De wereldwijde voedselproductie en alles wat daarmee samenhangt (van kunstmest tot tractoren tot zaden tot brood bakken tot slachten tot financieren) wordt gedomineerd door grote bedrijven. Een recent rapport van een kleine onderzoekclub (ETC Group, een NGO), waarover een artikel verscheen in The Guardian, laat zien hoe schokkend die dominantie is. En ook hoe die in de afgelopen jaren alleen maar is toegenomen.
Begin 2017 schreven we al over de Konzernatlas van het Heinrich Böll Stiftung.
Het is een krachtig (Engelstalig) rapport dat de moeite waard is om in z’n geheel te lezen, in de lange of de korte versie. Mocht je dat niet zien zitten – lees dan vooral verder.
Een markt was ooit een plein vol kramen
Overal ter wereld is het begrip markt een plein met kramen, of gewoon kleedjes waarop verkoopwaren zijn uitgestald. Maar nu even terug naar de economieles op school: Economen gebruiken het woord markt ook voor een abstracter geheel van vraag en aanbod. De markt voor bestrijdingsmiddelen, bijvoorbeeld. Zo’n markt zonder kramen of kleedjes is zelden perfect, maar idealiter kun je als klant in elk geval kiezen uit een veelheid aan aanbieders. En kunnen aanbieders kiezen uit een veelheid aan klanten. Dan kan er een gezond evenwicht ontstaan. Als er namelijk veel aanbieders zijn, maar weinig klanten, dan worden prijzen soms ongezond verlaagd of worden andere trucs uitgehaald om toch maar te verkopen. Als er juist veel klanten zijn, maar weinig aanbieders, dan heeft de klant niks te kiezen en moet een te duur – of inferieur – product accepteren.
Geen gezond evenwicht
Goed. Je voelt het al aankomen. In de markt voor agrarische en voedselgerelateerde spulletjes is een gezond evenwicht ver te zoeken. Er zijn veel klanten maar weinig aanbieders. Een handvol grote bedrijven heeft het voor het zeggen. En de klanten – jij en ik – hebben dat te accepteren. Maar nu komt het: In tegenstelling tot een echt marktplein met kramen, is het voor jou en mij helemaal niet zo duidelijk dat er weinig te kiezen valt. Bijvoorbeeld omdat die grote bedrijven soms wel honderden verschillende merknamen gebruiken, waardoor het lijkt alsof je bij een ander bedrijf koopt. Of doordat hetzelfde bedrijf gedeeltelijk eigenaar is van een heleboel andere bedrijven. Allerlei rookgordijnen dus.
Kapot voedselsysteem
ETC heeft de markt onderzocht van diverse landbouw- en voedselgerelateerde zaken. En daar komen geen frisse zaken uit. Zelfs de verkorte versie van het rapport bevat zoveel informatie, over zoveel verschillende onderwerpen, dat het nauwelijks samen te vatten is. Maar hierin ligt een belangrijke oorzaak van het wereldwijd kapotte voedselsysteem. De bedrijven die op de achtergrond opereren zijn te groot, te onzichtbaar, en ze hebben teveel macht. En wij staan erbij en kijken ernaar.
Zaden en landbouwgif
Griezelig, dat is de beste manier om het te omschrijven. De wereldwijde handel in chemische middelen voor de landbouw (pesticiden, herbiciden, fungiciden, enzovoorts) is volledig verweven geraakt met de commerciële zaadhandel. En die zaadhandel was al heel sterk geconcentreerd in de handen van enkele bedrijven.
Bijna alle voedselproductie in de wereld begint bij zaad. Zelfs het vlees: onze dieren eten immers voor een groot deel plantaardig voedsel zoals soja en mais, dat uit industrieel zaad wordt opgekweekt. En nu komt het:
Slechts vier (4!) bedrijven hebben de helft van de wereldwijde markt in landbouwzaden in handen, en diezelfde 4 bedrijven samen controleren 62% van de markt voor landbouwgif.
Het gaat om Syngenta, Bayer, BASF en Corteva. Syngenta was ooit een Zwitsers succesverhaal, maar is sinds 2017 effectief in handen van de Chinese staat. Een mooi voorbeeld van de lange termijn visie van de Chinese overheid: de wereld controleren hoeft niet via militaire macht. Strategisch een briljante zet. Maar ook wel enigszins griezelig.
