Egypte kende de tien Bijbelse plagen, in dit boek worden ook tien plagen uitvoerig behandeld. Tussen de tien die in Exodus worden vermeld, staan drie die mogelijk ook (moes-)tuiniers kunnen treffen: luizen, hagel en sprinkhanen. Die laatste is nog onwaarschijnlijk, maar je weet niet wat de opwarming van de aarde de komende jaren brengt. Luizen vormen de eerste plaag die in Plaagdierboek worden behandeld.
Maar waarom?
De essentiële vraag is natuurlijk: Waarom is er last van plaagdieren?
Het voor de hand liggende antwoord is: Omdat er te veel van zijn en dat schaadt.
En waarom zijn er teveel? Omdat er onbalans is.
Een bed vol slaplanten in een moestuin is natuurlijk het walhalla voor slakken. Zie die maar eens weg te houden! Dat kan. Maar de natuurlijke vijanden van de slakken lokken is natuurlijk beter. Padden, ringslangen, diverse vogels en spitsmuizen genieten van een slakkenhap. (Maar ja, als je last van muizen hebt en vallen plaatst, zullen spitsmuizen ook het slachtoffer zijn. Het is verdorie niet makkelijk.)
Plaagdieren zijn een symptoom, niet de oorzaak,” zegt Marc Siepman, bodemdeskundige. En zo is het.
Het boek behandelt de Top 10 van de plaagdieren uitvoerig. Het dier, het gedrag, wetenswaardigheden en de mogelijke tegenmaatregelen zijn uiteraard natuurlijke oplossingen. In het hoofdstuk ‘Meer plaagdieren’ komen nog een achttiental aan de orde. Ook, zoals muggen, die niet zozeer een plaag zijn voor de tuin als wel voor de mens.
Een ontzettend fijn boek. Goed geschreven en informatief. Een boek waar iedereen, en natuurlijk de tuinier in de eerste plaats, wat aan heeft.
Titel | Plaagdierboek |
Van | Suze Peters en Lotte Stekelenburg |
Uitgever | Trichis Publishing B.V.; Velt |
ISBN | 978 949 2881 04 5 |
Verschenen | april 2018 |
Prijs | € 19,95, Velt-leden € 17,50 |
Verkrijgbaar bij | Bij de boekhandel of gewoon bij deze boekhandel bestellen, zodat de echte boekhandel kan blijven bestaan. Velt-leden bestellen het bij hun afdeling of hier |
Fabeltjes
Ik weet dat, jij weet dat, maar weet het beestje dat ook?”
Er gaan heel wat fabeltjes de ronde over hoe ongedierte te bestrijden. De peen en ui-combinatie werkt niet, maar het advies houdt hardnekkig aan. Of takjes van de vlier in de grond stoppen tegen woelmuizen.
Plaagdierboek is vele malen beter dan een avond op het Internet zoeken naar het antwoord. Met wat googlen worden de meest bezochte pagina’s het eerst getoond; dat is meest oppervlakkige informatie en vaak die fabeltjes en andere onzin. Zo niet dit boek.
De top tien die wordt behandeld is:
- Bladluizen
- Slakken
- Mollen
- Mieren
- Spinnen
- Ratten
- Konijnen
- Rupsen
- Wespen
- Vogels
En bij ‘Meer plaagdieren’ onder andere ritnaalden, aardrupsen, oorwurmen, pissebedden, witte vlieg, wantsen en meer.
Bij sommige vraag je je af wat de plaag is. Wij koesteren oorwurmen omdat ze allerlei eitjes en luizen eten. Maar, zo lezen we, ze willen ook wel eens een hapje uit bloembladeren en rijpe vruchten nemen. Ja, voor de dahlia-liefhebber kan de oorwurm dus een plaag vormen.
Natuurlijke balans in de tuin
Bij wijze van spreken, vanaf mijn geboorte, heb ik een moestuin gehad. (Ik zal een jaar of zes zijn geweest.) In 2004 voegden we pakweg 200 vierkante meter tuin toe aan de bestaande moestuin. Onbalans. De eerste paar jaar ging ik steevast ’s avonds laat slakken vangen. En de kolen waren bezaaid met rupsen. Door tussenbeplanting met ‘afwerende planten’ maar vooral omdat de vogels, padden en andere dieren leerden waar een voor hen goed gevulde provisiekast was, nam ongedierteplaag rap af. Er was een natuurlijke balans ontstaan. Okay, er zijn slakken, okay, er is soms wat zwarte luis, okay een enkel koolwitje legt nog haar eitjes op een plant, maar dat mag. Ze vormen geen plaag meer.
