Het telt 168 pagina’s en elke (moes-)tuinier zou dit in de kast moeten hebben. ’34 Planten om mee te tuinieren’ is een soort kookboek. Ditmaal voor het maken van extracten van wat we soms onkruid noemen. Extracten, theeën, koude en warme aftreksels, gieren. Vloeistoffen om te spuiten of om te gieten, maar ik elk geval om gewenste planten sterker te maken en kwalen te bestrijden.
Huppekee, weg met Ecostyle!
Dit tip voor dit boek kwam van Anthonetta van Bergenhenegouwen. Ze las het door en toen ik vroeg: “Hoe zou jij dit boek omschrijven?” zocht ze even naar woorden.
“Het is een heel praktisch boek. Ik ga er zeker recepten van toepassen, want waarom zou je geen natuurlijke meststoffen en bestrijdingsmiddelen gebruiken?” zei ze. Oftewel: Een oordeel hoeft niet intellectueel verantwoord of complex te zijn. Gewoon goed is voldoende. Waarom zou je dure biologische middelen van Ecostyle kopen, als de oplossing eigenlijk voor het grijpen is.
In het voorwoord schrijft Peter Bauwens
dat hij fervent gebruiker is van plantenextracten en “[ze]…. helpen je om op een natuurlijke wijze het evenwicht in je tuin te stimuleren of te herstellen.”En zo is het. Dit boek biedt een breed scala aan recepten voor plantextracten die je zelf kan maken. Eigenlijk een gewoon groentenkookboek, maar dan anders.
Titel | 34 Planten om mee te tuinieren – maak je eigen plantenextracten voor een vitale tuin |
Van | Bernard Betrand, Jean-Paul Collaert, Eric Petoit – vertaling Brigitte Venturi & Janneke Tops |
Uitgever | Uitgeverij Jan van Arkel |
ISBN | 978 906 2240 197 |
Verschenen | juni 2017 |
Prijs | € 22,50 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze webwinkel aan. Hierin werken drie echte boekhandels samen: De Kler (Leiden e.o,), Kniphorst (Wageningen) en Haasbeek (Alphen a/d Rijn). Dus dan verdient de echte boekhandel ook wat. Of ga naar de Groeneboekenshop |
De oorspronkelijke Franse titel is veel leuker: Les plantes au secours des plantes. Planten om planten te redden. Of planten helpen planten. Want ’34 Planten om mee te tuinieren’ is wel een heel erg doordenkertje.
Verboden middelen
Pikant detail in het voorwoord is dat de drijfveer tot het schrijven van dit fraaie boek (toen) nieuwe Franse wetgeving is geweest die het verbood om brandnetelgier en andere natuurlijke alternatieven als bestrijdingsmiddel te gebruiken. Althans, deze moesten aan dezelfde regelgeving voldoen als de middelen uit de chemische industrie. Huisgemaakte middelen die al duizend jaar zijn toegepast werden opeens verboden. Momenteel is dat klimaat wat milder en zijn ze weer toegestaan onder de noemer ‘biostimulanten’.
Maar dit alles heeft geleid tot dit boek, waarbij oude, schier vergeten middelen weer voor het voetlicht worden gebracht.
Na wat inleidende woorden die ingaan op de natuurlijke balans van het ecosysteem, wordt uitgeweid over de werking. Zo, zeggen de auteurs, is een natuurlijk middel als pyrethrum (dat ook in Ecostyle producten zit) niet selectief. Het doodt alle insecten. Maar, zo merken wij op, de werking ervan is maar van zeer, zeer korte duur en als je het spuit op een zwaar belaagde plant, is de kans gering dat je andere insecten doodt.
De natuur heeft tijd nodig In het boek wordt een paar maal ene Raymonde Gal aangehaald. We kennen haar niet, maar zijn nooit te oud om te leren. Kennelijk was ze boerin en gaf ze brandnetelextract via het drinkwater aan haar vee, dat ineens gezonder werd. Google op ‘“Raymonde Gal” ferme vaches’ levert voornamelijk alleen de Franse titel van dit boek op (scribd.com) en een paar curieze referenties: In dit onderzoek naar brandnetels wordt ze een oude boerin genoemd die men twee maal heeft gesproken en in deze afstudeerscriptie wordt ze ‘auteur van vele werken’ genoemd (ja,ja).
