Knolvoet is een gevreesde aandoening bij kolen. Het is een parasiet die, eens u het in de tuin heeft, eigenlijk niet weg te krijgen is. Dus voorkomen is in dit geval noodzaak. Want genezen is een utopie.
Knolvoet treft de sluitkolen, Chinese kool en spruitjes het hardst. In mindere mate koolrabi, bloemkool, koolraap, zeekool, knolraapjes, bladkolen (boerenkool e.d.) en radijs. Dat heeft natuurlijk met de groeitijd te maken. Maar toch.
Stukjes rabarber?
Laatst schreef iemand op een Facebook groep dat rabarber tegen knolvoet werkt: “Jammer dat veel mensen mij niet willen geloven. Knolvoet heeft met vruchtwisseling weinig te maken, maar er is een zo simpele oplossing, dat weinigen het geloven. Rabarber. Snij het in stukjes van 1,5 bij 1,5 cm. En leg dat onderaan het plantgat, koolplantje erop en klaar, geen knolvoet meer. Las het in een Engels boek, had rabarber staan en dacht ‘als het niet lukt, schade zal ik er ook niet aan hebben’. Dat is nu zeker dertig jaar geleden.”
Elders, op Moestuinforum, vinden we een bericht dat vermeldt dat dit idee afkomstig is uit het boek van John Seymour (Leven van het Land). En meteen eronder staat een bericht van iemand die zegt dat het niet werkt. We onderdrukken de neiging tot proberen, want als het niet werkt zijn we de echt klos. Better safe than sorry.
We hebben geen wetenschappelijke onderbouwing voor de stukjes-rabarber-theorie kunnen vinden. Bovendien, als Seymour gelijk had, zou dit nu al wel door de industrie zijn ontwikkeld tot een algemeen toegepast preventiemiddel.
Eerlijk gezegd denken we dat de eerste persoon geen knolvoetsporen in de tuin heeft en ze in die dertig jaar ook niet heeft gekregen. Want dat kan natuurlijk ook.
Wisselteelt
Wij nemen geen risico en geven de voorkeur aan ons zesjaars wisselteeltsysteem. In de late herfst strooien we kalk over de bedden waar het komende jaar de kolen komen te staan. Dat brengt de pH omhoog en (dus) geen knolvoet. Alhoewel ook wordt gesteld dat dit geen perfecte oplossing is. Maar bij een pH van 7,2 komt nauwelijks nog knolvoet voor. Bij ons werkt het, d.w.z. baat het niet, het schaadt ook niet. En misschien baat het (toch).
Wat is knolvoet?
Knolvoet (Plasmodiophora brassicae) is een oude, veelvoorkomende koolziekte. Een parasiet, sommigen zeggen schimmel, maar, hoewel het ook trekken daarvan heeft, dat is niet correct.
Ze kent een levenscyclus van drie fasen:
1. overleving in de aarde als rustend – ook wel: permanente – spore,
2. wortelhaarinfectie en
3. infectie van de wortelhuid of -bast.
De sporen kunnen heel lang in de grond overleven, zeker twintig jaar. Als de aanwezigheid van een geschikte waardplant (kool dus) wordt gedetecteerd, ontkiemen de rustende sporen en geven een of meer zoösporen af. Deze hebben elk twee zweepstaarten of -draden van ongelijke lengte. Daarmee bewegen ze zich in het grondwater of de natte grond. Als ze een wortelhaar van een koolplant ontmoeten, dringen ze door de celwand naar het inwendige van de haarcel, waarbij ze de flagella (zweepstaartjes) kort tevoren afstoten. Daar groeit elk van deze amoebe-achtige cellen uit tot een zogenaamd plasmodium, een eencellige parasiet. Dit deelt zich en verplaatst zich van plantencel naar plantencel. Later valt deze plasmodium uiteen in nieuwe (secundaire) zoösporen, die weer nieuwe infecties veroorzaken.
P. brassicae scheidt auxines, cytokinines en andere plantaardige groeihormonen uit. Deze veroorzaken een abnormale vergroting van de plantencellen.
Een gezwel.
Knolvoet.
Knolvoet is niet iets van de laatste jaren, eerder van de Middeleeuwen. Maar het geniet van de klimaatverandering; de stijgende gemiddelde temperatuur en vochtige zomers doet haar weelderig tieren. Dat gebeurt tussen de 10 en 35 graden Celsius. Als de grondtemperatuur 15 graden is, gaat ze lekker en ideaal is 20 à 25 graden.
Bovengronds wordt duidelijk dat de plant ziek is. Ondergronds zijn er verdikkingen aan de wortels die ervoor zorgen dat er niet voldoende water kan worden opgenomen. Het blad gaat slap hangen, vergeelt en vergrijst en sterft af.
Er bestaat geen chemisch bestrijdingsmiddel tegen knolvoet.
Tips ter voorkoming
1. Voorkom dat knolvoet in de tuin komt: let op met wat u aan plantmateriaal koopt.
2. Strooi kalk om de pH op 7-7,2 te brengen
3. Pas een ruime vruchtwisseling van minstens vier jaar toe. En voorkom dat kruisbloemigen in andere bedden staan waar later de kolen komen. Dus rucola bij de bladgroenten is niet ideaal.
4. Plant de kolen vroeg, zodat de bodem- en buitentemperatuur nog laag is.
5. Kies resistente rassen. Maar ook deze kunnen ten prooi vallen aan de schimmel als deze in grote mate aanwezig is.
6. (Als er knolvoet is geconstateerd:) Plant kolen in een stuk pvc buis (rioolbuis), gevuld met compost. Tja. Ook dat is een mogelijkheid.
Eens knolvoet, altijd knolvoet
Een u knolvoet in de tuin hebt, vergeet het dan maar om nog kolen te telen. Of u moet tip 5 of 6 toepassen. De rustsporen van de schimmel/parasiet verliezen heel langzaam hun kiemkracht. De halveringstijd is ca. 3,6 jaar. Na pakweg 20 jaar is het zo goed als weg, lezen we. Andere bronnen zeggen dat na zes jaar ‘geen kool’ in het bed de parasiet (of beter: de sporen) zijn teruggedrongen dan wel in grote mate zijn weggespoeld door regen. ’t Is niet onmogelijk, maar wij zouden daar niet mee rekenen. Weer andere bronnen hebben het er over dat de sporen acht jaar zonder kool overleven.
Filmpje
Dit filmpje behandelt een grote uitbraak van knolvoet in Canada. Canola is koolzaad(-olie).
Hallo,
Dit klopt niet helemaal:
“Knolvoet (Plasmodiophora brassicae) is een oude, veelvoorkomende koolziekte. Een parasiet, sommigen zeggen schimmel, maar, hoewel het ook trekken daarvan heeft, dat is niet correct.”
Volgens mij is het wel een schimmel. En dan inderdaad eentje die parasiteert.
zie::
https://www.itis.gov/servlet/SingleRpt/SingleRpt?search_topic=TSN&search_value=181447&print_version=PRT&source=to_print#null
Ook Velt schaart het onder de schimmels:
https://www.velt.nu/vraag-antwoord/moestuinvragen/hoe-vermijd-je-knolvoet
Vriendelijke groet,
Haico
Ja, nog weer eens in allerlei wetenschappelijke stukken gekeken, en ik ga mee met een ‘parasiterende schimmel’ – zal de tekst tzt verder aanpassen. Dank voor je scherpzinnigheid.