Over wijn in de zeventiende eeuw

‘Geheimen van de wijnkelder’ gaat over een vondst van een zeventiende-eeuws, handgeschreven document met recepten om wijn goed te houden. De ondertitel luidt: Gids voor de ervaren en verstandige wijnliefhebber, anno 1700. Wijnhistoricus Mariëlla Beukers schreef er een leuk en boeiend boek over.

Leestijd: 6 minuten

Inhoudsopgave

De familie van Van den Broe(c)ke heeft driehonderd jaar een schriftje – de auteur noemt het katerntje – bewaard. Het heet Notitie van Wijnen. Het bevat vijfendertig recepten om wijn te behandelen. Mariëlla Beukers kwam in contact met de huidige eigenaresse en vond het dermate uniek, dat het moest worden gepubliceerd. En terecht.

“Want over de geschiedenis van wijn in Nederland is nog zoveel te leren en te onderzoeken!” schrijft Beukers. Wij kunnen daar niet over oordelen, we drinken wijn en houden van geschiedenis. Maar we weten weinig over wijngeschiedenis, anders dan dat sommige wijnen heel lang moeten liggen voor ze goed en wel op dronk zijn.

Het boek is rijk gelardeerd met afbeeldingen van oude kunstwerken en prenten, die uiteraard in verband staan met de belevenis van wijn. En als je alleen die al bekijkt, dan is het duidelijk dat we hier te maken hebben met een vrij onbekend aspect van onze culinaire geschiedenis.

We kijken voor recensies nooit op de achterflap, maar voor het lezen van het ISBN nummer was het nu nodig. Het oog valt op de zin: “Na het lezen van deze geschiedenis kijk je nooit meer met dezelfde ogen naar dat flesje wijn in de koelkast.” En zo is het. Wij hebben het met plezier gelezen. Dit pakweg honderd pagina’s tellende boek beperkt zich tot de gebruiken rond de wijn in de 17e à18e eeuw en natuurlijk de Notitie van Wijnen. De feestmaand nadert, dus: leuk om te krijgen of leuk om te geven. Of koop het gewoon voor jezelf.

TitelGeheimen van de wijnkelder
VanMariëlla Beukers
UitgeverHet Zwarte Schaap
ISBN978 94 9282 1287
Verschenen24 juli 2024
Prijs€ 17,95
Verkrijgbaar bijAlle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze aan. Dan verdient de echte, betere boekhandel zelf ook nog iets.

De Baarspartij is (ook) de naam van het jaarlijkse culturele uitje met maaltijd van het literair genootschap Diversa Sed Una, dat echter in 1816 is opgericht en nog steeds bestaat. Kennelijk waren er voor die tijd al baarspartijen…..

Je zou kunnen zeggen dat dit boek in drie delen is opgebouwd: allereerst onderzoekt Beukers de levensloop van het katern, dan gaat het in meer algemene termen de rol van wijn in de 17e en 18e eeuw en tenslotte wordt Notitie van Wijnen afgedrukt, hertaald en toegelicht.

Familie in suiker

Het begint bij de protestantse suikerraffinadeur Pieter van den Broecke, die in 1585/6 uit Antwerpen naar het noorden trok en in het huidige Nederland kwam. Het is een familie in suiker met leuke kennissen en vrienden, zo lezen we. Alleen al door te googelen op De drie Suuykerbrooden gaat een bijzondere wereld open. Maar een honderd jaar later sloegen de nazaten van Pieter een andere richting in, o.a. ook een verzekeringsbedrijf. Beukers beoordeelt stijl en handschrift en concludeert dat het boekje van Guilliam van den Broeke (zonder c) of een van de dames uit zijn familie stamt. Niemand zat in de wijnhandel, dus dienden de recepten de eigen wijnvoorraad.

