Diep onder de indruk zijn we van De Bosatlas van het Culturele Erfgoed. Deze atlas is op zichzelf al een cultureel monument. Zo volledig, zo fraai uitgevoerd, zo informatief. Met liefde en toewijding gemaakt en zonder meer een waardevol bezit. Een boekwerk dat in elk Nederlands huishouden hoort. Het wachten is op een motie daartoe van een politieke partij.
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting. Alle afbeeldingen © Noordhoff Uitgevers, tenzij anders vermeld.
Bij zo’n atlas vallen toeristische gidsen over Nederlandse steden, regio’s of provincies in het niet. Per saldo is deze atlas dus eigenlijk goedkoop. U zult er jaren van genieten, want erfgoed veroudert niet.
Het heeft even geduurd eer we erover konden schrijven. Zo’n boek moet als het ware even indalen. De Bosatlas van het Culturele Erfgoed schept een beeld van het Nederlandse verleden en heden. ‘Ons verleden is in vele verschijningsvormen aanwezig’ luidt een stukje van de flaptekst. Natuurlijk denken we dan aan Kinderdijk, Zaanse Schans, het Nederlands Openluchtmuseum. Maar er is zoveel meer. Wat te denken van landschappen of popgroepen, kerken, universiteiten, festivals en volksfeesten. Het is teveel om op te noemen en je kunt het niet verzinnen of het staat in de atlas. Dus, kopen dat boek!
Titel | Bosatlas van het Culturele Erfgoed – Klik hier voor de brochure op de website van de uitgever |
Van | Vele medewerkers |
Uitgever | Noordhoff Uitgevers |
ISBN | 978 900 112 0 108 |
Verschenen | oktober 2014 |
Prijs | € 119,95 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we de Libris-webwinkel aan. Dan verdienen de boekhandels zelf ook nog iets. |
Maar Culinair Erfgoed ontbreekt. Een volgende uitgave?
Achterin, bij Verantwoording, staat hoe de samenstellers te werk zijn gegaan. ‘Erfgoed is alom aanwezig’ zeggen ze. Maar er moeten keuzes worden gemaakt. Het gaat om maatschappelijke relevantie, ruimtelijk erfgoed (gebouwen, archeologische vindplaatsen en dergelijke), landschappen en zo veel meer. En alles moet, naast het verhaal, in kaarten te vangen zijn. Anders is het geen atlas.
Elk hoofdstuk kent een inleiding, cartografische pagina’s, (lucht-)foto’s en tenslotte een landkaart met markante monumenten. Dat geldt zelfs voor boeken. Wist u dat De Librije in Zutphen – dus niet deze – het oudste bibliotheekgebouw van Nederland is?
Dat de atlas gedegen is, bewijst het bezoek van vriend Arjan aan ons. Hij bladert door het boek en zoekt Bergen NH op. Het gaat over Ontgonnen land – Duinen en duintontginningen. ‘Na 1900 zijn in de binnenduinen welvarende dorpen ontstaan, zoals Wassenaar, Overveen en Bergen. […..] In Bergen verbleven overigens ook veel kunstenaars, van wie sommigen er een atelierwoning lieten bouwen (D)’. En die D verwijst naar een zeer gedetailleerd kaartje.
“Daar staat ons huis,” zegt Arjan. “Een heel mooi boek,” voegt hij er aan toe.
Eendenkooien
Er is in deze atlas veel te beleven. Laten we nader inzoomen op voedsel. Hoofdstuk 4 gaat over Boeren en Vissers. ‘Typerend voor de schuren in Zeeland zijn hun zwartgeteerde planken en grote zijdeuren’.
De eerste coöperatieve zuivelfabriek dateert ban 1886 in Wergea.
In tekst en beeld zien we de aspergeteelt in Limburg, de fruitteelt in de Betuwe, glastuinbouw in het Westland, de schaapskuddes op de Veluwe – Hoe lang nog? Lees dit -, champignonteelt in Limburg en eendenkooien. In een infographic wordt het principe van de eendenkooi uitgelegd. Een landkaart geeft de verspreiding aan en duidelijk is dat ze in de natte gebieden liggen. Leuk is het kaartje met de familienamen die aan het beroep van kooiker zijn gerelateerd.
Voor wat betreft de visserij leren we dat in de 17e eeuw Nederlandse walvisjagers naar de zeeën rond IJsland en Groenland trokken om deze reusachtige vissen te vangen. De vraag naar traan was groot; voor kaarsen, zeep en lampolie.
Saksische zouthuisjes
Regelmatig reden we in Twente en vroegen ons af wat die kleine huisjes in de velden zijn. Onder de kleine huisjes in Saksische stijl wordt zout opgepompt, zo leren we nu. Op pagina 122 prijkt de Zaanse Schans – Neerlands eerste heuse industrieterrein met toentertijd wel honderd molens. Monumentale gebouwen die voedselgerelateerd zijn, zijn onder andere de rijstpellerij van Lassie (in Wormerveer), de cacaofabriek Droste (Haarlen), de bierbrouwerij De Drie Hoefijzers (Breda) en de suikerwarenfabriek van Tonnema in Sneek.
