De van oorsprong Belgische wetenschapster Valerie Trouet schreef een fraai en lekker leesbaar boek over dendrochronologie: de techniek om uit jaarringen van bomen informatie te halen. Want aan die jaarringen kun je niet alleen zien hoe oud de boom is, maar ook of er goede of slechte jaren waren tijdens zijn leven. Op die manier is een beeld van het verleden te reconstrueren; bijvoorbeeld van droogte, kou, of bosbranden. En wordt duidelijk dat we inderdaad te maken hebben met klimaatverandering.
Winnaar Jan Wolkersprijs 2020
Bomen – levende, of dode in de vorm van stukken oud hout gevonden in de bodem, of in archeologische opgravingen – kunnen ons op die manier heel veel vertellen.
Niet erg hip
Ooit studeerde ik aardrijkskunde. Daar kwam dendrochronologie zijdelings aan bod als een van de vele technieken waarmee onderzoekers de ouderdom van een object kunnen vaststellen. In mijn herinnering was dendrochronologie toen niet erg hip. Tellen van jaarringen van een boom, duh, nogal laagtechnologisch. Dat kan zelfs een kind.
Wat ook kan hebben meegespeeld is dat op dat moment radiometrische datering (C-14, bijvoorbeeld), wel ‘hot’ was. De kwaliteit daarvan was omhoog gegaan en de kosten omlaag, waardoor het voor meer onderzoekers binnen bereik kwam. En dat was wat je moest hebben. Natuurlijk is het ook zo dat geografen vaak langere tijd terug willen kijken, bijvoorbeeld in bodem-afzettingen die tienduizenden of honderdduizenden jaren oud zijn. En daarvoor is dendrochronologie niet geschikt: dendrochronologen kunnen op dit moment maximaal ongeveer 12.650 jaar terug in de tijd kijken.
Maar leeftijd zegt alleen iets over hoe oud het is. Niets over de omstandigheden. Klimaatverandering was tijdens mijn studietijd eind jaren 1990, bekend bij een select gezelschap van onderzoekers, maar nog geen breed gedeelde publieke zorg. En zoals Valerie Trouet in haar boek laat zien, is dendrochronologie als onderzoeksmethode nu juist zeer waardevol gebleken bij het onderzoek naar klimaatverandering in de afgelopen honderden tot duizenden jaren.
Geen new-age bomen-knuffel-boek
‘Wat bomen ons vertellen’ is dus geen new age bomen-knuffel-boek. Maar een vrij terzake populair-wetenschappelijk boek. Het kijkt op een andere manier naar de wereld dan de meeste boeken: Via een specifieke techniek, in plaats van via een bepaalde onderzoeksvraag of een bepaald onderwerp. Dus dit boek gaat niet over klimaatverandering, of over het voorkomen van bosbranden in het westen van de VS, of over de kleine ijstijd in de Europese middeleeuwen. Het gaat over dendrochronologie. En aan de hand van die techniek, die de schrijfster telkens op een toegankelijke manier uitlegt, komen al dat soort uiteenlopende onderwerpen aan bod. Dat is verfrissend en het biedt een aardig inkijkje in het dagelijks leven van een wetenschapper.
Anekdotes
Natuurlijk lardeert Trouet haar boek ook met de nodige anekdotes. Over hoe wetenschappers soms succesvol samenwerken, en hoe door (vaak informele) uitwisseling van ideeën soms de mooiste dingen ontstaan. Over veldwerk: met rugzakken vol boren voor dag en dauw in afgelegen gebieden tegen bergen oplopen, om oude bomen te zoeken, en hopelijk met nog zwaardere rugzakken vol hout-monsters weer af te dalen. En over eindeloos data crunchen per computer en hopen dat een gerenommeerd tijdschrift jouw artikel wil publiceren. Zeker als jonge vrouwelijke wetenschapper is dat geen gelopen race, hoe goed je artikel ook is.
Lees dit als je meer wil begrijpen over klimaatwetenschap
Maar voor wie is dit boek nu bedoeld? Het leest vlot, maar is toch soms behoorlijk ‘technisch’. De anekdotes zijn vaak leuk en leerzaam. Het is soms een beetje te uitleggerig, teveel alsof Trouet een serie colleges voor studenten heeft omgevormd tot boek.
Ik vond het in elk geval heel leuk om te lezen – maar ja, ik ben dan ook geograaf, en ook nog eens bovengemiddeld geïnteresseerd in klimaatverandering. Want dat is in dit boek wel heel goed: Het laat zien hoe een deel van de gegevens verzameld is waarmee een beeld gevormd wordt van ons klimaat in het verleden. En waarom die gegevens mede bewijzen dat ons klimaat inderdaad verandert, en niet alleen door natuurlijke oorzaken. Als je daar iets meer van wil begrijpen, en je houdt van bomen, dan is dit boek een aanrader.
Titel | Wat bomen ons vertellen, een geschiedenis van de wereld in jaarringen |
Van | Valerie Trouet |
Uitgever | Uitgeverij Lannoo |
ISBN | 978 94 01 466752 |
Verschenen | mei 2020 |
Prijs | € 22,99 (geen cent meer) |
Verkrijgbaar bij | Kies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze. |
We kunnen heel veel over de inhoud van dit boek vertellen. Over hoe ze begon, haar studie, de eerste contacten, waarom juist in Arizona – of all places – het onderzoeksinstituut voor dendrochronologie is gevestigd. Of dat in West-Europa in de Middeleeuwen de eiken- en beukenbossen intensief werden geëxploiteerd voor bouw van kastelen, schepen enzovoorts. En dat in die tijd 15% van het land was overdekt met bossen. (Wat hebben we de bossen nu hard nodig!).
Maar dat doet Valerie Trouet al.
Nieuwsgierig?
Ik vond het een geweldig boek, maar ik ben dan ook een leek op dit gebied. Trouet bouwt haar verhaal op, vertelt uit herinneringen en wijdt je in de materie.