‘Thuis in de moestuin’ is de titel van het nieuwe boek van Jessica Koomen. En die titel dekt volledig de lading. Het is een indrukwekkend mooi, goed geschreven en verbazingwekkend compleet boek. Een van de beste moestuinboeken die er is.


Misschien is het meest opvallende aan dit boek, dat we er eigenlijk niets op aan te merken hebben. We hebben geen fout gevonden. En Jessica is tot in de details volledig. Dat verdient groot respect!
Het is een boek dat over de bezigheid moestuinieren gaat en alles wat daarbij komt kijken. Niet specifiek over het zaaien en opkweken van specifieke groenten, hoewel dat ook, in hoofdstuk 6, Gewasinfo, aan de orde komt. Moestuinieren is immers meer dan zaadjes in de grond duwen.
Jessica is in haar boek ontwapenend en eerlijk. Veel is vaak anders dan je verwacht. “De tuin leert ons los te komen van perfectie,” schrijft ze. En zo is het. De natuur is niet in hokjes te duwen en elk jaar mislukt er wel iets in de moestuin. En bij dat afzien van perfectie hoort ook de nadruk die zij legt op hergebruik van materialen. Dat scheelt geld en is leuk.
We kennen vandaag de dag twee goede moestuinboekenschrijvers, dat zijn Vera Greutink en Jessica Koomen. Hun boeken zijn goed, volledig, tonen gedegen kennis en dwingen daardoor respect af. Het zijn twee auteurs die elk hun eigen benadering hebben en die elkaar goed aanvullen. Van Vera verscheen een jaar geleden Vera’s Moestuin uit. Een boek met een andere insteek en ook heel goed.

‘Thuis in de moestuin’ van Jessica Koomen is vrijwel allesomvattend. Het is opgebouwd vanuit het thema ‘natuurlijk moestuinieren’ en zo worden aspecten als aarde, biodiversiteit, aanleg van de tuin, en de teeltwijze besproken: ga je gewasgroepen jaarlijks circuleren? Of wil je combinatieteelt? Of kies je de mozaïekmethode, een werkwijze die Jessica Koomen heeft bedacht?
Het boek is volgordelijk samengesteld. Want hierna vind je pas informatie over de verschillende gewassen. Tot en met een zaaikalender: wat in welke maand te zaaien.
‘Thuis in de moestuin’ is een bijzonder goed boek, voor de beginnend moestuinier en de ervaren rot die denkt alles al te weten. Van harte aanbevolen.
Titel | Thuis in de moestuin – Maak van iedere vierkante meter rondom je huis een eetbaar paradijs |
Van | Jessica Koomen (fotografie: Colin Leijenaar) |
Uitgever | Nijgh Atelier |
ISBN | 978 90 3881 5565 |
Verschenen | 21 maart 2025 |
Prijs | € 29,99 (veel te goedkoop voor zoveel kwaliteit) |
Verkrijgbaar bij | Wij vinden dit zo’n goed moestuinboek, dat het hier in onze webshop kunt vinden. Maar ga bij voorkeur naar de echte boekhandel van steen en cement. Die zijn onmisbaar en moeten blijven bestaan. |
Natuurlijk moestuinieren
Het boek is rijk voorzien van illustraties, overzichten en fraaie foto’s. Veel van groenten, een paar dieren, af en toe een Jessica en één of twee keer Colin, haar partner. Het begint met het hoofdstuk ‘Wat is natuurlijk moestuinieren’. Over dit onderwerp kan je vast en zeker wel een dik boek, maar Koomen haalt in dit hoofdstuk, in enkele bladzijden, de kwintessens naar boven.

Kringlooptuinieren
“Ieder seizoen brengt zijn eigen uitdagingen mee.” Dat hebben we in 2024 mogen beleven: een heel nat jaar met heel veel slakken. Dat is meteen een pleidooi voor meer biodiversiteit (maak je tuin aantrekkelijk voor slakkeneters) en kringlooptuinieren. Dat is niet alleen zaken uit de kringloopwinkel gebruiken, maar ook gebruik van blad en takkensnippers.

Het begint met de bodem
Het volgende hoofdstuk luidt daarom ‘Het begint allemaal met de bodem.’ Het lijkt wel een pizza. In de jaren tachtig van de vorige eeuw was er een tv-reclame voor diepvriespizza’s. De jonge Mario moet leren pizza’s bakken.
“Het begint met de bodem,” zegt zijn baas.
“En als die bodem is lekkerder, die hele pizza is lekkerder,” zegt Mario. En zo is het ook in de moestuin. Maak als het even kan je eigen compost. Op pagina 32 staat afgebeeld hoe je zelf een compostbak kan maken en wat je wel en niet moet doen om goede compost te krijgen. Een paar pagina’s verder vind je instructies om je eigen wormenhotel te maken. Praktisch en lekker leesbaar beschreven.
Biodivers
In ’Het belang van een biodiverse moestuin’ geeft Koomen allerlei tips – ‘Aan de slag’ – om de biodiversiteit te bevorderen. Tot en met de aanleg van een natuurlijke vijver. Nu we dit allemaal weten, wordt het tijd om de moestuin aan te leggen. Bedden, bakken, potten, looppaden, zon, schaduw…. Je moet met veel dingen rekening houden. En het advies over de jaarringen voor de verhoogde bak die je wilt maken, is gewoonweg goud. (We wisten het, maar denken er nooit aan. Nu weer wel.)
Mozaïekmethode
En dan hebben we natuurlijk nog de verschillende teeltmethoden: wisselteelt (wij doen een zesjaars wisselteelt), rijenteelt – Koomen noemt het polycultuur – maar onder polycultuur valt veel. Ook een voedselbos is een vorm van polycultuur. Koomen is daar helder over: “Je kunt weldegelijk werken met rijen in een polycultuur, maar nooit rijen van 1 gewasgroep per bed.” Dat doen wij wel, in ons wisselteeltsysteem. Omdat we ooit, dank Handboek Ecologisch Tuinieren van Velt, zo zijn begonnen. En omdat dat ook gebeurde in de moestuin van het hotel, waar ik geboren en getogen ben. Desalniettemin planten we tussen de gewassen natuurlijke bestrijdingsmiddelen, zoals Agastache (dropplant), Tagetes (Afrikaantjes), Tropaeolum (Oost-Indische kers) et cetera.
Maar Jessica Koomen heeft een aantrekkelijke oplossing: de mozaïekmethode. Ze beschrijft het in dit boek. Het is wel heel erg aantrekkelijk om die te gaan toepassen. Wie weet, volgend jaar. En wist je dat tuinbonen een gewasbescherming zijn tegen de coloradokever in de aardappels?

