Dave Goulsen schetst in heldere taal de toestand van onze aarde en in het bijzonder het insectenleven. Die staan immers aan het begin van onze voedselketen, maar zijn de afgelopen decennia in aantal fiks teruggelopen. Hoe komt dat? En wat kunnen we er aan doen?
Dave Goulson – ook wel bekend als de Engelse ‘hommelprofessor’ – combineert gedegen kennis van de insectenwereld met een meer dan vlotte pen. Van zijn eerdere boeken bespraken we ‘De Tuinjungle’; het is een pleidooi voor natuurlijke, gifvrije tuinen om broodnodige leefruimte te bieden aan insecten. Een aanrader uit 2019.
Recent verscheen Goulson’s nieuwe boek ‘Stille Aarde – hoe we de insecten van de ondergang kunnen redden’ en dat is ook een aanrader. Meer nog dan zijn eerdere boeken is dit allesomvattend, passievol en overtuigend. Met ziekmakende inkijkjes in de belangen van de pesticidenindustrie, maar ook met concrete handvatten over wat we kunnen doen. Lees dit boek!
Even dacht ik: “Dat is het zoveelste boek van Goulson. Wat heeft die man nu weer te melden, behalve meer van hetzelfde?” Toegegeven, zijn thematiek is onveranderd: de wereld van insecten in het algemeen en hoe die achteruit holt in het bijzonder. Maar toch is dit boek een goede keuze omdat het zorgvuldiger geschreven lijkt, vollediger, doordachter, samenhangender, allesomvattender.
Het is minder kabbelend dan sommige van zijn eerdere boeken; ook minder een samenraapsel van anekdotes. En het leest nog altijd als een trein en is geen loodzware kost – deze man kan simpelweg erg goed schrijven. De Engelse titel Silent Earth verwijst naar het baanbrekende boek Silent Spring van Rachel Carson uit 1962.
Op de kaft van Stille Aarde zien we een strak en kaal landschap zonder leven. (Het heeft wel iets van het terrein van de boer achter ons erf. Gele maisakkers, weiland met Engels raaigras. Alleen de Heelsumse Beek is niet strakgetrokken.) De Engelstalige ondertitel spreekt van een Insect Apocalypse. Dat is iets heftiger dan de ‘ondergang’ waarvoor in de Nederlandse vertaling is gekozen.
De urgentie die Goulson wil overbrengen is in alle aspecten van dit boek voelbaar. En terecht: Het verlies aan biodiversiteit, dat zich in de insectenwereld zo scherp aftekent en wordt veroorzaakt door ons, mensen, is schokkend en brengt al het leven op aarde (dus ook het onze) in gevaar. Insecten staan aan de basis van de voedselketen. Geen insecten, geen leven. Echt, lees dit boek.
Titel | Stille aarde – Hoe we de insecten van de ondergang kunnen redden |
Van | Dave Goulson – vertaald uit het Engels door Nico Groen |
Uitgever | Atlas Contact |
ISBN | 978 90 450 4384 5 |
Verschenen | augustus 2021 |
Prijs | € 24,99 |
Verkrijgbaar bij | Kies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze. |
Waarom insecten ertoe doen
Het boek valt uiteen in een aantal blokken. Als eerste: ‘Waarom insecten ertoe doen’.
Dit is relevant, omdat ik mensen om me heen nog wel eens hoor zeggen dat het eigenlijk wel fijn is dat al die insecten uitsterven.
“Je hebt er toch alleen maar last van: wespen, mieren, kakkerlakken, muggen, vliegen – Ongedierte is het allemaal!”
“Vlinders, oké, die zijn mooi, maar natuurlijk wel een beetje nutteloos.”
En bijen?
“Ja, die hebben we nodig voor de honing, maar toch zeker niet al die verschillende soorten?”
Ook Goulson wordt blijkbaar regelmatig geconfronteerd met dit soort meningen. Hij schrijft daar smakelijk over in de eerste hoofdstukken van zijn boek. Ook is zelfkritiek hem niet vreemd: Het lukt de insecten-deskundigen, waaronder hijzelf, niet goed genoeg om uit te leggen waarom insecten nou zo belangrijk zijn. Dus hij doet in dit boek opnieuw een poging.
Met stip op 1: Insecten zijn een vitale link in de voedselketen. Zonder insecten hebben veel andere dieren niets meer te eten.
Nummer 2: 87% van alle plantensoorten kan niet zonder bestuiving door dieren, meestal insecten. Achteruitgang van de insecten zou dus een achteruitgang van wilde planten betekenen, waarvan weer planten-etende dieren leven, die dus ook weer achteruit zouden gaan. Oftewel, ook indirect verzorgen insecten een belangrijk deel van de voedselketen. En, egoïstischer gedacht, ongeveer driekwart van de voedselgewassen van de mens wordt door insecten bestoven. In China zijn ter vervanging van massaal stervende bijen al mini-drones ingezet om gewassen te bestuiven. Maar vinden we dat serieus de weg die we moeten gaan?
