De Zwitserse banketbakker Emil Gerbeaud verhuisde in 1882 naar Budapest. Dat was toentertijd het walhalla van het banket – en misschien nog steeds. Midden in Boedapest staat het statige koffiehuis Gerbeaud, eigenlijk gestart door Emil’s zakenpartner Henrik Kugler. In de communistische tijd heette het Café Vörösmárty, maar nu is het weer Gerbeaud.
Op 1 februari 2017 overleed de Hongaarse topchocolatier Tibor Szántó. In 2015 zochten wij hem op, en ja, we aten in Boedapest taart bij Gerbeaud. Helaas was Tibor geen lang leven gegund en met zijn dood verdween zijn chocolade. Zijn toenmalige hulp Zsuzsanna Ötvös was onlangs enkele dagen onze gast. Zsuzsanna maakt thans furore als banketbakster. Ze had in het vliegtuig een heuse zserbó meegenomen. Alleen de chocola ontbrak, die werd er bij ons over gestreken.
Op haar instagram pagina kunt u zien wat Zsuzsanna nog meer maakt.
De kracht van deze taart is dat ie niet alleen hartstikke lekker is, maar dagen tevoren kan worden gemaakt en dagen erna nog goed houdbaar is.
Ingrediënten
Deeg: 250 gr bloem, 150 gr koude roomboter; 50 gr poedersuiker; 1 theel bakpoeder; snuf zout; 1 klein ei; 1-2 eetl room;
Vulling: 300 gr abrikozenjam; 150 walnoten, gemalen; 8- gr poedersuiker;
Toplaag: 100 gr pure chocolade; 1 eetl roomboter
Bereiding
1) Het beste is om de ingrediënten voor het deeg in een keukenmachine tot een kruimelig geheel te draaien. Doe dan het ei erbij en kneed het deeg snel. Indien nodig een beetje room erbij, zodat je een mooie, soepele bal krijgt. Laat een uur in de koelkast koelen.
2) Deel het deeg in vier min of meer gelijke ballen en rol ze met een deegroller (evt. wat bloem erover strooien) tot 20×20 cm uit.
3) Plaats de eerste laag deeg, op een vel bakpapier, in een bakblik. Smeer een derde van de abrikozenjam erover. Besprenkel gelijkmatig met een derde van de gemalen walnoten. En wat poedersuiker. Leg de tweede laag deeg erover en herhaal. Leg de derde laag deeg erover en herhaal. Leg de vierde laag deeg erover.
4) Bak gedurende pakweg een (dik) half uur in een oven die op 180 graden is voorverwarmd. Het moet lichtbruin zijn. Laat vervolgens helemaal afkoelen.
5) Breng de taart over op een rek, en wel zo dat de bodem nu de bovenlaag is. Dus omkeren. Dat ziet er ook beter uit, want de bodem is gedurende het bakken echt helemaal plat.
6) Smelt de chocolade met de boter. Smeer dit over de taart. Zet in de koelkast om de chocola echt hard te laten worden.
7) Wacht minstens één dag voor het te eten. De smaken moeten lekker in elkaar trekken.
Snijd de rommelige randen van de taart en de rest in mooie (kleine) stukjes.
Eet smakelijk!
Zserbo-taart
Dat wordt smullen!!
Echter…om nu onder punt 1, 3e regel aan te geven …’dat je een mooie, soepele bal krijt’ zet mij weer aan het denken:
Krijten is schrijven maar ook erbarmelijk huilen
Krijt wordt ook wel in gerechten gebruikt , zoals rabarbermoes.
Afin door een g toe te voegen krijgt het recept weer haar volledige waarde.
Groet, Jacques Dekker, Dalfsen
De g is toegevoegd. Fijn dat het zulke mooie gedachten losmaakt 😉
ik ben het deeg aan het maken en de verhouding 250 gr bloem, 160 boter, 1 ei en 2 eetlepels room kloppen niet. het deeg plakt en is te vet! hoe kan dit en wat moet ik doen?!
had ik maar beter naar mijn tante Magdus geluisterd…, zucht!
Je zou Zsuzsanna Ötvös kunnen opzoeken op Facebook of zo, en het haar vragen. Ze spreekt in elk geval behalve Hongaars ook Engels 🙂
Hier vind je haar op Facebook https://www.facebook.com/zsuzsanna.otvos