Saffloer (Nederlands), Färberdistel, Saflor, Safflor, Öldistel, Farbersaflor, Falscher Safran, Asfrole, Bäurinkunkel, Baurenrocken, Baurenspindel, Bürstenkraut, Distelsaffran, Feldsaffran, Flor, Florsaffran, wilder Gartensaffran, Gartensaflor, Höllenrock, Kripf, wilder Safran, Safferblomen (Duits), safflower, bastard saffron, American saffron, dyer’s saffron (Engels), carthame des teinturiers, safran des teinturiers, safran bâtard (Frans), cártamo, alazor (Spaans), saffiore, cartamo (Italiaans), al-usfur (Arabisch), kusumba, kusum, kardi, surjomukhir (India), kesoemba (Indonesie), Hoang-Tchi, Hong Hua (China), benibana (Japan)
Saffloer is een niet erg opvallende, distelachtige, eenjarige plant. Hij groeit een beetje rommelig, wordt ongeveer een meter hoog met lange, omvallende stengels, stekelig blad en vrij kleine donkergeel-oranje bloemen.
Saffloer is een breedspectrum cultuurgewas, dat al sinds oeroude tijden door mensen gebruikt en verbouwd wordt, bijvoorbeeld voor olie of verf. En insecten zijn er gek op.
Naam
De wetenschappelijke naam van saffloer verwijst ruimschoots naar het gebruik als verfplant. Carthamus stamt namelijk van het Arabische woord kurthum, wat ‘verven’ betekent. In het Hebreeuws: kartami. In India: kusumba. Het tweede deel van de naam, tinctorius, betekent ook ‘gebruikt als verf’. Een mooie tautologie dus, oftewel een dubbelopisme. En de Nederlandse naam saffloer? Die stamt via omwegen ook uit het Arabisch; al-usfur lijkt er al op, maar waarschijnlijk ook van ‘zafara’ of ‘asfar’, wat ‘hij was geel’ betekent. Dezelfde Arabische stam komt ook terug in de naam van saffraan – de meeldraden van de saffraankrokus worden ook gebruikt als gele kleurstof in het eten.
Geschiedenis
Alleen de variëteit in naamgeving geeft al aan dat saffloer in een hele grote regio en gedurende lange tijd sterk verbonden is geweest met de mens. De plant wordt al tenminste 4000 jaar actief verbouwd als verfstof, als oliezaad en voor medicinaal gebruik. Onderzoek toont zelfs aan dat de oude Egyptenaren al in 3500 voor Christus (dus 5500 jaar geleden!) saffloer gebruikten om mummiewindsels en ander textiel te verven. Ook beschilderden ze muren van tombes met saffloerpigmenten en ze gebruikten het in cosmetica. In Noord-Afrika werd saffloerolie gebruikt om olielampen te laten branden. De oude Grieken verwerkten het in zalfjes. In India werd ermee gekookt en gebakken. In China werd saffloer in de traditionele geneeskunst gebruikt. En zowel in Japan, China als India werd er zijde mee geverfd.
[12] Saffloer, Carthamus tinctoris, schijnt een heel oude selectie zijn van C. persicus die wijd verbreid voorkomt in Turkije, Syrië en de Levant. Men denkt dat saffloer voor het eerst in de zgn. Irano-Turanian regio in cultuur is gebracht en dan wel zeer specifiek in centraal Syrië, nabij de Eufraat. Archeobotanisch onderzoek naar saffloer heeft veel vindplaatsen opgeleverd uit de brons- (3000-800 v Chr) en de daarop volgende ijzertijd (tot ca 300 v Chr). Onder andere bij Tell Karanovo, in Bulgarije, waar de vondsten bij opgravingen worden beschouwd als verbinding tussen de late koper- en vroege bronstijd. Het gebruik van Carthamus-soorten is al vanaf 7500 v Chr in Syrië door vondsten aangetoond.
Voor C. tinctorius is dat vanaf ca. 3400 v Chr. [3] Onderschrijft het Midden-Oosten als bron vanwege de overeenkomsten van C. tinctoris met wilde C.’s. Men denkt dat het al heel vroeg noordelijker is gebracht: naar Servië, Bulgarije en Hongarije. Met de ijzertijd en de Romeinse c.q. Byzantijnse periode verschuift het zwaartepunt van gevonden bewijzen naar Egypte, waar saffloer voor olie werd geteeld.
Waarschijnlijk waren het de Romeinen die saffloer naar midden- en Noord-Europa brachten, waar het in ieder geval vanaf de 13e eeuw is gebruikt. Vanaf de 17e eeuw werd saffloer er systematisch verbouwd, maar dat lukte alleen op plekken waar het klimaat er droog en zacht genoeg voor was, bijvoorbeeld in de Elzas. In de 18e eeuw nam de teelt in midden- en Noord-Europa af omdat er steeds meer saffloer uit andere landen werd geïmporteerd. En rond 1900, toen natuurlijke kleurstoffen vervangen werden door chemische, verdween het vrijwel volledig.
Toch wordt saffloer ook nu nog op veel plekken op de wereld geteeld als landbouwgewas, alleen niet als verfstof, maar vooral voor de olie. Erg gangbaar is het niet. De opbrengst ligt tussen 0,5 en 5 ton/ha (mt/ha = metric ton, 1000 kg). Zo scoort Californië ca. 4.940 kg (4,94 mt/ha) per hectare en Australië 2,8 mt/ha . De wereldproductie lag eind vorige eeuw rond de 900.000 ton: India (171.000), Kazachstan (122.000), VS (100.000), Mexico (97.000), Argentinië (44.000) en Australië zijn de grootste leveranciers. [7] Maar ook Canada, Italië, Spanje en Turkije produceren significant. En nog pakweg vijftig landen. [17]
1. Kleur-/verfstof
De bloemen van de saffloer worden al duizenden jaren gebruikt om verfstoffen voor textiel uit te winnen. Geel (carthamidine) of rood (carthamine). Vooral de rode kleurstof was waardevol, omdat het een mooie helderrode kleur oplevert. Als vuistregel: om te verven heb je ongeveer hetzelfde gewicht in bloemblaadjes nodig als het gewicht van het stuk textiel dat je wil verven. Gele verfstof wordt verkregen door de bloemblaadjes op te lossen in water. De pulp die daarna overblijft wordt niet weggegooid, maar gedroogd en dan opgelost in loog, waarna de rode kleurstof ontstaat.
De kleurstoffen zijn helaas niet erg lichtecht, en toen dus in 1884 de chemische kleurstof Congorood in de handel bracht, verdween saffloer als verfstof snel van het toneel.
2. Medicinaal
Sinds tenminste de 11e eeuw wordt saffloer in de Chinese heelkunst toegepast. Hij wordt daar gezien als een plant die de bloedsomloop bevordert, Er wordt bijvoorbeeld een thee van (onder andere) saffraanbloemen voorgeschreven bij klachten rondom hart en vaten en menstruatie. Het is ook een ‘warme’ (Yang) plant, die vooral ‘koude’ (Yin) mensen kan helpen, geheel volgens de theorie van evenwicht. En tenslotte smaakt saffloer ‘scherp’, wat hem dan weer goed zou maken voor (opnieuw) hart, en ook voor de lever.
Ook in de Arabische en Griekse wereld stond saffloer al bekend om zijn geneeskrachtige eigenschappen. Dioskurides, een Griek die in Anatolië (groot deel van het huidige Turkije) had gestudeerd en diende in het Romeinse leger, noemde saffloer in zijn boek ‘De Materia Medica’ (1e eeuw na Christus). Hij schrijft dat de bloemen als bijgerecht werden gebruikt, en dat de ‘tot sap bewerkte zaden’ (vermoedelijk olie) met honingwater of kippenbouillon de buik (darmen) reinigen (maar slecht zijn voor de maag). Er werden blijkbaar ook balletjes mee gemaakt om ‘de buik te verzachten’ – tegen verstopping? Sap van saffraanzaden (de olie dus) werd daarvoor gemengd met amandelen, anijs, natron (een mengsel van natriumbicarbonaat en soda, dat in de Egyptische woestijn aan de rand van zoutmeren werd aangetroffen, en in het oude Egypte voor allerlei dingen werd gebruikt), honing, en vijgen.
