Vogels – De veranderende kijk op vogels in de kunst

De auteur van dit boek, de ornitholoog Roger Lederer, laat zien hoe door de eeuwen heen vogels in de Westerse wereld werden geportretteerd. Het bevat heel veel bijzonder fraaie afbeeldingen en is alleen daarom al zeer hebbenswaardig.

Bij mijn ouders thuis, in de hal, hangt een foto van mij, met blote beentjes en een dik buikje. Ik moet drie geweest zijn. Ik houd een grote verrekijker voor mijn ogen. En omdat oude vogelliefde niet roest waag ik me bij De Tuinen van MergenMetz af en toe aan een recensie van een mooi vogelboek. Zelfs als dat de onderwerpen die we meestal belichten een beetje oprekt.

Dit boek – simpelweg ‘Vogels’ geheten – is vooral een prachtig boek om in te bladeren. Het bevat veel reproducties van schitterende vogeltekeningen. De teksten zijn van minder gewicht, maar misschien ook van minder belang. Let op: Titel en kaft suggereren een boek dat over vogels in de kunst gaat, maar in feite is de focus smaller. ‘Vogels’ geeft een overzicht van hoe vogels afgebeeld werden en worden, specifiek met als doel ze te herkennen, of in ieder geval ten dienste aan de wetenschap.
Natuurgetrouw dus, realistisch. En eerlijk is eerlijk, dat vindt de ware vogelliefhebber toch fijn? De legio andere manieren waarop vogels in de kunst verschenen vind je er niet in terug.

Door de eeuwen heen zijn er veel prachtige tekeningen van vogels gemaakt. De kwaliteit daarvan, de nauwgezetheid, maar ook de technische mogelijkheden, veranderden gaandeweg. In die opeenvolgende generaties vogeltekeningen zie je de ontwikkeling van de wetenschap terug. En natuurlijk ook de verbreding van ons wereldbeeld en daarmee het kleiner worden van de wereld.
De eerste vogelschilders tekenden vaak vogels die ze nooit zelf hadden gezien. Of ze gebruikten opgezette exemplaren. Maar de huidige generatie reist de wereld over en heeft de beschikking over overdadige hoeveelheden foto’s en filmmateriaal.

In ‘Vogels’, gemaakt door de Amerikaanse emeritus professor in de ornithologie Dr. Roger J. Lederer, volg je die ontwikkeling in tien chronologische hoofdstukken die in elkaar overlopen. In iedere periode worden meerdere kunstenaars uitgelicht (totaal veertig).

Voor de duidelijkheid: Je koopt dit boek vooral voor de platen. En die zijn dan ook schitterend. Het geld meer dan waard.

TitelVogels – De veranderende kijk op vogels in de kunst
VanDr. Roger J. Lederer (vertaald door Rien Meijer)
UitgeverNoordboek | HL Books
ISBN978 90 561 580 71
Verschenen19 november 2021 (Nederlandse editie)
Prijs € 39,90 (een koopje voor zo’n mooi boek)
Verkrijgbaar bijKies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze.

Historiek bladert het boek in een minuut door. Dan heb je meteen een korte indruk.

Drie bekenden

Uiteraard is er in dit boek aandacht voor de – voor de iets meer ingewijden – zeer bekenden: Audubon, Peterson, Jonsson. Dat zijn voor ons Westerlingen toch wel de grote drie. Blijkbaar moet je achternaam op -on eindigen om een beroemd vogeltekenaar te kunnen worden.

De tekeningen van Lars Jonsson (geboren in 1952 en daarmee meteen ook een van de jongste kunstenaars in dit boek) sieren mijn dagelijkse vogelgids. Ze zijn zo vertrouwd geworden dat je ze bijna niet meer werkelijk goed bekijkt. Maar het zijn wondertjes van helderheid, duidelijkheid, scherpte. Ongelofelijk knap. Het maakt meteen duidelijk dat een goede tekening zoveel meer informatie kan overbrengen dan een foto. Jonsson maakt overigens naast zijn vogelgidsen ook ander, vrijer werk, waarbij de vogels in hun omgeving te zien zijn. Wel nog steeds ultra realistisch.

