Een Tuin Barstensvol Bloemen

Wil je een fraaie bloementuin die gonst van leven en waar jaarrond iets te beleven is? Maar je weet niet hoe? Dan biedt dit boek ‘Een Tuin Barstensvol Bloemen’ een mooie opstap met veel houvast.

Het is een boek voor Eveline. Zij vroeg mij een maand of twee geleden wat een goed boek voor haar zou zijn. Want ze wil(de) haar tuin bloemrijker maken en omdat ze van GroenLinks is, ook zeer natuurvriendelijk. We hadden net ons recensie-exemplaar ontvangen, maar ze zei dat ze al een boek had gekocht.
Dat kan lang niet zo goed zijn als dit boek.

Een Tuin Barstensvol Bloemen is voor iedereen die zelf een complete, weelderige bloementuin wil aanleggen of een fraaie zoemende border langs het gazon. Als je het niet zelf wil uitzoeken, niet zelf een beplantingsschema wil maken, neem dan contact op met Anthonetta van Bergenhenegouwen van Bloemen in de Tuin. Dan maakt zij een beplantingsschema.

Binnen de 220 bladzijden die dit boek telt wordt heel veel informatie verschaft. En te bedenken dat het ook nog eens rijkelijk is voorzien van fraaie foto’s. Dus als je zegt: Ja, ik wil meewerken aan meer biodiversiteit, ja, ik wil een fraaie bloementuin dan is dit een erg leuk boek.

TitelEen Tuin Barstensvol Bloemen
VanLucy Bellamy (vertaling Alberthe Papma, eindredactie Nicole Willemse)
UitgeverUitgeverij Jan van Arkel
ISBN978 94 6224 057 9
Verschenenapril 2020
Prijs€ 24,95
Verkrijgbaar bijKies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze.
Lekkermakende foto’s – zo kan je tuin er straks uitzien als het hoogzomer is

In de uitleg van de basisbegrippen wordt kort en krachtig duidelijk gemaakt dat het om biodiversiteit gaat en dat kunstmest en bestrijdingsmiddelen uit den boze zijn: het gaat om natuurlijke plaagbestrijding. De ene plant moet als het ware de andere helpen of beschermen.

De eerste hoofdstukken slepen je als het ware de bloementuin in. Er worden bloemennamen / soortnamen gedropt en wat aardigs over de specifieke planten gezegd. Trekken ze de bijen, gaasvliegen of zijn de winterse zaaddozen vogelvoer. Zo wordt een beeld opgebouwd – iets wat je straks in je eigen tuin ook wil, natuurlijk.

Werk met de natuur mee, niet tegen de natuur.

“Als je ziet dat planten worden opgegeten, kun je het beste gewoon even een stapje terug doen. Voor de korte termijn lijkt het verleidelijk naar een handvol slakkenkorrels of chemische verdelger te grijpen, maar op de lange termijn werkt dat alleen maar averechts.”

Dat sluit aan bij wat wij bezoekers aan onze tuinen zeggen: De natuur zoekt balans. Vogels, egels, padden eten slakken. Maar gun ze de tijd om zich te settelen in je paradijs. Gun de natuur de tijd om het balans te vinden.

Alle aspecten van een natuurlijke – nee, sorry, natuurvriendelijke – bloementuin worden besproken. Kort, dat wel, want je moet niet vergeten dat een opleiding tot deskundig tuinontwerper wel wat langer duurt. Maar zelf ontdekken blijft natuurlijk het leukst. Want dit boek is leerzaam genoeg om de eerste stappen te zetten en dat ellendige grasveld te veranderen in een oase van bloemen voor alle seizoenen.

We worden lekker gemaakt met paginagrote foto’s uit lente, zomer, herfst en winter onder de noemer ‘Jouw Nieuwe Tuin’. Dus zo je nog mocht twijfelen, vertelt dit boek hoe je nieuwe tuin er uit gaat zien 😊

Plantbeschrijvingen

Er worden veertig planten- en grassoorten beschreven en acht bolgewassen. De plantbeschrijvingen zijn op eigenschap ingedeeld. Handig, maar onthoud dat de natuur zich niet in vakjes laat stoppen. Vanuit ontwerpoogpunt is het echter wel handig. Zo wordt er bijvoorbeeld onderscheid gemaakt in bloemschermen (fluitenkruid, Zeeuws knoopje, venkel, enzovoorts), ronde vormen (herfstanemoon, aster, zonnehoed e.d.), verticale lijnen (zilverkaars, kattenkruid, ezelsoor en meer).

Per plantsoort zijn de beste rassen/cultivars vermeld, welke dieren ze trekken, waar ze goed bij passen. In een korte beschrijving links worden de eigenaardigheden vermeld. De meeste bloemen houden van zon, dus zonnige standplaats wordt niet zo zeer genoemd, maar wel bijvoorbeeld schaduw of halfschaduw.

We missen grondsoort, want een plant die het in de vette klei uitstekend doet, kan ernstig falen op arme zandgrond. En er lijkt niet erg rekening te worden gehouden met de plantgemeenschappen. Cor van Gelderen noemt het ecosystematische ontwerpen. Wat hoort bij elkaar. Dat is een ruim en rekbaar begrip: maar in essentie komt het erop neer dat je moet kijken naar de natuurlijke habitat van de plant. In dit boek staat bijvoorbeeld dat een geranium goed past bij nectaroscordum siculum, salvia nemorosa, rudbeckia occidentalis en de gras sesleria autumnalis (blauw gras). Maar bij deze salvia staat dat ze bij geranium en rudbeckia past en maar ook bij nepeta racemosa en gras stipa tenuiussima. Dus er is enig overlap en enig niet-overlap. Niet alle planten houden van elkaar. Enfin, dat ga je dus zelf merken. Zoals wij dat, met onze ervaring, ook nog steeds elke dag merken.

Eigenlijk is dit een kant-en-klaar ontwerp.

Na de beschrijving van de planten worden tips gegeven hoe je een beplantingsplan moet maken. Dat wordt met fraaie, weelderige illustraties ondersteund. Je zou het zo 1:1 over kunnen nemen.
Als je plan klaar is, moet je de planten kopen – duh! – en planten. Ook daar worden wat aanwijzingen voor gegeven. Het boek eindigt met fraaie foto’s uit de praktijk, ‘Tips bij tegenvallers’ en handige tabellen.

Fijn is de index op plantnamen – Latijn – en een index op volksnamen, dus Nederlandse namen.

Plaats een reactie