In veel middeleeuwse en wat latere geschriften zien we saffloer ook terug. In de Lage Landen vermeldt Dodoens in het Cruydt-Boeck dat saffloer (Carthamus / anders Wilden Saffraen of Bastaert Saffraen) in de tuinen gezaaid wordt. Letterlijk:
“Dit cruyt wort gesaeyt in sommighe hoven-ende weiden oft bouwlanden van Italien/ Spaegnien ende Vranckrijck. Plinius verhaelt in het 15 Capittel van sijn 25 boeck / dattet in Italien bij tijden van den keyser Vespasianus noch onbekent was / ende alleen in Egyptenlandt geacht ende ghebruycht wierde/ doch niet in de spijse maar in siede van olie / door de groote vettichheyt die in het saet is.”
Volgens hem kan saffloerolie gemengd met “hydromel (mede) of hoender sop (kippensoep)” worden gebruikt om de stoelgang te bevorderen en vocht en taai slijm af te drijven.
Het zou werken tegen buikpijnen en verstopping en ook tegen kortademigheid en hoest. Voorts dat van het binnenste merg van het zaad een zeer bekend en krachtig geneesmiddel (geneesmengelinge) wordt gemaakt en verkocht. Diacarthamou genaamd. We begrijpen dat het een laxeermiddel is. In de naam van het medicijn zit Carthamus verwerkt. En hij geeft een aardige tip: tegelijk met saffloer kun je het beste een maag-verzachtend kruid innemen (zoals anijs), plus iets dat de werking versnelt (zoals gember). Je schijnt er namelijk ook nogal misselijk van te kunnen worden.
De bloemen, in honingwater, zouden goed zijn voor de lever en tegen geelzucht. Dodoens vergeet niet om te vermelden dat saffloer-bloemen gebruikt kunnen worden om eten geel te kleuren.
Tabernaemontanus noemt het in zijn ‘New volkommen Kräuter-Buch‘ (1664) Spindel of Spillendistel en schrijft “Ist auch ein fremdes Gewächs in Deutschland” en dat het in Niderländisch wild Bastaert Saffraen heet. Hij vermeldt de naam attractilyda. die die men in Candia (Kreta) en omliggende eilanden aan de plant geeft. Het komt volgens hem in het wild voor in Gallia Narbonensis (thans bekend als de Provence in Frankrijk). Hij is er kort over. Volgens zijn notities helpt het zaad met peper en wijn vermalen “denen so von Scorpionen gestochen seynd.”
Steven Blankaart in ‘Den Neder-landschen herbarius oft kruid-boek der voornaamste kruiden’ (1698) schrijft over Carthamus “Op yder top komen bollen voort, soo groot als een Moskaten-noot, bestaande uit seer veele spitse en stekende schubagtige blaadjes; hier uit komen eindelyk veele Saffraan-koleurige veselen, en den opregten Saffraan soodanig gelyk, dat men, volgens het gesigt, daar geen onderscheid in kan sien, maar is sonder reuk, en heeft weinig smaak.” Volgens hem komt saffloer niet in het wild in Nederland voor en wordt zaad meest uit Duitsland, Frankrijk en Italië gehaald. Blankaart zegt dat de plant bloeit in de Hoi-maand (juli) en Braak-maand (juni).
In het Huishoudelyk Woordboek’ van M. Noel Chomel (1743) staan talloze geneesmiddelen. We lezen dat het zaad wordt gebruikt in een middel tegen winderig koliek. En de Tabletjes Diacarthamus worden voor veel kwalen gebruikt.