Lars Jonsson – Raven in de winter

Dan: Peterson (1908). Een Amerikaan en een volle generatie eerder. Ik groeide op met zijn gids en heb een stukgelezen exemplaar nog altijd in de kast staan. Wat kon die man tekenen. Zakelijk, scherp, perfect.

Tenslotte Audubon. Een heel stuk ouder – hij werd geboren in 1785. Zijn tekeningen zijn soms ware kunstwerken, maar soms ook doen ze voor ons moderne oog stijf en gekunsteld aan. Ik vermoed dat hij van de vogels die hij zelf vaak in real life kon observeren, ook de meest dynamische tekeningen maakte. Helaas blijft Dr. Lederer wat stil over dit soort achtergronden bij de kunst; zijn teksten zijn toch vooral ornithologisch van aard en geven een soms wat statisch aandoend overzicht van de levensloop van de kunstenaar.

De verrassenden

Kijk, nu wordt het echt interessant. Er staan in dit boek ook minder bekende kunstenaars die schitterend werk gemaakt hebben met vogels als onderwerp.

Elizabeth Gwillim – Aziatische wespendief, 1801

Van wie ik nooit had gehoord is Lady Elizabeth Symonds Gwillim. Geboren in 1763 verhuisde ze als pas gehuwde vrouw naar India. Daar schilderde ze in zes jaar maar liefst 201 aquarellen van Indiase vogels in hun omgeving, die nooit werden gepubliceerd. (Nou ja, pas heel veel later.) Meestal werkte ze op ware grootte, wat betekent dat sommige van de platen erg groot zijn uitgevallen. Ze schreef er opmerkingen bij in potlood die van flinke ornithologische kennis getuigen. Na haar dood bracht haar echtgenoot de schilderingen terug naar Engeland, maar daar raakten ze zoek. Ze doken pas in de vroege jaren twintig van de vorige eeuw weer op in de kelder van een Londense boekhandelaar. Het zijn werkelijk schitterende tekeningen. Als Lady Elizabeth een man zou zijn geweest waren haar tekeningen waarschijnlijk een stuk beroemder geworden.

Jessie Arms Botke – witte pauw en grote geelkuifkaketoes

Bruno Liljefors verdient vermelding. Een Zweed. En afwijkend in dit boek omdat hij vooral veel jachtscenes schilderde (vaak grote doeken waarin het landschap de hoofdrol speelt) en realistisch-romantische weergaves van de natuur. Erg mooi, maar met een hoog ‘Rien Poortvliet-gehalte’.

En dan Jessie Arms Botke. Een Amerikaanse dame die, duidelijk onder invloed van de stijlen van de vroege twintigste eeuw, haar werk maakte met vogels als middelpunt. Tropisch, exotisch, decoratief, gestileerd. En toch realistisch. Witte pauwen, kraanvogels, reigers. Allemaal tegen weelderig groene achtergronden. Ik kende haar werk niet – het is ook niet helemaal mijn smaak – maar het is zeker bijzonder.

Tenslotte

Natuurlijk ontbreekt in een boek als dit altijd wel iets. Dat is ook niet zo erg. De samensteller maakt immers een bepaalde selectie. Dat had hier misschien beter kunnen worden toegelicht. Want nu mis ik bijvoorbeeld enige verwijzing of vernoeming van de prachtige schilderingen van vogels die er in de Oriëntaalse kunst gemaakt zijn. Op zijde, op porselein. En zeer realistisch. Buiten de puur realistische weergaven van vogels mis ik sowieso andere kunstvormen waarin vogels zijn gebruikt, zoals bijvoorbeeld beeldhouwkunst. En iets moderners en abstracters had er ook wel in gemogen. Om maar eens iets te noemen: Picasso heeft nogal veel vogels gebruikt in zijn werk. En Paul Klee ook (zie onder). En laten we onze eigen Karel Appel niet vergeten. Of Harrie Gerritz. Of Achilles Kools. Maar goed, dat die het niet hebben gered tot in een Amerikaans boek met vogelplaten, daar kan ik nog net inkomen.

Ik wil maar zeggen: Dit is een prachtig boek. Maar er is meer. Veel meer.

Paul Klee – Vogelgarten, 1924 – Bavarian State Painting Collections via Wikimedia Commons

Plaats een reactie