Tolerantie voor een plaagdier is bij iedereen verschillend. Je tolerantie bepaalt tevens hoe je optreedt tegen deze dieren. Vanuit welk perspectief tuinier je?”
zegt Lieven David.
Tot dit voorjaar. Een invasie van slakken had het met name voorzien op de bonenplanten. Hoe kan dat?
Slakkeninvasie
In het Plaagdierboek lezen we dat slakken weliswaar veel nakomelingen hebben, maar die met graagte worden gegeten door andere dieren. Slakken zijn immers een makkelijke prooi. Enkele slakken zijn plaagdieren, de meeste composteren; ze eten doodmateriaal en slakkenpoep is mest. (Vorig jaar hebben we dit artikel over naaktslakken geschreven.)
We lezen dat slakken een zomerslaap houden bij droog en warm weer. Maar dat ze na een goede regenbui ontwaken. Dat pleit dus tegen het breed besproeien van de moestuin. Buiten naaktslakken schijnt de huisjesslak met de naam segrijnslak berucht te zijn. Voordeel is, de sla mag misschien in de slak zijn, maar deze slak kunt u eten. Slakken worden als tweede plaag in dit boek beschreven. Ook de positieve aspecten. Zo leren we dat slakkenslijm heilzaam, veroudering van de oud tegengaat en succesvol is bij behandeling van littekens en huidvlekken.
Maar we zijn moestuiniers, geen schoonheidsspecialisten.
Onbalans?
“Zanglijster, spreeuw en merel vinden slakken heerlijk.” En ook egels, spitsmuizen, duizendpoten, padden, kikkers, loopkevers verorberen graag een slak.
Dus wat is er dit jaar mis met de balans in onze moestuin? Padden en kikkers zien we nog net zo veel als andere jaren. Hazelwormen vinden we regelmatig, net als wegschietende ringslangen. Dus dat kan het niet zijn. Minder merels? De merelstand schijnt met grote sprongen achteruit te gaan. Men wijdt het aan een virus. Maar wij hebben wel enkele nesten nabij ons huis.
Of is er een andere oorzaak, als gevolg van de zachte december en januari en de langdurige vorst in februari?
Het Plaagdierboek raadt aan kwetsbare planten extra te beschermen. En verder onder andere droog korrelig, scherp spul rond de planten: Verkruimelde eierschalen, houtas, koffieprut, cacaoschillen, dennennaalden, ze houden de slakken tijdelijk tegen. Cacaoschillen vormen daarentegen ook een goede bemesting, maar dat terzijde.
Een droge grond in de moestuin, door ondiep te schoffelen. Dat helpt ook. Bakjes bier ingraven, maar wel elke dag leegmaken. Slakkenkorrels op basis van ijzerfosfaat mag, op basis van metaldehyde daarentegen niet. Of nematoden loslaten. Maar dat moet zo vroeg mogelijk in het seizoen worden gedaan èn als de bodemtemperatuur boven de vijftien graden is.
Na een pagina of zes (exclusief mooie foto’s) informatie laten de auteurs Dick de Slakkenman aan het woord. Hij kweekt reuzenslakken.
Bitter in den mont, is therte ghesont
Onlangs verscheen een artikel van slakkendeskundigen in het Duitse moestuinblad Kraut & Rüben. Daarin wordt gesteld dat doordat de zaadveredelaars de bitterstoffen uit de groenten hebben geselecteerd, deze planten aantrekkelijker worden voor slakken. En zoals in dit boek staat: slakken eten geen paardenbloemen (dat wel een gewone groente was of is, maar met een bittertje). Bitter is een afweermiddel. En: Bitter in den mont, is therte ghesont – Bitter in de mond, houdt het hart gezond.
3. Door sluipwespen geparasiteerde bladluizen; 4. Bladeren dompelen in rabarberaftreksel
Meer plagen
Andere plagen waar wij wel eens last van hebben:
De woelmuis. We hebben insectengaas over de wortelen en uien, tegen de wortelvlieg en uienvlieg. Maar onder dit gaas zijn de muizen veilig tegen hun vijanden. (Wij hebben veel roofvogels hier.) De muizen vreten bieten en wortels.
Houtduiven, maar sinds we jaren geleden een luchtbuks van onze schoonzoon kregen, laten ze zich niet meer in de moestuin zien. We hebben nog nooit geschoten. Alsof ze het wisten.