Tenslotte: in Moldavië werd saffraan in de volksgeneeskunst schijnbaar voor het opwekken van abortussen gebruikt. Fascinerend is dat recent wetenschappelijk onderzoek aantoont dat er stoffen in de bloemen van saffraan zitten die inderdaad de baarmoeder kunnen laten samentrekken.
3. Olie
Het zaad van saffloer levert olie. De zaden lijken wel wat op zonnebloempitten, alleen kleiner en driehoekiger. Een goed bevruchte bloem levert 10 tot 15 zaden; bij de bloemen uit onze tuin waren er ook veel waar helemaal geen zaad in gezet had. Waarom is niet helemaal duidelijk. In India wordt saffloer veel geteeld als olie-gewas; gemiddeld zo’n 20 tot 30% van de totale wereldproductie van saffloerolie komt daar vandaan. Van oudsher gebruikt men saffloerolie in India om mee te koken.
Volgens [4] is de belangstelling voor saffloerolie in de tweede helft van de twintigste eeuw gegroeid vanwege aandacht voor de gezonder eten. [7] Meldt dat het voor ca. 74% uit essentiële linolzuurtriglyceriden bestaat.
Maar saffloerolie wordt tegenwoordig ook als ingrediënt gebruikt in allerlei voedingsmiddelen en in cosmetica. In de VS worden, met name voor dat doel, drie hoofd-types van saffloer commercieel geteeld:
– Het eerste type levert olie die veel enkelvoudig onverzadigde vetzuren bevat (oleïnezuur, oftewel Omega 9). Dit is gezond, maar niet essentieel – ‘essentiële vetzuren’ kan ons lichaam niet zelf aanmaken en moeten we dus uit onze voeding halen. Deze olie is stabiel bij hoge temperaturen en kan worden gebruikt om in te frituren. Maar ook voor cosmetica, eetbare coatings, en babyvoeding.
– Het tweede type levert olie die juist veel meervoudig onverzadigde vetzuren bevat (linolzuur en linoleenzuur, oftewel Omega 6). Die olie kun je juist beter niet verhitten en hij moet dus ook koud worden geperst. Hij wordt gebruikt als ingrediënt in supplementen voor gewichtsverlies en ontstekingsremming. Maar om het magische gezondheidseffecten toe te kennen (wat door sommigen gedaan wordt) gaat op basis van de literatuur wat ver: Omega 6 vetzuren krijgen we namelijk over het algemeen via onze voeding ruim voldoende binnen.
Voor de finesses van Omega 3 – Omega 6 – en Omega 9 verwijzen wij graag wat naar Loethe Olthuis daarover schreef in haar boek ‘Zin en Onzin in de Supermarkt’.
Het derde type saffloer: dat heeft witte zaden en wordt geteeld als ingrediënt voor vogelvoer. Vooral papegaaien schijnen er gek op te zijn. Die zullen dan wel geen hartklachten krijgen.
Saffloerolie wordt ook gebruikt bij het maken van zeep, crèmes en andere cosmetica (met name vanwege het hoge vitamine E-gehalte) en zonnebrandcrème. En als ingrediënt voor verf, omdat het een olie is die niet vergeelt. Vermengd met kalk wordt het als ‘rouge’ verkocht [6] .
Genetische manipulatie
De genen van saffloer zijn schijnbaar relatief makkelijk te manipuleren om olie te produceren met unieke kenmerken, waardoor saffloer in het vizier is gekomen van veredelaars en genetische manipuleerders. Er wordt onder andere geknutseld aan een variant die een biologisch afbreekbare, recyclebare, en zeer goed werkende olie als vervanging van smeerolie zou kunnen leveren.
Brandstof en honing
De droge stengels worden gebruikt als brandstof en soms worden de vezels gewonnen om papier van te maken. Recent onderzoek heeft gewezen op de unieke samenstelling en hoge kwaliteit van saffloer-honing, die vooral in het noordwesten van China verzameld wordt. En de bloemen kom je af en toe tegen als snijbloem in boeketten, of als droogbloem (geliefd omdat saffloer zijn kleur behoudt).