Een zaadje is geen zaadje
Een zaadje is een zaadje, zou je toch zeggen. Als ik een plant in mijn tuin heb, en ik bewaar daar een paar zaadjes van, dan kan ik die volgend jaar weer planten en heb ik (ongeveer) dezelfde plant. En in geval van een boer: bewaar een zakje maiskorrels, en strooi ze volgend jaar weer over je akker. Helaas, das war einmal. Tegenwoordig wordt in de commerciële landbouw gebruik gemaakt van zaden van speciale kruisingen, de zgn F1-hybriden. Die leveren een goede opbrengst, maar de zaden daarvan zijn niet geschikt om opnieuw te planten; in principe komen de oudergewassen op die heel andere eigenschappen kunnen hebben. De boer moet dus elk jaar opnieuw zaad kopen bij de zaad leverancier. Slimme zet. Het wordt nog erger: de zaadbedrijven zijn bezig steriele F1-hybriden te leveren. Die planten leveren helemaal geen vruchtbaar zaad meer op.
Patenten
En dit: Er wordt gewerkt met combinaties van zaad en chemische middelen. Bijvoorbeeld het beroemde ‘Roundup-Ready’ zaad: dat is behandeld zodat de planten die eruit groeien tegen de gifstof Roundup kunnen. Terwijl alle andere planten (ongewenste kruiden) die het wagen hun kop op te steken op de akker, daar wel subiet aan doodgaan. Dit is je reinste koppelverkoop. Maar zo wordt dat in de landbouw blijkbaar niet gezien.
Een nog ondoorzichtiger vervolg is in de maak, met allerlei technologie die ingrijpt in de genen van planten en dieren. Allemaal gepatenteerd, allemaal draagt het bij aan het verdienmodel van dezelfde grote bedrijven. Dus nog helemaal los van de discussie of je gentech zou moeten willen, en wat dan precies wel of niet tot gentech behoort, is dit geen goed idee. Behalve dan voor die bedrijven zelf natuurlijk, die hun macht vergroten.
De boer zit klem
Wat mij na het lezen van dit rapport wel heel helder voor ogen staat is de penibele positie van boeren. Raar eigenlijk, dat de meeste boeren nog altijd relatief kleine ondernemers zijn, eenpitters, gezinsbedrijven. Terwijl de rest van de agrarische en voedsel producerende keten om hen heen bestaat uit gigantische internationale commerciële bedrijven. Boeren zitten daardoor klem. Ze zijn afhankelijk van die paar bedrijven als leveranciers: voor het kopen van zaden, gifstoffen, kunstmest, machines, diermedicijnen, diervoer…… De individuele boer heeft zelf weinig in de melk te brokkelen als het om onderhandelen gaat over prijs of kwaliteit.
Andersom hetzelfde: De individuele boer levert aan gigantische supermarktketens, handelaars of voedingsconcerns. Ook vergeleken bij zijn afnemers is de boer dus klein. Natuurlijk zijn er meer of minder succesvolle coöperaties, waarin boeren zich verenigen om samen sterker te staan. Maar ook binnen landbouwcoöperaties heeft de individuele boer aan invloed en macht ingeboet.
Calimero en valse vrienden
Je zou er als boer een calimerocomplex van krijgen. In sommige landen zien boeren en landarbeiders letterlijk geen uitweg meer. Bij ons richt de boosheid van boeren zich vooral op de overheid (en op burgerlui die niks van het boerenleven begrijpen) terwijl hun moeilijke positie toch voor een groot deel veroorzaakt wordt door de industrie om hen heen – in hun eigen sector. Het trieste is dat die gedeeltelijk legitieme boosheid van boeren door het agro-industriële complex verdraaid, gebruikt en aangewakkerd wordt om er zelf beter van te worden. RTL-Z maakte er een inzichtelijke filmpje over (zie hierboven). Valse vrienden: de grote bedrijven verdienen veel geld over de rug van de boeren.
Toekomstboeren
Gelukkig zijn er ook boeren die het anders doen. Zoals de toekomstboeren. En de meeste biologische en bio-dynamische boeren. Zij kiezen een andere weg: kleinschaliger, lokaler, meer los van de grote industrie. Niet makkelijker, wel beter.
