U kunt een marinade maken van de onderstreepte ingrediënten. Laat het vlees daarin 24 uur marineren, haal het eruit, dep het droog en zeef de marinade (vocht bewaren).
U kunt deze ingrediënten ook later toevoegen, daar waar straks staat dat er marinade bij moet.
Smelt de boter in een koekenpan, braad het vlees hierin aan. Strooi er peper en zout over en bak de stukken vlees, evt. in porties, rondom mooi bruin. Hevel ze over in een warme kasserol. Braad het daar op matig vuur nog wat door met de spekjes erbij. Giet de cognac erbij en blus af met ca. 2½ dl marinade. Laat het vlees in circa 1½ uur gaarstoven. Voeg evt. wat extra marinade toe tijdens het garen. (Als u niet tevoren heeft gemarineerd, wordt hier wijn en de andere ingrediënten toegevoegd). Voeg een ½ paddenstoelenbouillontabletje toe naar smaak. Proef het op zoutgehalte. Verkruimel op het laatst de 4 plakjes ontbijtkoek door de saus, deze geven extra smaak en binding.
Bak intussen de champignons en dan de sjalotjes bruin (als je zilveruitjes gebruikt hoef je ze niet te bakken). Doe dit op het laatst door de stoof. Verfijn de saus op het laatst met een scheut kookroom.
29 oktober 2009
Meerdere malen gemaakt, de laatste jaren. Maar ditmaal geen champignons gebakken en toegevoegd, maar gedroogde en daarna geweekte boleten (o.a. eekhoorntjesbrood / porcini). Plus wat weekvocht. Heel even meestoven. Verder blijft dit een puik gerecht.
· Bij gebrek aan cognac – alleen héééél goede in huis – sherry gebruikt.