Zo luidt de uitdagende titel van het confronterende boek van Stephen Emmot. Het leest met de snelheid van een PowerPoint-presentatie en geeft zo makkelijk inzicht in wat we werkelijk allemaal uitvreten op deze aardkloot. En de onafwendbare gevolgen.
Bedenk, Stephen Emmot is een wetenschapper die aan het hoofd staat van een laboratorium dat onderzoek doet naar complexe biologische systemen. Dat zegt hij ook onverholen, aan het begin van het boek.
“Het is absoluut noodzakelijk dat we tot actie overgaan – en dan bedoel ik ook echt iets doen – iets radicaals ondernemen om een wereldwijde catastrofe af te wenden. Maar ik denk niet dat we iets zullen doen.
Volgens mij zijn we de lul.”
Deze opbeurende woorden staan op de een na voorlaatste bladzijde van het boek. Wat er op de laatste twee staat? Koop het, zou ik zeggen.
Volgens mij is dit boek het resultaat van de presentatie(s) die Emmot heeft gehouden. Onconventioneel, puntige statements zonder uitgebreide over- en afwegingen. Dus zeer prettig leesbaar en uiterst informatief. De conclusies zijn minder prettig. Luidt het dogma van de industrie vandaag de dag ‘In 2050 zijn we met 9 miljard – hoe voeden wij al deze mensen’ Emmot kijkt wat verder: 10 miljard. Hij schetst de probleemgebieden die we niet allemaal kennen of ontkennen: de geschiedenis van de steeds snellere bevolkingsaanwas en wat daar de oorzaken van zijn, de temperatuursstijging waaraan de aarde lijdt, het landbouwarsenaal, water en meer. En komt vervolgens tot de conclusie dat er twee oplossingsrichtingen zijn: de techniek gaat ons redden of een radicale verandering van ons gedrag.
“Als wij erachter zouden kunnen komen hoe we ‘kunstmatige fotosynthese’ tot stand zouden kunnen brengen – dus van planten leren hoe we de energie van de zon kunnen gebruiken en omzetten – zou dit wel eens de potentiële energieoplossing voor de wereld kunnen zijn.” En dat is wat zijn laboratorium doet.
Titel |
Tien Miljard. Kan de aarde de mensheid nog aan? |
Van |
Steven Emmot |
Uitgever |
Atlas Contact |
ISBN |
978 90 4502 460 8 |
Verschenen |
september 2013 |
Prijs |
€ 12,50 |
Verkrijgbaar bij |
De boekhandels. En kies nu eens niet voor Bol.com maar koop het bij hen, of via de Libris-webwinkel, dan blijft er ook nog iets voor de boekhandelaar over. |
Voorbeeld van pagina’s uit het boek. Korte krachtige statements en op naar de volgende bladzijde.
|
Veel opmerkingen, statements, zijn zo gesteld dat je ze wel moet aannemen of beamen. Het is daardoor wel vaak jumping into conclusions. Zo van: om aan onze vraag aan energie te kunnen voldoen, moeten we of 1800 enorme stuwdammen bouwen, of 23.000 kerncentrales of 14 miljoen windturbines of 36 miljard zonnepanelen bouwen – of doorgaan met fossiele brandstoffen. En wat bladzijden later – na pagina’s over andere thema’s – luidt zijn conclusie: “Ik had niet gedacht dat ik dit ooit zou zeggen, maar het lijkt er op dat kernenergie de enige bestaande technologie is die het probleem zou kunnen oplossen – tenminste op korte termijn.”
We zullen dus iets anders moeten doen
Het aardige is dat Emmot om het voedselprobleem op te lossen een tweede groene revolutie noemt. Nu moet u hierbij niet denken aan de biologische landbouw. De eerste groene revolutie, na de Tweede Wereldoorlog, heeft ervoor gezorgd dat de landbouw is doorgeschoten tot wat het nu is (kunstmest, bestrijdingsmiddelen). Zo groen was die niet in termen van milieu en ecologie. Dat zegt Emmot ook. En vervolgens laat hij het idee van een tweede groene revolutie voor wat het is.
We zullen dus iets anders moeten doen. Minderen en consuminderen. Klinkt logisch, maar wereldwijde politieke afspraken zijn mislukt. Emmot somt de geflopte verdragen op. Het lukt ons niet om te minderen en de wereldbevolking groeit.
Somber, somber, somber. “Wij zijn het probleem,” staat onder aan bladzijde 191.
Hoe hard de conclusies op de laatste bladzijden ook zijn, uiteindelijk kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat Emmot het onderzoekswerk van zijn labaratorium hoger op de prioriteitenlijst wil hebben. Want ergens schrijft hij (in relatie tot de fotosynthese):
“Maar er is slechts een handvol laboratoria op aarde – zoals het mijne – die zelfs maar zijn begonnen zich hier in te verdiepen.”
Op de keper beschouwd had ook NASA dit boekje kunnen uitbrengen, met als conclusie dat we toch echt moeten investeren in het verhuizen naar Venus.
Hetgeen het boekje overigens niet minder interessant maakt. Integendeel. Stof tot nadenken.