Veevoer
Als de olie uit de zaden is geperst blijft er meel over. Dat bevat veel eiwit en is heel geschikt als gezonde toevoeging aan veevoer. Het wordt tot koeken geperst (net zoals lijnzaadkoeken) of als meel door andere ingrediënten gemengd. Ook vers loof van saffloer kan als veevoer worden gebruikt; dat doen boeren in de VS soms als een vroeg invallende vorst het gewas vernielt voor de zaden goed rijp zijn.
Grappig detail: Saffloer wordt vanwege de stekeligheid van oudsher in India juist als afscheiding geplant om huisdieren te weren uit andere gewassen.
Culinair
De bloemen van de saffloer worden gebruikt als substituut voor saffraan – openlijk of stiekem. De bloemblaadjes zijn eetbaar, ze lijken behoorlijk op de meeldraden van de saffraan-krokus en ze geven dezelfde gele kleur af aan voedsel. ‘Armeluis-saffraan’ dus, of nep-saffraan: veel van de verschillende namen van saffloer (zoals het Duitse ‘Falscher Saffran’ en het Engelse ‘bastard saffron’) verwijzen hiernaar [4].
Van de bloemen kan thee (tisane) worden getrokken. De zaden kun je rauw of geroosterd eten als snack of je kunt ze over gerechten strooien. Volgens [1] worden de bloemen in Spanje en de Levant gebruikt om voedsel te kleuren. Net als nog steeds in Zuid-Amerika. Dat zou in de 17e eeuw ook in Engeland het geval zijn geweest.
[2] is iets specifieker en noemt boter, drank en snoep. De voedselindustrie gebruikt het alom als kleurstof en alternatief voor saffraan. Zaden kunnen worden gebakken en in chutney worden verwerkt en als stremsel voor melk. En blad zou als stoofgroente worden gegeten al dan niet met sojasaus [2]. Jonge scheuten en jong blad kun je ook als groente eten.
Niemand drinkt natuurlijk een glaasje saffloerolie. En in Nederland zijn weinig mensen te vinden die saffloerolie gebruiken bij koken of bakken. En, zoals we hiervoor al schreven, de samenstelling van saffloerolie kan sterk variëren (dat geldt overigens voor alle oliën en vetten). De onderstaande tabel met het vergelijk van voedingswaarde moet met enige marge worden gelezen:
Per 100 gram | Saffloerolie | Olijfolie | Lijnzaadolie | Boter |
Energie (kcal) | 883 | 883 | 882 | 735 |
Vetten | 100 gram | 99,8 | 99,8 | 82,5 |
– verzadigd | 8,9 | 14,5 | 12,5 | 54,0 |
– enkelvoudig onverzadigd | 10,1 | 75,5 (Omega 9) | 17,5 | 23,5 |
– meervoudig onverzadigd | 72,8 (Omega 6) | 9,5 | 68,5 (Omega 3) | 3,5 |
Vitamines | ||||
– E | 34,1 milligram | 14,4 milligram | 19,95 milligram | 2,32 milligram |
– K | 7,1 microgram | 60,2 microgram | 4,3 microgram | 7,0 microgram |
Teelt
Saffloer is een eenjarig gewas en een warmtekiemer, die in het voorjaar gaat kiemen bij een temperatuur van ongeveer 15 graden Celsius. De optimale temperatuur is 22-35 graden. Saffloer kan slecht tegen vorst. De plant is overwegend zelfbestuivend. Ze wordt 50-120 cm hoog.
