Pompoen

Pompoenzaad winnen is ogenschijnlijk makkelijk: in het binnenste van de pompoen hangen de zaden. Eruit schrapen, even wassen, klaar. Zo makkelijk is het nu ook weer niet.

Waarschuwing: Zorg ervoor dat je een zaadvast (oud) ras hebt, met een F1-hybride krijg je verrassingen.

De naam pompoen wordt niet (meer) voor een soort gebruikt, maar is een generieke term voor ronde, of rondachtige grote vruchten van het geslacht Cucurbita geworden. In principe kruisen alleen de soorten met soortgelijke planten. Dus een courgette (Cucurbita pepo) kan bevrucht worden door andere C. pepo‘s, zoals pattison, sierpompoen, Jack O’Lantern (de zogenaamde Halloweenpompoen) et cetera.
Aangezien sierpompoenen giftig zijn, kan het zo zijn dat het zaad dat je wint ook het volgende jaar een onsmakelijke vrucht voortbrengt. (Smaakt het bitter: uitspugen.)
Dus, bij pompoenen en vooral bij Cucurbita pepo‘s:
a. òf je vermeerdert zaad onder gaas of door zelf jonge, frisse bloemen met een kwastje te bevruchten en dan de bloem dichtbindt om te voorkomen dat er ook ander stuifmeel bijkomt;
b. òf je overtuigt jezelf ervan dat er geen andere soortgelijke pompoenen in de buurt groeien;
c. òf je doet het niet.

Bij ons, De Tuinen van MergenMetz, zijn geen andere moestuinen in de nabijheid. Wij vermeerderen alleen Cucurbita maxima (de “echte” pompoen), waarvan we elk jaar maar een soort zaaien. En hetzelfde geldt voor C. moschata. Omdat we meestal twee of drie variëteiten (rassen) courgettes hebben en de moeite niet willen nemen om de bloemen ervan voor insecten gescheiden te houden, vermeerderen we C. pepo niet. Nog niet.

‘de dag die je wist dat zou komen’

Daar ligt ie dan. De halve pompoen. Of beter: twee halve pompoenen. Dit is een blue hubbard met een keiharde schil. Relatief weinig vruchtvlees, maar zijn grootte compenseert alles.
In het midden de zaden in een netwerk van kleffe pompoendraden. Schraap het leeg. Pulk de zaden zo goed mogelijk uit het vruchtvlees en doe ze in een kom of maatbeker met water.

Laat ze een poos weken, een nacht mag ook. En was ze een paar keer: wrijf ze in het water tussen je handen, zodat het oranje spul – zo noemen we het vanaf nu – loslaat. Neem telkens schoon water.
Goede pitten zakken, slechte pitten drijven boven. Die wegdoen. Dan kan je door subtiel gieten vuil water, met oranje spul, uit de kom of beker gieten want de goede pitte blijven laag.

Neem een groot bord. Giet hierop de pitten met het laatste beetje water. (Dat giet je makkelijk van het bord.)

Laat drogen op kamertemperatuur. Althans, niet te warm (bij ons 18,5o C).

En na pakweg een week heb je mooie, droge pompoenpitten. Doe ze in een papieren zakje (wij gebruiken pergamijn – de postzegelzakjes)

Plaats een reactie