Je kunt een hele mooie tuin maken met louter inheemse wilde planten. Dit boek is een lees-kijk-geniet-ideeënboek en daarmee een ware bron van inspiratie om je eigen tuin om te vormen.
Het is een fris en leesbaar boek over hoe je met wilde planten een mooie tuin kunt creëren (en waarom je dat zou willen). Vol informatie en prachtig fotowerk. Eetbare planten komen ook aan bod. Niet heel diepgaand misschien, maar wat er instaat klopt, en dat is niet altijd bij alle tuinboeken het geval. Dus een aanrader, vooral voor iedereen die nog niet zo heel veel weet van tuinieren met wilde planten.
We publiceerden eerder een recensie van het boek Tuinieren met wilde planten, ook van Martin Stevens (alhoewel het nieuwe boek samen met Marlies Huijzer is gemaakt). Dat was ook al zo’n leuk boek. De schrijver kweekt wilde planten en is betrokken bij allerlei initiatieven rondom behoud van biodiversiteit in Nederland. Hij weet er dus veel van en dat is ook duidelijk te merken. Om zaken simpel maar goed te kunnen beschrijven moet je immers boven de materie staan.
In dit nieuwe boek staan weinig plantbeschrijvingen, wel algemene informatie en veel foto’s van planten, thematisch gerangschikt. Dat maakt het een kleurig en aantrekkelijk geheel. Je kunt de getoonde planten natuurlijk makkelijk zelf opzoeken (op internet bijvoorbeeld).
Het doel van het boek wordt bereikt: Tonen dat je met wilde planten ook prachtige kleurrijke tuinen kunt creëren, daar heb je geen grootbloemige exoten en cultivars voor nodig.
De auteurs schrijven in de inleiding dat dit boek bedoeld is als verdieping op het eerste boek, dat vooral een plantengids was.
Dit nieuwe boek geeft inspiratie voor het toepassen van die planten. Dat maakt dit boek dus niet echt een praktisch opzoekboek, het is meer een lees-kijk-geniet-ideeënboek. Waar overigens niks mis mee is. Zeker niet voor deze aantrekkelijke prijs.
| Titel | Wilde planten in eigen tuin |
| Van | Martin Stevens en Marlies Huijzer |
| Uitgever | Noordboek Natuur |
| ISBN | 978 90 5615 869 9 |
| Verschenen | 20-4-2022 |
| Prijs | € 22,50 |
| Verkrijgbaar bij | Kies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze. |
Vijf typen tuinen
De kern van ‘Wilde planten in eigen tuin’ zijn vijf hoofdstukken over verschillende typen tuinen. Kleine tuinen, grote tuinen, groene daken, eetbare tuinen, en tuinen met zeldzame planten. Natuurlijk sluiten ze elkaar niet uit. Een kleine tuin kan bijvoorbeeld ook eetbaar zijn. En in iedere tuin kun je zeldzame planten uitproberen. Er worden steeds nuttige dingen gezegd over bijvoorbeeld bodems en waterpartijen.
Overigens is er een apart thematisch ‘kader’ – eerder een kader-hoofdstuk van maar liefst tien pagina’s – over grondsoorten. En een vergelijkbaar thematisch deel over tuinonderhoud. Daarin staat echt heel veel fijns. Zoals: maak je tuin vooral niet te netjes. En: geef zo min mogelijk water. Daarmee bespaar je niet alleen op je waterrekening, maar uiteindelijk ook je planten.
Kijken bij kenners
Het hoofdstuk dat echt ter inspiratie dient is ‘Kijken bij kenners’. Daarin worden we meegevoerd langs verschillende tuinen waar je wilde planten in volle glorie toegepast kunt zien worden. Botanische tuinen, maar ook stinsentuinen, heemtuinen en kwekerijen. De beschrijvingen zijn kort en de nadruk ligt op het westen en noorden van het land. Jammer is wel dat de adressen van de in dit hoofdstuk genoemde tuinen dan weer niet opgenomen zijn in de lijst met ‘Belangrijke adressen’ achterin.
Toch een beetje plantengids?
De laatste plusminus zeventig pagina’s van het boek zijn eigenlijk toch een soortement plantengids. Het heet ‘Planten in de seizoenen’ en telkens wordt bij een ultrakort thema een aantal planten gegroepeerd, waar enkel een foto van wordt getoond. Bijvoorbeeld vind je onder Voorjaar de subkopjes ‘Vroegbloeiers’, ‘Zonnig’, ‘Halfschaduw’, ‘In en bij water en vochtige grond’ en ‘Bomen en struiken’. Bij die laatste staan 26 foto’s van planten. Mooi, maar om er iets mee te kunnen moet je zelf verder op zoek in andere boeken of op internet naar meer informatie over de betreffende plant. Is die plant groot of klein? Houdt hij van arme of juist rijke grond? Zaait hij zich rijkelijk uit of verspreidt hij zich irritant met wortelstokken? Die niet onbelangrijke dingen ga je in dit boek niet vinden. Nou ja, kortom, ik zou het fijn gevonden hebben als de paginaruimte iets anders was benut , bijvoorbeeld door bij elke foto van een plant toch iets meer informatie aan te bieden (bijvoorbeeld via symbooltjes of hele hele hele korte tekstjes).
Aan de slag
Aan het eind van het boek tref je een paar pagina’s aan over zelf je tuin ontwerpen. Die voelen, eerlijk gezegd, als een nabrander. Een korte beschrijving en een tekening met wat bijschriften geven echt niet voldoende houvast om zelf succesvol aan de slag te gaan met ontwerpen. Aan de andere kant: Over tuinontwerpen wordt vaak nogal veel poeha gemaakt. Terwijl het helemaal niet zo ingewikkeld hoeft te zijn, als je een paar goede uitgangspunten hanteert. Maar die uitgangspunten worden hier helaas niet gegeven. Ach, het is een kleinigheid. En het wordt weer goedgemaakt door een fijne index van plantennamen. Al met al is dit een prima, mooi en inspirerend boek voor wie met wilde planten aan de slag wil in zijn eigen tuin.