De boeren van De Groote Voort (Remeker kaas) hebben kruidenrijke weiden. De koeien bepalen zelf, al naar gelang behoefte, welke kruiden ze eten en in welke hoeveelheid. Dat is nog natuurlijker. Er wordt daar geheel geen antibiotica meer gebruikt.
Afleren
Wie overstapt naar het gebruik van deze natuurlijke middelen moet afstappen van het idee:
1. Ai! Ik zie een plaag,
2. het probleem constateren,
3. om advies vragen of opzoeken,
4. middel toepassen.
Door regelmatig plantenextracten te gebruiken bij gietbeurten of soms als nevel te spuiten, worden planten gezonder en sterker. Je gaat preventief tewerk in plaats van curatief, zoals dat heet.
Het koken
Nou ja, koken. Het bereiden van de middelen. Tegenwoordig heet alles fermenteren. Dat klinkt mooi, maar het is gewoon rotten. In het tweede hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u dat zelf kunt doen. En ook over filtreren en het opslaan van de huisgemaakte middelen. Want als je een speciekuip vol brandnetelgier hebt, kun je het laten doorrotten of luchtdicht opslaan.
De bag-in-box komt hier om de hoek kijken. U weet wel, die dozen wijn met zo’n handig tapkraantje.
Naast de rot-zooi zijn er ook afkooksels: het koken van plantenresten. Ook hier worden tips aan de hand gedaan, zoals het 24 uur lang tevoren laten weken van de planten die je wilt koken.
De 34 planten
Na de algemene instructies over de wijze van bereiding, worden de 34 nuttige planten stuk voor stuk beschreven. De Grote Vier (grote brandnetel, heermoes, smeerwortel en varen) worden met de nodige egards het eerst behandeld. Daarna gaat het van absintalsem, boerenwormkruid, citroenmelisse enzovoorts tot wilde marjolein en zeepkruid.
Bij elke plant: Plantbeschrijving, teelt, eigenschappen, werkzame stoffen, gebruik: thee, gefermenteerd extract, koud aftreksel, afkooksel.
Aan de voet van de pagina staat in de vorm van een pictogram waar ze goed voor is. Ongediertebestrijding, schimmelbestrijder, plantverbeteraar, bodemverbeteraar, compostverbeteraar. (Zie hierna de voorbeeldpagina van heermoes.)
De praktijk
We hebben dit jaar (2017) vreselijk veel last van mollen en woelmuizen. Mooi, zou je zeggen, het is een teken dat je ook wormen in de grond hebt. Ja, fijn. We zien in dit boek dat kruisbladwolfsmelk tegen mollen en woelratten helpt. We moeten een gefermenteerd extract maken en die sproeien over de gebieden waar we telen. Dat moeten we in 2018 maar eens gaan proberen.
Deze zomer hebben we ook een fikse aanval gehad van de koolgalmug. Zeg maar een cohort koolgalmuggen. Hier vinden we in dit boek helaas niets specifieks tegen. Maar wel middelen tegen slakken. Aftreksel van rabarberblad zou daar goed moeten tegen werken. En ook de kruisbladwolfsmelk.
Witte vlieg hebben we vaak in de serre. Daar staat een zeker drie meter hoge boomtomaat. Afkooksel van klimop schijnt te helpen. Nu gebruiken we een Ecostyle-middel met, ja, pyrethrum.
In de slothoofdstukken wordt door een denkbeeldige tuin gewandeld en aangegeven waar je wat zou kunnen gebruiken. Leuk, ontwapenend en tegelijkertijd bevredigend is dat er aandacht wordt besteed aan het meten van de werking. Je kunt wel heel veel jeneverbesaftreksel gebruiken, maar werkt het? En naar verwachting?
Achterin staan handige tabellen die je kunt gebruiken om te zien welke middelen je tegen welke kwalen je kan gebruiken. Keurig. De index is ook in orde. Maar, zoals al eerder geconstateerd, niets tegen de koolgalmug. Maar wie weet, als we volgend jaar steevast versterkende middelen op het koolbed toepassen, dat de gevolgen van de aanvallen minder zijn. We gaan het beleven!
Ik doe dit al jaren en meestal werkt het goed, soms is niets afdoende.
Het brandnetelextract dat gemeld wordt voor de koeien moet een brandnetelaftreksel (soort koude thee) zijn en moet niet verward worden met brandnetelgier. Volgens de fytotherapie is brandnetel een behoorlijk allround middel met stimulerende en regenererende werking, en het is een lactagogum (goed voor de melk)