Voor wat betreft handel en pakhuizen hebben de werfkelders langs de Oude Gracht in Utrecht, maar ze staan in heel Nederland. En wat dacht u van waag- en beursgebouwen? En bijzondere markten (er zijn de paardenmarkten, maar ook een ganzenmarkt)? We noemen nog wat: de korenbeurs in Groningen, de groenteveiling in Broek op Langedijk (BOL), de kaasmarkt in Alkmaar en de visafslag in Urk. Dat laatste is een bruggetje naar de sectie Vermaak en Cultuur waar we de vlaggetjesdag in Scheveningen vinden.
Vermeer
We kunnen wel doorgaan. Dat doen we niet. Zo toont deze prachtige atlas in Verkeer en Vervoer markante bouwwerken als het veerhuis in Delft of de maastunnel in Rotterdam en het BIM-station in Groningen. En kent u de brandweerkazerne Oud Nico in Amsterdam? Het is een zeer waardevol en leerzaam boek. Als u wilt weten waar de schilderijen van Vermeer allemaal zijn te zien, moet u naar pagina 339.
Cultuurbarbaren
We heten cultuurbarbaren te zijn, als we ons vergelijken met de Fransen, Duitsers en Italianen. Maar dat is erg betrekkelijk als je de verzamelde rijkdom in dit boek ziet. Tegen barbaren moet men zich weren. Waar zijn nog Romeinse verdedigingswerken te vinden? Kent u de ringwal in Oost-Souburg? Wij niet. Het ligt er fraai bij, zo zien we op de luchtfoto. Het is aangelegd als bescherming tegen de Vikingen.
Hoeveel kastelen telt Nederland en waar liggen ze? Hoofdstuk 10 gaat over de verdediging en op pagina 193/194 zien we waar behouden kastelen staan, de ver- of herbouwde of ruïnes dan wel bijgebouwen. Dat zijn er veel meer dan we hadden gedacht. (Bij ons ligt kasteel Doorwerth vlakbij. )
Erfgoed per stad
Hoofdstuk 19 mag niet onvermeld blijven. Hier wordt alles verzameld en per stad het erfgoed aangegeven. Boeiend om te lezen en de verbanden te zoeken, maar ook bijzonder handig voor een dagje uit in, bijvoorbeeld, Arnhem. Naast het Museum voor Moderne kunst, Nederlands Openluchtmuseum, Burgers Zoo is er Sonsbeek Park en Villa, het Luthers Hofje, de korenmolen De Kroon, café Meijers, de winkels in de Vijzelstraat, de Sint Walburgusbasiliek, het graanpakhuis van de firma Rijers en nog heel veel meer te zien, als u door de binnenstad loopt.
Onze “moskeeën” in het buitenland
Wat maken we ons druk om nieuwe landgenoten die iets eigens willen neerzet-ten? Nederlanders deden en doen dat ook in het buitenland.Hoewel de atlas een stevig beroep doet op de geschiedenis, is ze begrensd door de huidige landsgrenzen. België, dat ooit tot De Nederlanden behoorde, laat staan Luxemburg, valt buiten de scope. Op één uitzondering na: Hoofdstuk 18. Erfgoed in het buitenland.Zij die zich vandaag de dag druk maken om integratie, andere culturele gebruiken en die enkele moskee die in een plaats wordt gebouwd, doen er goed aan dit hoofdstuk tot zich te nemen. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw keken we met zijn allen met gepaste trots naar de tv om te zien hoe Nederlandse sterren als Ronnie Tober, Ciska Peters, Herman Emmink naar Canada, de Verenigde Staten en andere landen reisden om op te treden voor Nederlandse gemeenschappen. We zetten onze stempel in een andere cultuur. En dat laat hoofdstuk 18 op andere wijze zien.
De polders in Polen, het Holländisches Viertel in Potsdam. Het stadsplan voor Göteborg is ontworpen door Nederlanders – die er maar meteen bleven wonen. Dat zijn voorbeelden uit Europa. Langs de hele Afrikaanse kust zijn forten te vinden om maar van de Nederlandse aanwezigheid in Zuid-Afrika, Suriname, Indonesië, Nieuw-Guinea of op de Antillen te zwijgen. In Noord-Amerika (VS en Canada) zijn “Nederlandse” plaatsnamen niet te tellen; we kennen natuurlijk Nieuw Amsterdam met de huidige stadsdelen als Haarlem en Breukelen. Van India, Sri Lanka en Japan weten we veel minder, maar ook daar hebben we onze sporen achter gelaten. En ja, vierentwintig jaar lang bezat de West-Indische Compagnie een gebied in het huidige noordoosten van Brazilië. Dat heette Nieuw-Holland.
Goedemorgen, wat een inspirerende nieuwsbrief weer. Dank.