Naam
Komkommer behoort tot de botanische komkommerfamilie Cucurbitaceae, waartoe ook de pompoenen en courgettes behoren. Cucumis is een geslacht binnen deze familie.
De Latijnse naam Cucumis zou zijn afgeleid van curvatura, bochtig, omdat het kromt. