Een lauwwarme salade van bieten in blokjes, boekweit en geplukte makreel. Op smaak gebracht met wat prei en kruiderij
- 200-250 gr boekweit
- 200 gr prei in heel dunne ringen
- 1 fikse gerookte makreel (250-400 gr vis)
- peper & zout
- beetje nootmuskaat
- scheutje banyuls azijn
- 1 eetl ghee (geklaarde boter)
- 700 gr gekookte bieten in blokjes
-
Verse bieten uit de tuin zijn het allerlekkerst. Afhankelijk van de grootte, een uurtje of minder koken. Wij zetten eerst de grote op en doen er later in twee of drie stappen de kleine bij. Met een vork of keukenmesje even prikken of ze gaar genoeg zijn. Afgieten en onder stromend koud water met de hand pellen. Af laten koelen.
-
Kook de boekweit. Dat duurt meestal een kwartiertje. Het lijkt dan kleverige pap geworden, maar als het wat afkoelt, kan je het met de vork mooi los maken.
-
Snijd de bieten in kleine blokjes.
-
Pluk de gerookte makreel in hapklare brokken.
-
Smelt de ghee in een stevige pan (kasserol). Niet te hoog vuur. En smoor de preiringen.
-
Doe de bietenblokjes erbij. Bak even door.
-
Doe de boekweit erbij en schep door tot het mooi verdeeld is.
-
Vuur mag uit. Doe er wat – niet te veel – geraspte nootmuskaat door. En dan voorzichtig de stukjes makreel. Vervolgens een klein scheutje azijn (er kan later altijd meer bij) en breng op smaak met peper en zout. (En misschien nog een pietsie azijn.)
- De ghee kan vervangen worden door een neutrale olie, zoals arachide-olie. Roomboter kan ook.
- Voor boekweit kan natuurlijk ook rijst worden gebruikt. Maar boekweit is geen graan dat wel zo wordt gebruikt, en glutenvrij (daar doen wij niet aan, maar willen het wel even vermelden).
- De Banyuls-azijn is bijzonder smaakvol. Appelazijn zou een goede vervanger kunnen zijn, of een klein beetje balsamico.
8 oktober 2019
Het tuinseizoen loopt ten einde. Dat wil zeggen, we kijken reikhalzend uit naar de wortels en knollen. Dat is een deel van ons wintervoedsel. We kuilen straks bieten, penen en meer in en hopen daar voldoende aan te hebben tot in het voorjaar de eerste bladgroenten de kop op steken. (Dat kunnen ook wilde groenten zijn.)
Dus tijd voor het eerste bietengerecht.
Het was moeilijk om het wat pezazz te geven. In het boek Smaakvrienden van Angélique Schmeinck zag ik bij bieten o.a. staan dat Banyuls azijn een goede vriend is. Dat is een bijzonder smaakvolle, zo niet een beetje sterke, azijn. We krijgen vaak een flesje als onze vriend Martin weer eens in die streek op vakantie is geweest.
Efin, alle twijfels omtrent de smaakvolheid van dit eenvoudige doch voedzame gerecht werden door mrs. M weggenomen die een paar keer ‘Ik lust nog wel wat’ zei.