Alweer enige weken geleden verscheen het decembernummer van dit digitale tijdschrift. Meer en meer mensen, die hun sporen op tuingebied hebben verdiend, leveren een bijdrage.
We hebben geen idee hoeveel Smultuinen er inmiddels zijn verschenen, maar we weten dat Claudia Reina, de initiatiefneemster, stug doorgaat op deze nieuwe weg. En het aantal abonnees neemt gestaag toe. Toegegeven, ook voor ons was het ooit wennen: een digitaal tuinblad. Maar we kunnen niet achterblijven in een wereld waar bij wijze van spreken in elk huishouden wel twee tablets (iPad, Samsung Galaxy of hoe ze mogen heten) en/of eReaders liggen.
Het ontbreekt er nog aan en Peter Bauwenspubliceert ook in dit blad. Niet dat we iets tegen Peter hebben, integendeel, maar we hebben op twee op papier gedrukte tuinbladen een abonnement en daar publiceert hij in. De eerste is OET, de anderTuinen van Eden. Die laatste vinden we het aller- allermooiste tuinblad. Kwalitatief hoogstaand en het doet niet mee met de papieren zapcultuur: Het mag gerust tien pagina's lang over een plantengeslacht gaan. Of een fraaie tuin. Andere tuinbladen zijn zoooo oppervlakkig. Ze raken een onderwerp aan, vermijden de diepgang en daar sta je dan als lezer.
|
|
|
|
De voordelen van een e-zine
Het ontbreekt er nog aan dat Peter Bauwens ook voor Smultuin schrijft
Een digitaal magazine als Smultuin kent geen paginalimiet. Er worden geen pagina's gedrukt, dus tien of twintig meer kost niets extra's. Een ander voordeel van een e-zine is dat bladen als Groei&Bloei, Bloem& Plant, Tuin&Co, Buitenleven, Landleven enzovoorts je als lezer laten zitten met een naam en in het gunstigste geval een domeinnaam (website). Smultuin barst van de hyperlinks. Dus staat er dat je bij MergenMetz veel groente-informatie kunt vinden dan klik je gewoon op de hyperlink MergenMetz.
Smultuin valt qua uitvoerigheid in dezelfde categorie als Tuinen van Eden. Een abonnement (twaalf nummers) kost € 28 (aan die psychologie van de straat – 27,99 – doen we niet mee). En, heel handig voor tablets en beeldschermen, het is in liggend formaat.
Titel |
Smultuin |
Van |
Hoofdredactie Claudia Reina |
Uitgever |
Leon10e Design |
ISSN |
211-4084 |
Verschenen |
oktober 2012 |
Prijs |
€ 27,99 (12 nummers, jaarabonnement) |
Verkrijgbaar bij |
Mail voor een abonnement of proefnummer. Of kijk op Smultuin. |
Decembernummer 2012
Genoeg over de voordelen. Een voorbeeld van de inhoud. Op dewebsite van Smultuin treft u een overzicht aan, we beperken ons hier tot wat ons opvalt.
Een van de vaste schrijvers is Peter Kouwenhoven, die ook in De Tuinliefhebber en Fructus publiceert. Zijn bijdrage beslaat, in tegenstelling tot wat we hiervoor schreven, effectief twee pagina's. Maar uitzonderingen bevestigen de regel.
Uiteraard treffen we het recept aan van de granaatappelcake die ook op de omslag prijkt. Maar ja, de granaatappel groeit misschien wel als kuipplant in Nederland, maar levert geen substantiële vrucht (kunnen we uit ervaring zeggen). Een paar bladzijden verder staan mooie winterreceptenmet spruitjes en boerenkool. (Het isSmultuin, hè. Dus er wordt niet alleen getuinierd, ook gegeten.). Het onderdeel Smultuinlessen is een noemer waaronder allerlei valt. Gezien het decembernummer staat er wat er in de winter is te doen of kan worden geoogst. Ook aan tuinieren zonder tuin wordt niet voorbij gegaan.
Monique Nuijten vult in dit nummer vijf bladzijden – met foto's – van haarVolkstuindagboek en verderop verliest ze zich in haar passie: rozen. Ze heeft er 39 verschillende in haar volkstuin staan. Wat ons bijzonder in dit nummer aanspreekt is het artikel vanherborist Deborah Megens over demariadistel. Wikipedia (de hyperlink hiervoor) is kort van stof over deze plant, Megens uitvoeriger. Leuk!. Toeval of niet? Een dikke tiental bladzijden verder gaat het over rozenbottels; voor de sier maar zeker ook om te eten.
Tuin- en kookboeken is business. Of hetbig business is weet ik niet, maar er verschijnen er ieder jaar heel veel. In een bladzijde of acht wordt er een aantal doorgenomen.
Wat wij zelf heel erg handig vinden, zijn de pagina's adressen en digitale bronnen, achterin. Huppekee, klik en je bent waar je wilt zijn. (Dit in tegenstelling tot een op papier gedrukt blad.)