Heftig om te lezen. Goed dat jullie dit schrijven.
Beste Norbert,
Wat goed dat je in 2017 al wees op de grote wereldconcerns in de landbouw Want Het verbaast mij dat de al sinds 2019 protesterende gangbare boeren niets melden in de discussie over de meest machtige landbouwconcerns van de wereld zoals Cargill, Monsanto en Bayer en niet verder komen dan een blokkade van een Jumbo verdeelcentrum. Of de boeren weten dit niet of ze willen het niet weten!
En ineens na drie jaar actie en discussie met te grote trekkers zie ik op de site van Foodlog aandacht voor deze
Verder las ik pasgeleden een boek van Jan Paul Smit uit 2000 over de geschiedenis en rol van Cargill in de wereld. het boek heet Duistere machten. en ik las het boek van Meino Smit naar een duurzame landbouw in 2040 over het energieverbruik in gangbare landbouw. In het laatste boek ook een foto van de landbouw in ongeveer 1940 waar een maaidorser wordt getrokken door 20 paarden. Trouwens op jouw foto is de boer met os aan het eggen en niet aan het ploegen, maar dit terzijde
Misschien en ik hoop dat je deze boeken al kent, maar anders bij deze
Dank voor je uitgebreide reactie, Jan. Inderdaad er is nog veel meer over dit onderwerp te schrijven en te lezen. De grote handelaars in agrarische bulk producten (ADM, Bunge, Cargill en aanverwanten) zijn een beetje de dark horses. Volledig onbekend bij het grote publiek maar ondertussen supermachten. Ik ga eens op zoek naar dat boek over Cargill. Meino Smits boek ligt op mijn bureau – zijn inzichten over het energiegebruik in de landbouw zijn ongelofelijk belangrijk. En de boer, hij egde voort 😉 (dat pas ik even aan, staat dus ook fout bij de bron van de foto).
Weten wij dit al niet jaren? Maar wat doen we eraan? Ik zie twee mogelijkheden: alleen zuiver biologische producten kopen en goed nadenken op wie je stemt. Partij voor de dieren? Beide een druppel op een gloeiende plaat!!!
Ja, we weten het al jaren, en er verandert niet veel aan. Wat je zelf kunt doen is zaadvaste planten en zaden kopen (die je dus zelf weer kunt vermeerderen), biologisch of biodynamisch eten kopen, en/of bij lokale boeren en producenten kopen. In het kleine zijn dat daden van verzet. Stemadvies geven wij helaas niet 😉 maar hoe groener hoe beter!
Kijk eens naar het burger initiatief van ‘land van ons’, dat land opkoopt en daar vervolgens biologisch/ dynamisch op laat boeren.
Ook procedeerde ze succesvol tegen de komst van het enorme datacentrum van Facebook op belangrijke gezonde vruchtbare grond.
MergenMetz als wegbereider voor Toekomst Boeren! geweldig, ik ben het van hart eens met het aanhalen van het ETC rapport en de algehele stemming die een werkelijkheid weerspiegeld die vrijwel niemand kent, noch waar wil hebben.de afgelopen 60 jaar zijn er 238.000 boerenbedrijven uit Nederland verdwenen, niemand die daar van wakker heeft gelegen. De boeren incluis, want buurmans land is maar één keer te koop, dus dan kan je zelf uitbreiden. Het protsest is begrijpelijk, maar het directe gevolg van slap overheidsbeleid, want er had al enkele decannia geleden moeten worden ingegrepen. Industriele landbouw is over har hoogtepunt heen. Kringllop landbouw (Chriten Unie) Natuur-inclusieve landbouw (GroenLinks) en al die groene & ecologische varianten hebbne de toekomst. Waar zijn al die jonge Toekomst boeren waar we om zitten te springen? De landbouw heeft echt veel meer mensen nodig, maar ga dan lokaal en doe me met die 480 voedselgemeenschappen die in rap tempo toenemen. Korte ketens heet dat nu. Je koopt je dagelijkse voeding van de man of vrouw die je kent en vertrouwd. Geweldige perspectieven dienen zich aan!