Onder een witte hemel

Vanuit een Amerikaans perspectief, en met frisse voorbeelden, schetst journalist Elizabeth Kolbert de dilemma’s waar mensen overal ter wereld tegenaan lopen als het gaat om milieu- en natuurbehoud. Hoe kunnen we zaken repareren – of toch tenminste enigszins stabiel houden – die we zelf kapot gemaakt hebben, en vaak nog dagelijks verder kapot blijven maken. En welke risico’s vinden we daarbij acceptabel.

En meteen even dit: Dit boek is werkelijk de moeite waard. Laat je niet afschrikken door de tekst op de achterflap. Ik vraag me ernstig af of degene die daarvoor verantwoordelijk is, het boek überhaupt heeft gelezen .

Elizabeth Kolbert vertelt in dit boek drie belangrijke verhalen, getiteld ‘Stroomafwaarts’, ‘De wildernis in’ en ‘De lucht in’. Ze is er in geslaagd om verrassende nieuwe invalshoeken te vinden hoe te anticiperen op ecologische veranderingen. En dat is erg leuk. Natuurlijk is het wel wat Amerikaans. Maar ik vond het ook verfrissend om uit de Europese bubbel te stappen. En het vergroot de urgentie – door andere voorbeelden te zien, van elders op de wereld, waar het ook een puinhoop is.

Elizabeth Kolbert slaagt erin om de urgentie van klimaatverandering duidelijker en origineler – en daardoor krachtiger – neer te zetten dan ik de laatste tijd in andere media heb gezien.

TitelOnder een witte hemel – De natuur van de toekomst
VanElizabeth Kolbert (vertaald uit het Engels door Rogier van Kappel)
UitgeverAtlasContact
ISBN978 90 450 379 98
Verschenenapril 2021
Prijs€ 22,99
Verkrijgbaar bijAlle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze aan. Dan verdient de echte boekhandel zelf ook nog iets.

Stroomafwaarts

Het eerste verhaal in het boek gaat over water, en meer specifiek over problemen in het watersysteem van de Mississippi in de Verenigde Staten. Het gaat over Chinese karpers [YouTube filmpe], die met de beste bedoelingen zijn uitgezet, maar nu ecosystemen volledige verstoren en overheersen. Met man en macht worden ze bestreden om te voorkomen dat ze zich nog verder uitbreiden. Dat bestrijden gaat bijvoorbeeld met elektrische visbarrières – ik verzin dit niet. Maar het verhaal gaat ook over sterk gerationaliseerde riviersystemen, die hun natuurlijke processen niet meer kunnen volgen, waardoor het land langs de rivieren inklinkt, afkalft, verzakt. Hele gebieden verdwenen al onder water, hele steden worden steeds gevaarlijker, terwijl de zeespiegel stijgt en het land zakt. Zowel met de vissen als het verdrinkende land houden zich legers van ingenieurs en technici bezig – allemaal keihard vechtend tegen de bierkaai, zo lijkt het.

New Orleans onder water na hurricane Katrina, in 2005. – foto: Wikimedia Commons.

De wildernis in

Het tweede verhaal gaat over visjes in grotten in de Amerikaanse woestijn, over het Great Barrier Reef in Australië en over invasieve padden. Fascinerend, hoe miljoenen dollars worden gespendeerd aan het redden van enkele tientallen kleine visjes. En hoe wetenschappers bezig zijn met koraal te kweken – of genetisch te modificeren – dat hopelijk beter bestand is tegen klimaatverandering. En dan die padden. Die werden naar Australië gebracht omdat dat een goed idee leek om kevers in suikerrietplantages te bestrijden. Lang verhaal kort: De padden aten de kevers niet, maar wel heel veel andere dieren, en ze plantten zich ongelofelijk snel voort. O ja, er ontstond al snel een speciale Australische variant van de pad met langere benen, een super-pad, die zich nu dus nog sneller kan verspreiden. Hoe er nu weer vanaf te komen? Gif, ja, dat werkt. Alleen gaan er dan ook allerlei andere diertjes dood. Inclusief huisdieren. Dus er wordt nu naarstig gezocht naar een andere weg, en genetische modificatie scoort hoog.

Een reuzenpad (Rhinella marina) – foto: Wikimedia Commons

De lucht in

Het derde verhaal is ook al zo indrukwekkend en verrassend. Het gaat over klimaatverandering, maar dan anders. Het afvangen en opslaan van CO2 passeert de revue, maar ook het afkoelen van de aarde via geo-engineering en het smelten van de ijskap op Groenland. Dit verhaal levert ook de titel van het boek: Er zou namelijk een witte hemel kunnen ontstaan als we stoffen in de atmosfeer brengen die zonlicht weerkaatsen en op die manier de aarde minder snel laten opwarmen. Dat is een optie die wetenschappers serieus onderzoeken – niet altijd omdat ze het nou zo’n goed idee vinden (want eigenlijk hebben we geen idee wat we aan het doen zijn, en of we het onder controle kunnen houden), maar wel omdat ze echt geen andere uitweg meer zien nu de aarde steeds sneller opwarmt. Elizabeth Kolbert slaagt erin om de urgentie van klimaatverandering duidelijker en origineler – en daardoor krachtiger – neer te zetten dan ik de laatste tijd gezien heb in andere media.

What could possibly go wrong?

De titel van het tweede verhaal – ‘De wildernis in’ – verwijst naar de film ‘Into the wild‘ uit 2007. Een heftige film, waarin de hoofdpersoon niettegenstaande al zijn hoogdravende ideeën over leven in de wildernis, uiteindelijk sterft van honger en dorst. En het derde verhaal, ‘Up in the air’, verwijst ook al naar een film waarin hoofdpersoon George Clooney een leven van reizende zakenman leidt, zonder enige binding of relatie – die uiteraard gaandeweg gaat schuiven. Wat wil Elizabeth Kolbert met haar subtiele verwijzingen – ook Kafka en Paul Kingsnorth komen voorbij, om maar eens iets te noemen – zeggen? Misschien wel: Pas op, zelfs met al onze goede bedoelingen kan het allemaal toch heel erg misgaan. (De kwade bedoelingen of pure domheid zijn dan nog niet eens meegerekend). Of, zoals ze zelf droog opmerkt: ‘What could possibly go wrong?’.

Plaats een reactie