Konijnen. Rond 2006 heerste in Nederland een ziekte die het aantal dieren decimeerde. Maar niet bij ons. Hier leek het waterschapsheuvel. Gezonde groenten in onze moestuin! We hebben kippengaas in de haag rond de moestuin geplaatst en ook een halve meter ingegraven. Dat was afdoende.
Mollen. Mollenbollen werkten niet echt. Een mollenverjager, die geluid en trillingen maakt, werd door de mollen de grond uitgedrukt. We hebben wel hele goede mollenklemmen, maar uiteindelijk de strijd opgegeven. Na een paar weken is weer een nieuwe mol in het gangenstelsel. Een molshoop shoppen we uiteen en een week later zie je er nauwelijks nog iets van. De troostgedachte is dat mollen lucht in de grond brengen, dat het een signaal is dat er eten in de grond zit. Niet alleen wormen, maar ook aardrupsen en ritnaalden. Dus hoe groot is de plaag van een mol?
Vogels in het algemeen. Het lijkt er dit jaar op dat veel vraat aan jonge planten (sla, kolen) het werk is van vogels. Er zijn geen slijmsporen te zien en telkens als we de moestuin binnenkomen vliegen de vogels op van plekken dat je denkt: wat doen ze daar? Maar ach, er is mee te leven
Teken
Dan niet het teken aan de wand, maar teken in de huid. In het Plaagdierboek vinden we de teek bij de spinnen. Nooit gerealiseerd dat een teek een spinachtige is.
We leven in een bosrijke omgeving en voor ons is het vrij normaal dat we een of twee keer per week een teek uit de huid moeten verwijderen. En we hebben in pakweg de afgelopen tien jaar elk van ons een keer een teken van Lyme gehad: een rode ring rondom een beetbultje. De ring wordt wijder en wijder als je er niets tegen doet.
Volgens Plaagdierboek is goed, afgesloten kleden (lange broek, sokken om broekspijpen et cetera) het beste. Maar ja, zo leef je niet door de zomer.
Het schijnt zo te zijn dat Japanse Duizendknoop een heilzaam middel is tegen teken of de Ziekte van Lyme. De een heeft het over de wortels van de plant, de ander maakt een moes van jonge stengels. De een noemt expliciet de resveratrol als middel uit de plant dat werkt, maar dan helpt een goed glas rode wijn ook. Hoewel je misschien dan veel wijn moet drinken en laveloos wordt.
We zijn bij deze recensie flink uit de bocht gevlogen. Dit maakt in elk geval duidelijk hoezeer dit boek aansluit bij onze eigen ervaringen. En dan hebben we het niet eens over alle plagen gehad die in dit boek staan.
Hallo daar
Wat ik mis bij die plaagziektes zijn de snuit- of taxuskevers. Toevallig zag ik op BinnensteBuiten een druiventeler vertellen dat hij 6000 kevers had gevangen, wij hadden er op twee avonden 18
in onze bakken op het dakterras.
Een appelboompje. hebben ze helemaal kapot gevreten mijn vrouw wilde de stam die kaal was er uit trekken door los te steken. Maar toen ze hem beetpakte kon ze hem zo uit de aarde halen wortels zaten er wrijwel niet meer aan. dat hebben de larven van die kevers op hun geweten (als ze dat al hebben). Maar wat doe je er tegen
Tuindersgroet,
André
Beste André. Het dier staat niet bij de top 10, maar wordt wel in het boek vermeld. Op pagina 123 zegt een kweker dat het beest bijna al het kleinfruit aantast. En dat ze letten op besmetting bij aankoop van plantmateriaal.
Op pagina 177 is het beest onderdeel van de plagen. Ik heb bij ‘Meer plagen’ niet alles opgesomd. Wat doe je er aan? vraag je. Het boek zegt:
– aangekocht materiaal controleren (witte larven in de grond)
– kippen
– nematoden (pot dompelen in een nematodenpreparaat)
– schimmelcompost gebruiken (larvendodende schimmel die als compost wordt verkocht)
– een lijmband rond de stam.
En:
Zoek ‘s nachts naar kevers als je aangevreten blaadjes hebt om te voorkomen dat ze eitjes leggen (tot wel duizend eitjes kan een vrouwtje leggen). Leg er een laken onder en schud. Ze laten zich makkelijk vallen. Of leg planken of stro neer waaronder ze zich verschuilen. Kijk dagelijks en pak ze weg.
Vogels lusten ook een kevertje.
Voor jullie appelboompje te laat, voor de nieuwe appelboom op tijd 😉