The Forbidden Garden of Leningrad is een indrukwekkend boek over de eerste zaadbank van de wereld gedurende de Tweede Wereldoorlog. Deze is in maart 1921 opgezet door Nikolai Vavilov, die later door het Sovjetregime werd gevangengezet en omgebracht.
Leestijd: 5 minuten
Inhoudsopgave
‘The Forbidden Garden of Leningrad’ is een verwarrende titel. Het heeft niets met een verboden tuin te maken.


Wie zich eniger mate in botanie verdiept is de naam Vavilov ongetwijfeld meer dan eens tegengekomen. Dit boek gaat over hem, maar vooral over de belegering van Leningrad (Sint-Petersburg) en hoe de medewerkers van het Plant Instituut zich opofferden voor het behoud van het zaad, voor behoud van de biodiversiteit. Dit boek is daarom een eerbetoon aan hen die onder de meest barre omstandigheden de zaden bleven beheren en daar hun leven voor gaven.

Beschieten en uithongeren
Feitelijk lieten Stalin en zijn volgers Leningrad aan haar lot over. En het grote belang van een zaadbank als deze drong niet tot zijn botte brein door (hij werd vals geïnformeerd), dus er werd geen actie ondernomen. Ondertussen volgden de Duitsers de tactiek van omsingeling, voortdurend beschieten en bombarderen en de bevolking uithongeren. Ze wilden geen overlevenden, dat was maar lastig en bovendien moesten die ook eten. Dus vele inwoners van de stad, ook medewerkers van de zaadbank stierven. Als het niet door beschieting was, dan wel van de honger.



In feite verpakt het boek drie verhalen: Vavilov en zijn noodlot, de belegering van de stad en de interesse van Duitse zijde voor de zaden.
Het is een boek dat je moet lezen. De auteur heeft zeer zorgvuldig onderzoek gedaan en schetst minutieus het beeld van de helden, die het zaad bewaarden, verdedigden tegen ratten en liever van de honger stierven dan dat ze granen zelf opaten. Maar ook de nasleep is ontluisterend: een SS’er die zaden bemachtigt en ze met hulp van een krijgsgevangen Engels officier en negen vrouwelijke krijgsgevangenen ze vermeerdert en selecteert.
Het is geen vrolijk boek, maar een aangrijpend relaas over de pakweg tweeëneenhalf jaar belegering.
Titel | The Forbidden Garden of Leningrad / A True Story of Science and Sacrifice in a City Under Siege |
Van | Simon Parkin |
Uitgever | Sceptre |
ISBN | 978 1 399 71458 7 |
Verschenen | 17 oktober 2024 |
Prijs | € 16,95 (paperback) |
Verkrijgbaar bij | Koop het bij voorkeur bij de echte boekhandel van steen en cement. Die zijn onmisbaar en moeten blijven bestaan. En online, bestel het dan hier. |


Jan Velema zegt altijd: als het laatste zaad van een groentesoort of -ras is verdwenen, is dat gewas definitief verloren gegaan. Een fiets kan je altijd nog namaken van een plaatje. Zaad niet.
Vavilov zette de zaadbank op, wierf personeel en dat waren die mensen die de verleiding konden weerstaan om het zaad als voedsel te gebruiken. Ze stierven nog liever van de honger. Want dit zaad vormde de basis voor de voedselproductie in de Sovjet Unie, die na de Tweede Wereldoorlog op gang moest komen. Vavilov’s doel: door veredeling het beste zaad ontwikkelen en nooit meer honger.
Spion

Daarom had Vavilov begin twintigste eeuw vele landen bezocht, voor studie of op zoek naar zaden. Hij was lid van de Britse Royal Society en de Linnean Society of London, twee vooraanstaande botanische en wetenschappelijke organisaties. Zijn vele reizen en deze lidmaatschappen maakte hem een spion, in de ogen van Stalin’s mannen.
Stations
De Sovjet Unie is groot en kent niet alleen verschillende tijdzones, maar ook diverse klimaten. Het Plantinstituut in Leningrad kende dus vele stations over het hele land.
We lezen erover in het boek, hoe men toch nog wat zaden uit Leningrad naar het dichtstbij zijnde station weet te brengen, maar ook over de teelt van aardappelen in akkers om de stad, binnen het schootsveld van de Duitsers.

Die stations van de zaadbank lagen in heel de Sovjetunie, dus ook in gebied dat door de Duitsers was bezet. SS’er Heinz Brüchner is vrijgesteld van het reguliere SS-werk en reist met een zogenaamd SS Sammelkommando door bezet gebied om bij de stations zaden te roven. Hij brengt ze naar Oostenrijk naar Schloss Lannach, waar ze worden geordend, gezaaid, vermeerderd enzovoorts. Hij krijgt hulp van de Engelse krijgsgevangene en opgeleid botanist William Denton Venables, die later in Engeland een zaadhandel begint. En Büchner komt na de oorlog in Zweden terecht, dan Zuid-Amerika, meest als docent /professor in de genetica. En hij werkte ook als adviseur voor UNESCO. [Hij wordt december 1991 in Argentinië door een kogel geveld, NewScientist,12 January 2008.]
De laatste bladzijden gaan over de recente hedendaagse geschiedenis. Het conflict tussen Rusland en Oekraine is al geruime tijd gaande. De brief die de auteur aan de huidige directeur van het Plant Instituut in Sint Petersburg stuurt, om te vragen wat het voor haar betekent op de positie van Vavilov te zitten, wordt niet beantwoord.
Extraatje

In NewScientist van 12 January 2008 vinden we een artikel met de naam ‘The Great Seed Blitzkrieg’. Over Brüchner en Venables. Ze waren kennelijk bevriend geraakt en hebben elkaar kort na de oorlog minstens één keer ontmoet. Men verdenkt Venables ervan zijn zaadhandel met het gestolen zaad te zijn begonnen. Download hier de PDF van het verhaal in NewScientist.