Het bewijs van de achteruitgang
Alle grafiekjes vertonen een dalende lijn. De meeste scherp. En dan te bedenken dat we van het overgrote deel van de insecten op aarde, en voor het overgrote deel van de tijd, nauwelijks gegevens hebben. Nederlandse wetenschappers hebben aan de hand van exemplaren van vlinders in musea een schatting gemaakt van de achteruitgang van het aantal vlinders in eigen land. Hieruit blijkt dat de grootste achteruitgang al tussen 1890 en 1960 plaatsvond, ruimschoots voor de meeste tellingen van insecten überhaupt begonnen!
Dat raakt ook aan een fenomeen dat shifting baseline syndrome wordt genoemd: Iedere generatie groeit op in een omgeving die voor hen normaal is. Het viel mij, opgroeiend in de jaren 1970-1980, niet op dat er in mijn wereld substantieel minder insecten leefden dan in diezelfde wereld in de jaren 1940-1950, toen mijn ouders kinderen waren. Ik wist immers niet beter. Iedere keer is er een nieuwe normaal.
En zelfs achteruitgang die zich binnen ons leven afspeelt, maar over langere tijd, is soms moeilijk te bevatten.
Het gaat sluipenderwijs, en laten we wel zijn, de meeste insecten vallen ons ook nauwelijks op. Het meest krachtige beeld is toch wel die autoruit die na een rit in voorjaar of zomer bezoedeld is met dode insecten. Dat herkennen veel mensen van mijn leeftijd. Maar als mijn kinderen groot zijn is dat ijkpunt ook verdwenen.
Oorzaken van achteruitgang
Goulson neemt zijn lezers vervolgens mee door de verschillende oorzaken van de achteruitgang van de insecten. Afkalvend leefgebied, landbouwgif dat overal in doordringt en tegenwoordig alom aanwezig is, monoculturen en overbemesting, lichtvervuiling, ziekten en plagen of invasieve exoten die ravages aanrichten in toch al verzwakte populaties. En dan komt de klimaatverandering daar nog bij. Het moge duidelijk zijn; er is niet één oorzaak aan te wijzen. Vaak is het een combinatie van factoren.
Soms is er bij bepaalde insecten een specifieke reden die dat diertje echt de das om doet. Maar we begrijpen er maar bar weinig van. De aantallen en soorten hollen achteruit – Maar waarom? Waardoor?
Daar grip op krijgen is een belangrijke stap op weg naar het ombuigen van de negatieve trend. Dat het met veerkracht te maken heeft is ondertussen helder. Een dier dat toch al verzwakt is door bijvoorbeeld voedselgebrek of landbouwgif, bezwijkt sneller als er ook nog een periode van slecht weer is. Met alle door mensen veroorzaakte negatieve invloeden komen ondertussen steeds meer insecten (en andere dieren) in buurt van dat omslagpunt.
De toekomst – dystopie of kan het nog anders?
Goulson neemt in één hoofdstuk de vrijheid om een dystopisch toekomstbeeld te schetsen, waarin alle gewassen met de hand bestoven moeten worden, er honger is, malaria en andere plagen in Engeland heersen. Maar hij blijft gelukkig niet hangen in de somberte. In de laatste hoofdstukken van het boek schakelt hij over naar zijn ideeën over hoe het tij nog kan worden gekeerd. Sterk samengevat zegt hij dit:
- Geef thema’s zoals biodiversiteit, natuur en landbouw een meer nadrukkelijke plaats in het onderwijs.
Stem op een groene partij. En zegt het voort: overtuig één ander persoon in je omgeving van het belang van biodiversiteit, het redden van de natuur en het beschermen van het milieu. Slechts één, die vervolgens weer één en die weer één overtuigt – en we kunnen allemaal ons steentje bijdragen. Er zijn al tekenen dat het beeld bij veel mensen begint te kantelen. - Vergroen de steden. Het voordeel van insecten is dat ze overal voorkomen, en je ze dus ook overal kunt helpen. Tuinen, parken, bermen, schoolpleinen, rotondes, kerkhoven: allemaal kunnen ze insectvriendelijk gemaakt worden. Het is niet moeilijk. Plant bloemen die goed zijn voor bestuivers. Gebruik geen gif. Kies voor inheemse planten die ook larven van voedsel kunnen voorzien. Maai minder en later in het jaar. Maak een (mini) vijver. Creëer rommelige hoekjes, beschutte plekjes, en huisjes voor de dieren.
- Vergroen de landbouw. Wereldwijd bestaat 40% van het landoppervlak uit landbouwgrond; in een land als Engeland zelfs 70%. We kunnen echt tegelijkertijd voedsel verbouwen en de natuur een handje helpen. Natuurinclusief boeren. De intensieve, grootschalige industriële landbouw is niet meer houdbaar en het gebruik van gifstoffen moet worden verboden.
- Versterk de natuur. Behouden van wat we nu hebben is belangrijk, maar het is een status quo op een te laag niveau. Geef gebieden waar de landbouw marginaal is terug aan de natuur (rewilding). Benoem veel grotere gebieden tot natuurgebied. Bescherm de dieren veel nadrukkelijker, ook de minder opvallende soorten. Tegelijkertijd zal vergroening van de landbouw ook de natuurwaarden op het boerenland sterk verhogen.