Modeste Herwig deed een praktisch en behoorlijk compleet boek verschijnen over het zelf maken van diverse theeën, sorry: tisanes. Want dat is de naam voor kruidendranken anders dan van de echte theeplant. Voor veel tuinvrouwen of -mannen is dit boek een uitkomst. Voor ons in elk geval wel.
Elke tuin is een theetuinMenigeen heeft planten in de tuin staan die met blad of bloem een mooie, en vaak ook heilzame thee maken. En daar gaat dit boek over. Elke tuin is een theetuin.
Dit boek biedt een overzicht van een veertigtal algemeen verkrijgbare tuinplanten waarmee zelf tisanes kunnen worden gemaakt. Bovendien staan er recepten en recepten voor mengsels in. Het mooiste is voor het laatst bewaard: een aantal tuinontwerpen of -pjes met beplantingsschema’s. Dat maakt dit een praktische leidraad voor wie nu eindelijk eens zelf kruidenthee uit eigen tuin wil maken.
De nog geen vijftien euro voor dit boek is goed besteed. De korte, bondige stijl maakt het dat u ongetwijfeld deze zomer en het najaar zelf veel kruidendranken gaat maken. En natuurlijk ook de jaren daarna.
Titel | Thee Tuin – Zelf theeplanten kweken, oogsten en mengen | |
Van | Modeste Herwig | |
Uitgever | Forte Groen | |
ISBN | 978 94 62 5011 26 | |
Verschenen | mei 2016 | |
Prijs | € 14,95 | |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we de Libris-webwinkel aan. |
Onze eigen ervaring
Vorig jaar werden we door de herboristen
Anthonetta en niet in de laatste plaats mrs. M aangemoedigd allerlei planten en bloemen te drogen. Voor kruidentheeën, sorry, tisanes.Dus werden gedroogd: korenbloemen, goudsbloemen, monarda, borage, diverse soorten muntbladen, brandnetel, citroenmelisse, kamille en meer.
Ooit hadden we bij Nel Schellekens van De Gulle Waard (sluit eind 2016) pakjes heerlijke kruidenthee meegenomen. Maar hoe meng je dat? In welke verhoudingen?
We aarzelden en aarzelen nog steeds. De kans dat al het noeste droogwerk als een ondrinkbaar goedje in het gootsteenputje verdwijnt, weerhoudt ons. Sindsdien staat er een batterij potten gevuld met groen, grijsgroen en kleurige bloemblaadjes en wagen wij ons sporadisch aan het maken gemengde kruidenthee. Die het niet halen bij die van Nel.
Voor ons komt dit boek als een geschenk, want na single origin theeën, komen achterin een aantal leuke mengsels aan bod.
Het boek
Oogsten is snoeienHet is geen dik boek en telt 128 pagina’s, waarvan slechts enkele aan het begin aan algemene zaken zijn besteed. Na de beknopte inleiding over thee (van de camellia sinensis) en tisane (aftreksel van al de andere kruiden), gaat het over oogsten. In elke tuin staan theeplanten als witte dovenetel, madeliefjes, hondsdraf – die alle niet veel smaak geven, lezen we – en als we zin hebben kunnen we wortels van angelica (niet voor niets ‘engelwortel’ genoemd), echinacea (zonnehoed) en dergelijke opgraven. Stukjes rode biet en wat saffraan (crocus sativus) geven kleur. Voor een telg van de familie tuinboekenschrijvers
is het niet vreemd op te merken dat het oogsten van theekruiden tevens de gelegenheid is om planten bij te knippen. Oosgten is snoeien.Weet wat je plukt
In een geweldig boek als Eetbare Wilde Planten staat een lijst van gevaarlijke planten. In dit boek neemt Modeste een lijst op van tuinplanten/cultuurplanten die men ook beter niet kunt gebruiken voor thee. Ze zijn giftig. We noemen bijvoorbeeld het peperboompje (daphne), ridderspoor, of kerstroos (helleborus).