In het boek staat dat de onderneming van de familie Van den Broecke, De Drie Suikerbrooden aan de Egelantiersgracht was. De kooplieden zelf woonden aan de Oudezijds Voorburgwal. We weten dat in Amsterdam zo’n beetje alle gevelstenen zijn vastgelegd en gedocumenteerd. Bij Beeldbank Cultureel Erfgoed vinden we ‘drie suikerbroden’ aan de Nieuwezijds Voorburgwal 67. Googelen met ‘drie suikerbroden’ en Egelantiersgracht levert niets op.

Wijngeschiedenis

Nu de herkomst met een grote waarschijnlijkheid is vastgesteld, vertelt Beukers over de wijnen die rond 1700 te verkrijgen waren en wat ze kostten. Rijnwijnen, Riesling bestond toen (net), Elbling was daarvoor gangbaar maar die druif leverde te simpele wijnen. En er kwamen rode wijnen uit Frankrijk. Uiteraard. En we leren over ‘stomme’ waarmee inferieure wijn werd opgepept. Ook toen. Beukers laat de wijnmaakprocessen van toen en nu de revue passeren. En vermoedelijk dronken de Van den Broekes ook Spaanse wijnen, schrijft ze. Spaanse wijnen werden vanaf 1660 rap populairder als gevolg Franse exportheffingen. (Leuk: misschien ken je de zoete PX, Pedro Ximénez wel, een dessertwijn. Die werd toen Piersemijn genoemd.)

Teletijdmachine

Beukers legt veel uit, er is dan ook verbazingwekkend veel te vertellen. Ook hoe je wijn moet beoordelen en hoe je het kocht: hoppa, per vat! Of gebottelde fles?  En over wijn-spijscombinaties en we moeten de rode wijn van Guyenne hebben (omgeving Bordeaux). Enfin, als de teletijdmachine zou bestaan, dan kon je, nadat je dit allemaal tot je hebt genomen, zo naar 1700 gaan en je als wijndeskundige profileren.

En de regels om wijn te beoordelen van toen, kan je ook nu toepassen. Zoals: “Laat u niet verleiden tot het eten van kaas en noten in het proeflokaal. Dat zal uw smaak misvormen.”

Tripadvisor

Veel van toen lijkt ook nu op te gaan. De vorm is wellicht anders, maar het doel is hetzelfde. Nu hebben we Tripadvisor, toen al waren er reisgidsen, en, zo lezen we, in een Franse reisgids wordt verwezen naar een Amsterdamse herberg met uitstekende wijn.

Beukers pakt flink uit over de geschiedenis van wijn en wijn drinken in de zeventiende en achttiende eeuw. Het is vermakelijk leesvoer, dat je, inderdaad met een goed glas wijn tot je kan nemen. Wat we begrijpen is dat er in die tijd best wel een aantal boeken waren verschenen over wijn en hoe je die goed kon houden. En dan moet het betreffende katerntje Notitie van Wijnen nog komen.

Katerntje Notitie van Wijnen

Dit laatste deel van het boek bevat de afdruk van de originele tekst en de verklaring door Beukers. Er staan diverse recepten in, waarvan drie voor wijn die zuur is geworden. Maar ook voor wijn die lang of vet is geworden, voor wijn die moet arbeiden of strijken. Het zijn termen die we niet meer kennen (nuancering: ik ken ze niet), maar toen vrij normaal waren. Het wordt allemaal uitgelegd.

We geven hieronder, met recept nummer 29 een voorbeeld. Dan heb je een indruk.

Het is een erg leuk boek. Tot op de allerlaatste bladzijde. Daar zijn de maten en gewichten van toen verklaard. Een ‘mutsje’ (150 ml) is misschien nog in gebruik, zeker in de context van ‘slaapmutsje’ nemen. En we kennen ‘pint’ natuurlijk ook. Een Britse-Ierse pint is 0,568 liter. De pint in Nederland van toen 0,6 liter. Dat scheelt een slok.

1 okshoofd = 1,5 aam = 4 anker = 4 x 38,4 liter. Van die dingen. Leuk toch? 🙂

Plaats een reactie