Zaaien | in de volle grond, na de IJsheiligen (midden mei) 2 à 3 cm diep 15-30 cm uit elkaar Of eerder in de kas op een warmtemat in een tray |
Uitplanten | Na de IJsheiligen, gevoelig voor wortelstoring. (Ter plaatse zaaien geniet voorkeur.) De planten vallen makkelijk om, hulp van bosschage, stokken of takken is handig. |
Oogst | Verse bloemen voor medicinale toepassing: juli-augustus Ze bloeien een lange periode, er komen steeds nieuwe bloemen aan, die van geel naar oranje naar rood verkleuren tijdens de bloei. De bloemblaadjes moeten dan uit de bloemhoofdjes worden geplukt en uitgespreid op een krant worden gedroogd . |
Bodem & Standplaats
Saffloer is geen moeilijke plant, maar houdt niet van al te veel vocht, want is gevoelig voor schimmels. Hij kan goed tegen droogte en houdt van warme zomers en een zonnige standplaats. Ook de bodem kan het best droog en goed gedraineerd zijn. Saffloer is tot op zekere hoogte zout-tolerant maar houdt wel van een redelijk rijke bodem en kan daarin diep wortelen. Die diepe wortel komt de plant ook van pas in drogere streken. Wij hebben geen rijke bodem in onze Eetbare Siertuin, mogelijk blijven de planten daardoor wat ieler.
Rassen
Er zijn allerlei commerciële rassen van saffloer, sommigen specifiek geschikt voor vogelvoer (met wit zaad), anderen met ‘Omega-9’ olie of juist ‘Omega-6’ olie. Er zijn ook minder stekelige variëteiten, zeer geschikt voor in de (sier)tuin en voor in boeketten.Verschillende rassen zijn gevoelig voor kruisbestuiving dus kunnen beter niet te dicht in elkaars buurt worden geteeld.
[3] merkt op dat de saffloer in Noord-Amerika geteeld, haar basismateriaal uit Europa heeft. Maar dat Noordamerkiaanse selecties nu op hun beurt in Egypte, Spanje en andere landen worden geteeld.,
Zaadteelt – vermeerderen
Als de bloemen en stengels uitdrogen en bruin worden kun je de zaden oogsten. Ze moeten makkelijk uit de hoofdjes te wrijven zijn. Wacht niet te lang want dan zijn ze er vanzelf al uitgevallen. Bij commerciële teelt van saffloer duurt het hele traject van zaaien tot oogsten van het zaad ongeveer 120 dagen.
Ziekten en belagers
Saffloer is gevoelig voor schimmels bij vochtig weer of een te natte standplaats. Dat is vooral een probleem bij grootschalige teelt, maar het kan in ons klimaat natuurlijk ook in de tuin toeslaan. Voldoende afstand tussen de planten helpt, net als een beetje een open standplaats.
Literatuur: [1] Sturtevant’s Edible Plants of the World; [2] Cornucopia; [3] Dictionary of cultivated plants and their regions of diversity; [4] The Oxford Companion to Food; [5] Planten uit de Bijbel; [6] Mrs. Grieve – A Modern Herbal (1931); [7] Nutzpflanzen 8. Auflage; [9] Pharmazeutische Zeitung, #15, 2000; [10] Agrifarming.in 28-03-2016; [11] Heirloom Organics; [12] Vegetation History and Archaeobotany · July 2009: Carthamus species in the ancient Near East and south-eastern Europe: Archaeobotanical evidence for their distribution and use as a source of oil; [13] NDSU Safflower Production, rev. aug 2019; [14] dier-en-natur.infonu.nl; [15] Wikipedia DE, FR; [16] ABC News, Safflower oil hailed by scientists as possible recyclable, biodegradable replacement for petroleum 6-6-2020; [17] 7th International Safflower Conference, Wagga Wagga, Australië
Dankjewel Maartje, voor deze mooie informatie over de Saffloer.
Ik heb zitten smullen van alle info en toepassingsmogelijkheden.
Zelf kweek ik de saffloer voor de zadenverkoop en de verfmogelijkheden, maar nu zal ik zeker ook de culinaire en medicinale mogelijkheden gaan proberen.
Ook wil ik graag een link naar dit artikel plaatsen op mijn website, waar ik de zaden aanbied. Is dat OK?
groet, Hedwig
Geen dank Hedwig, heel graag gedaan, het is een prachtige en fascinerende plant. Leuk als je de link plaatst!