Over de geneeskrachtige eigenschappen is Modeste kort. Het is ook geen boek dat voor dat doel is geschreven. Op pagina 13 staat een lijst met kwalen en de kruiden die daartegen behulpzaam zijn. Eigenlijk wel zo makkelijk. Hoofdpijn? Ah, dan maken we thee van chrysant – nee, hebben we niet in de tuin -, dan maar duizendblad. Daarvan staat er genoeg.
Waarom die planten tegen de kwalen werken is onduidelijk. Daarvoor moet u toch echt bij een herborist zijn.
Smaken en geuren
Dat is de titel van het laatste inleidende hoofdstuk. Bijzonder handig. Het kan ons dilemma, wat we hierboven schetsten, enigermate oplossen. Modeste geeft lijsten met zoete, bittere, scherp/prikkelende kruiden. Daarbij een recept voor een oppeppende tisane van citroengeranium, gembermunt en lavendel.
Twee pagina’s per plant
Van pagina 18 t/m 97 is gereserveerd voor de beschrijving van de planten. Dat zijn 80 pagina’s dus 40 kruiden. Te beginnen met de aardbei en het eindigt met zwarte en rode bes.
Naast een beknopte, door pictogrammen ondersteunde plantbeschrijving (vergelijk de stekers bij tuincentra) ook een uitgebreidere beschrijving. Daarna altijd een of twee theetips – tisanetips. Zo lezen we bijvoorbeeld dat brandnetel, vanwege haar krachtige smaak een geliefde plant is en mooi combineert met munt, citroengras of basilicum.
In de kolom ‘Thee maken’ staat precies beschreven welke delen van de plant op welk moment moeten worden geoogst, hoe de smaak is en hoe de thee moet worden bereid. Dus ook hoe lang ze moet trekken.
Heel helder en duidelijk. Dus morgen snoeien we meteen alle brandnetels weg – oh nee, dat is ook een mooie waardplant voor veel vlinders…. Ai, dilemma. Nou vooruit, een paar planten dan.
Het mooiste voor het laatst
Recepten voor tisanes, mengesels van kruiden die bovendien nog een naam hebben gekregen als ‘zomerbloementhee’, ‘zoete vlierbloesemtisane’ (nu – primo juni – maken), ‘filupendula droom’ en meer van dat moois. Ook drie recepten voor ijsthee.
Hierna wat algemene tips voor het zetten van thee: wat heb je nodig (theebuiltje), hoe heet moet het water zijn (80-85o C), hoeveel water op hoeveel kruiden, bloemen trekken korter dan bladeren, En wortels? Ja, ook dat staat er.
Natuurlijk ook het oogsten, drogen en bewaren. Wij hebben een droger van Solis gekocht – de foto’s in dit boek laten hetzelfde apparaat als wij hebben zien – , maar in het blad Seizoenen stond een zonnedroger om zelf te bouwen.
Maar dan komt het! Je heet Modeste Herwig of niet: tuinontwerpen en plantadviezen. Makkelijke theeplanten en ook planten die het goed doen in de halfschaduw. Plus vier tuinontwerpen of moeten we ontwerpjes schrijven. Met beplantingschema. Hiernaast zijn er twee afgebeeld.
U bepaalt natuurlijk zelf hoe groot uw theetuin wordt, want in de ontwerpen wordt veelal uitgegaan van één plant. Maar niets weerhoudt de mens om dit dubbel zo groot te maken, of meer.
De laatste bladzijden voor de trefwoordenindex beslaan een grote tabel met planten. Overwegend wel de soorten die in het boek worden beschreven, maar dan ook de cultivars. Zo heet dat. Dus bijvoorbeeld zeventien munten. Met de hoogte die ze bereiken, de bloeimaand, de bloemkleur et cetera. En het aantal per vierkante meter.
Dat maakt het boek compleet. U kunt uw eigen theetuin aanleggen. Sorry, tisanetuin.