Verticaal tuinieren
Onze Eetbare Siertuin is een heuse polycultuur, maar ook daar moeten gewassen worden verplant omdat de grond uitgeput raakt. Met name zeekool en eeuwig moes – kolen zijn in de moestuin strontvreters en in een polycultuur kunnen de omliggende planten niet in de voedselbehoefte van deze gewassen voorzien: na drie jaar is het dan: verplanten. Toch een beetje gewasrotatie.
Behalve de drie hiervoor genoemde methoden, is er ook aandacht voor verticaal tuinieren. Vooral in een kleine tuin is dat een oplossing. Hier plaatsen we een kleine kanttekening: er zijn ook niet-kruipende, struik/bush courgettes. Dus als je ze wilt laten klimmen – en dat doen wij ook wel eens – dan moet je wel een rankende courgette kiezen.
Gewasinfo

De Gewasinfo is beknopt en toch volledig, ingedeeld naar soort gewas. Dus: knolgewassen, blad- en stengelgroenten, wortelgroenten, vruchtgewassen et cetera. Per groente wordt de Latijnse naam gegeven en de familie waartoe het gewas behoort. En dan hele praktische informatie als zaaidiepte, plantafstand, hoogte van de plant, standplaats en tijd tot oogst et cetera. Heel goed is de Disclaimer aan het begin van dit hoofdstuk. Eigen ervaring is het meest belangrijke. We zijn (uiteraard) bijzonder kritisch door dit hoofdstuk gegaan. In veel moestuinboeken staan namelijk onjuistheden. Maar die vinden we niet in ‘Thuis in de moestuin’. Hooguit een paar omissies: bij schorseneren alleen het geslacht, niet de soort. Vermoedelijk over het hoofd gezien, geen ramp: iets voor de herdruk. Peper en paprika zijn beide Capsicum annuum, de paprika is echter een peper zonder scherpte. En tja, pompoen. Daar staat Cucurbita bij. Maar de echte pompoen is de Cucurbita maxima.
Bij courgette staat het goed: C. pepo. De groente pattison ontbreekt, maar dat is ook een C. pepo, net als de Jack o’ Lantern, de Haloweenpompoen – die dus genetisch eerder een grote ronde oranje courgette is, dan een pompoen waarin Assepoester wegreed. Deze omissies zijn eigenlijk het noemen niet waard, want het is en blijft een geweldig goed boek.

Hebben we onze groenten gekozen, dan moet er natuurlijk worden gezaaid. Koomen schrijft hier uitvoerig over. Geweldig dit zo te lezen. Alle aspecten komen aan de orde, zoals zaaidiepte, vocht, licht, temperatuur, kiemkracht, F1-hybriden, verspenen, vollegrond, et cetera. En, ja, ja, een paragraaf ‘Eerste hulp bij zaai(ling) ongelukken’. Goed!
Het is een handig hoofdstuk. Ja, zelfs de magische temperatuur van 32 graden is genoemd.
In een van de laatste hoofdstukken van het boek gaat het om jaarrond oogsten en eten. Dat doen wij ook, ons zaaischema is daarop gericht, we vriezen niets in, we wecken geen groenten, okay, zorgen wel voor onze eigen augurken en zuurkool.
Gewasbescherming
Wat de auteur over Gewasbescherming weet te vertellen, is uitermate leerzaam. Hiervoor noemde ik al planten die wij gebruiken, maar Koomen noemt hier dingen waar we niet eerder aan hebben gedacht. Neem bijvoorbeeld een vleermuiskast – nu is het wel zo dat als wij ’s zomers, bij het vallen van de avond, voor ons huisje op het terras zitten, de vleermuizen voorbij zien schieten. Maar wij wonen dan ook buiten, tegen een natuurterrein. Een egelhuis hebben we niet, maar nu wel in onze webwinkel. De derde tip tegen bladluis ga ik subiet toepassen.
En echt, de laatste twee hoofdstukken gaan over kruiden, meerjarige groenten, struiken en bomen. Want er is geen moestuin zonder ook wat fruit, dus hoofdstuk 11 bevat dezelfde type gegevens, maar dan voor kruiden, struiken en bomen. En meerjarige groenten. En tenslotte een zaaikalender. ‘Wat kan ik deze maand zaaien?’ heet het.
‘Thuis in de moestuin’ is een erg goed boek. Zeer volledig, zeer interessant, werkelijk de moeite waard. Ook voor de ervaren moestuinier.