Elsje Bruijnesteijn heeft een verzorgd wildplukboek uitgebracht. Een voor het najaar met vruchten, noten en paddenstoelen. Fraaie foto’s, bondige uitleg en verrassende doch relatief eenvoudige recepten.
Elsje Bruijnesteijn, wildplukster en regelmatige gast bij De Tuinen van MergenMetz, maakte een nieuw boek. Op haar eigen website noemt ze het haar ‘wilde herfstboek’. De focus is dan ook op wilde paddenstoelen, noten en vruchten. En op wat je daar voor lekkers mee zou kunnen maken. Het is een mooi en smaakvol uitgevoerd boek met goede recepten voor allerlei lekkers wat buiten te vinden is.
Oergevoel
Wildplukken is populair, net als voedselbossen. Het appelleert, denk ik, aan een soort oergevoel van jagen-en-verzamelen. Je eigen voedsel vinden in de natuur. Dat is spannend en, niet te vergeten, gratis. Het is natuurlijk ook lekker. (Hoewel lang niet alle dingen die eetbaar zijn, ook werkelijk lekker zijn, is onze ervaring. Sommige gecultiveerde soorten zijn niet voor niets gecultiveerd – de wilde variant is klein, zuur, of bitter).
Elsje Bruijnesteijn schrijft terecht dat wildgeplukte voeding vaak gezond is; het is immers meestal niet behandeld met bestrijdingsmiddelen en je moet ervoor in beweging komen. De wilde voorouders van onze fruit en groenten bevatten doorgaans veel meer voedingswaarde – lees eens Supergroente en powerfruit. Je moet dan natuurlijk wel de juiste dingen plukken, anders word je er alsnog ziek van en is het niet meer gezond.
Dit boek geeft verder geen (of slechts heel beperkte) aanwijzingen voor de herkenning van planten of paddenstoelen. Als je daar nog wat over wil leren kun je deelnemen aan een workshop of een aanvullend boek aanschaffen (wij vinden dit boek nog altijd erg goed). Overigens kiest Bruijnesteijn in haar boek vooral voor goed herkenbare soorten.
En voor wat betreft het milieu: onze intensieve landbouw is zo slecht voor de aarde dat wildplukken ook om die reden meestal beter is. Mits je natuurlijk geen kaalslag pleegt in de natuur en niet voor twee ons wildgeplukte zeekraal 300 kilometer in de auto gaat rijden. Dan rijzen de food miles alsnog de pan uit.
Of het nu hazelnoten of tamme kastanjes zijn, de grote parasolzwam of gewone berenklauw, grote zandkool of lijsterbes, het staat er in. Je kunt er iets lekkers mee maken. Het is een mooi boek voor het najaar waarin 37 gewassen (noten, vruchten, blad, paddenstoelen) worden besproken en recepten gegeven. Hop, hop, naar buiten!
Titel | Wildoogst – Koken met wilde paddenstoelen, noten en vruchten |
Van | Elsje Bruijnesteijn |
Uitgever | Terra |
ISBN | 978 90 8989 854 8 |
Verschenen | 21 juni 2021 |
Prijs | € 23,99 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze aan. Dan verdient de echte boekhandel zelf ook nog iets. |
Stroperij of verantwoord connecten met de natuur?
Fijn dat het boek ook een hoofdstuk bevat dat is gewijd aan plukaanwijzingen en tips. Hierin staat helder dat wildoogsten in principe gewoon verboden is. De wet vindt het stroperij, waar ik wel kan inkomen. Als we allemaal volop zouden gaan wildplukken bleef er van de natuur in Nederland weinig over.
Nu al zie je soms helaas excessen; ik kwam bijvoorbeeld in Limburg eens een volledig kaalgeplukt daslook veldje tegen. Natuurmonumenten wil om die reden geen wildplukkers op haar terreinen, Staatsbosbeheer is iets soepeler en gedoogt het, mits met mate. Gelukkig is er ook veel lekkers te vinden in woonwijken en wegbermen, waar het wildplukken al een stuk minder invasief is.
Je kunt natuurlijk ook van mening zijn dat verantwoord wildplukken een goede manier is om de moderne mens weer meer in verbinding te laten komen met de natuur. Waarvan akte.
Recepten per plant
En dan gaan we naar de planten en paddenstoelen en de bijbehorende recepten. Het boek is alfabetisch op Nederlandse naam, geordend naar plant. Bij elke plant staat een kort stukje uitleg en één of soms meerdere recepten. Uit de omslag van het boek werd mij niet duidelijk dat het met name om herfstoogst gaat. Er is wel een hoofdstuk Herfst – pagina 17 – waarin de maanden september, oktober en november de revue passeren. Maar op de site van Bruijnesteijn blijkt dat klip en klaar. Aha! Vandaar die voorkeur voor donkerrode en bruine tinten in de opmaak van het boek!
Als eerste verschijnt de wilde appel. Meteen een grappige: Elsje Bruijnesteijn legt uit dat de echte wilde appel (Malus sylvestris) vrij zeldzaam is en kleine appeltjes geeft, maar dat je in de Nederlandse natuur ook veel appelbomen kunt vinden die gegroeid zijn uit in de winkel gekochte appels waarvan het klokhuis buiten is weggegooid. Dat zijn dan wilde gedomesticeerde appels (Malus domestica). Bij de appel staan drie recepten: appeltaart, cider, en appelmoes met gember en citroen. Lekker! (
Creatief combineren
Verder gaat het, langs appelbes (Aronia), berenklauw, beuk, biefstukzwam en bovist. En de rest van het alfabet. Wat opvalt is de diversiteit van de recepten. Thee, soep, chocolade met smaak, taart, koekjes, jam, sap, burgers, stamppot, quiche, paté, hummus en hachee – het komt allemaal voorbij. Erg leuk en rijk; het opent ook de deur voor creatieve uitspattingen, want als je bijvoorbeeld van mispel gevulde muffins kunt maken, dan kan dat van wilde appeltjes misschien ook wel. De recepten lijken ook allemaal goed maakbaar, ze zijn bijzonder zonder idioot te zijn en met relatief weinig ingrediënten. Een leuk en mooi boek.