Handboek Ecologisch Tuinieren – geheel vernieuwd

Velt Handboek Ecologisch Tuinieren - coverDit is een tuinboek. Maar wat voor een! Ontwikkeld, gekneed, herkneed gedurende meer dan drie decennia op basis van jarenlange ervaringen van tientallen overtuigde en kritische ecologische tuiniers. Alleen al het zeskoppige leescomité van deze editie telt samen 225 jaar moestuinpraktijk. Koop het. Punt uit.

Hoe makkelijk wordt het je gemaakt? Onze bijbel

van het moestuinieren is na twaalf jaar geheel herzien. Wat moet je dan schrijven als je je al her en der op onze website al lyrisch over de vorige versie uit? De intro hierboven werd mij op een presenteerblaadje aangeboden: Het is de eerste alinea van ‘Woord vooraf’. Beter had ik het niet zelf kunnen verwoorden.

Koop het (!) en je merkt al snel dat het onmisbaar is.

Bij dit boek staan vrijwel alle andere moestuinboeken in de schaduw. Elke rechtgeaarde moestuinier die ook biologisch te werk wil gaan, hoort het te hebben. Ook al denkt u: maar ik heb al vier moestuinboeken. Het is misschien geen sexy boek, het is zwart-wit uitgevoerd, zonder foto’s maar wel tekeningen waar nodig. Maar het is dan ook een bijbel van bijna 700 pagina’s. Koop het en u merkt dat het een onmisbaar werk is. (Als je tevens lid wordt van Velt – € 30,00 / en wie wil dat niet? – krijg je korting.)

Titel Handboek Ecologisch Tuinieren (vierde, volledig herziene druk)
Van Herbewerking 2014: Geert Gommers, Frank Petit-Jean, Greet Tijskens
Uitgever Velt vzw
ISBN 978 908 161 289 0
Verschenen november 2014
Prijs leden: € 29,95, niet-leden: € 38,50, boekhandel: € 43,–
Verkrijgbaar bij Leden kunnen het via hun eigen afdeling verkrijgen. Verder alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we de Velt webwinkel aan.

Vruchtwisseling

Op basis van ons eigen gebruik van de (nu) vorige uitgave, weten we dat we bij onze opzet van de moestuin eerst het hoofdstuk Vruchtwisseling (hoofdstuk 5) grondig hebben doorgenomen. Zo kwamen wij tot onze opzet van een zesjaars wisselteeltsysteem met de juiste volgorde van de gewasgroepen.

In dit hoofdstuk wordt (uiteraard) het nut van vruchtwisseling uitgelegd (tegen aaltjes, tegen knolvoet en meer) en de wachttijd eer er weer een gewas van dezelfde groep op hetzelfde stuk grond mag staan, bemesting en zo veel meer.
Het is onze ervaring dat als er problemen ontstaan, we zelf teruggrijpen op de betreffende hoofdstukken om bij te leren. Je kunt kwalijk die 700 bladzijden uit je hoofd leren 😉

Plantbeschrijvingen

Voorbeeld plantbeschrijving - spinazie
De beschrijving van spinazie. Een ‘ordinaire’ groente die vier bladzijden verdient.

In hoofdstuk 9 t/m 16 worden de gewasgroepen en elk groenteras beschreven. Zeer uitgebreid. Dus bij de bladgroenten eerst de samengesteld bloemigen: kropsla (botersla), ijsbergsla, bindsla, stengelsla, snijsla, krulsla, eikenbladsla […..], molsla (paardenbloem), andijvie, groenlof, roodlof (radicchio), kardoen, gekroonde ganzenbloem (nieuw!). Dan de posteleinfamilie, de valeriaanfamilie (veldsla), de ijskruidfamilie (ijskruid, nieuw-zeelandse spinazie), de ganzenvoetfamilie (spinazie, tuinmelde, snijbiet

En dan een paragraaf over ziekten en plagen die deze bladgroenten ten deel kunnen vallen.
Deze cyclus herhaalt zich tot het einde van het boek: een gewasgroep, daarbinnen een familie en daarbinnen de groentesoorten. Aanbevolen rassen worden bij de soortbeschrijvingen genoemd.
Elke groentesoort telt minimaal een pagina, vaak twee en soms wel vier.

Het gaat te ver om elke groentensoort hier te behandelen. Maar, geloof ons, er staan erg veel handige tips en illustraties in. Twee voorbeelden:

Voorbeeld plantbeschrijving - witlof illustratie 300x317
Over het intafelen van witlo(o)f. Onder aarde, maar in emmers in de kelder kan het ook.
Voorbeeld plantbeschrijving - waterkers illustratie 300x317
Over het telen van waterkers. Dit is nieuw. We hebben het al eens geprobeerd in modder in de vijverrand. Dat was geen succes.

De andere hoofdstukken

Deze nieuwe uitgave staat nog dichter bij de alledaagse praktijk van de moestuinier.Zo ongeveer de eerste helft van het boek gaat over aardse zaken. En hoofdstuk 8 over ‘Ziekten en plagen’ en wat je daar op biologische wijze aan kunt doen. Dat zijn, de inleidende hoofdstukken over o.a. de geschiedeninis (Historiek) buiten beschouwing latend, 320 pagina’s.
Wij moestuinieren al heel lang. Nadat we ons wisselteeltschema hadden opgesteld en uitgezocht hadden welke bedden hoeveel mest moesten krijgen (bemestingsschema) doken we de plantbeschrijvingen in. De hoofdstukken over de fysiologie van de plant, de bodem, ongewenste kruidgroei (leuk: geen onkruid) en ziekten en plagen, sloegen we later op als we door ogenschijnlijke problemen op zoek waren naar een oplossing.
Pas nu valt ons hoofdstuk 6 Teeltmaatregelen op en de inhoud ervan (gereedschappen, eenmalige werkzaamheden, jaarlijkse werkzaamheden enzovoorts). Dat is niet vreemd. In de vorige versie komt ook een hoofdstuk met die titel voor, maar de inhoud is – op het oog – geheel anders.
Het lijkt erop dat deze nieuwe uitgave nog dichter bij de alledaagse praktijk van de moestuinier staat.

Slechts twee punten van kritiek

Geen boek is perfect, dus moeten we de twee dingen vermelden die ons zijn opgevallen:
1. Varkensmest. In het hoofdstuk over dierlijke mest wordt bij varkensmest uitgegaan van de intensieve varkhouderij. Ja, die mest is dun, omdat het o.a. met urine wordt afgevoerd. En ja, die mest stinkt onaangenaam. Maar zoals wij de bonte bentheimers houden, maken varks gewoon drollen. Drollen die lijken op paardendrollen. Misschien iets kleiner. En de mest voldoet uitstekend!
2. Achterin het boek, bij ‘Referenties & Nuttige adressen – websites’, voelen we ons gepasseerd. Pfoe! Wat denken ze wel in Vlaanderen. Met gepaste bescheidenheid mogen we toch wel zeggen dat een uitgebreide website als mergenmetz.nl, met die vele en zeer uitgebreide plantbeschrijvingen daarbij niet had misstaan (Oké, we plagen een beetje).

 

 

 

 

Plaats een reactie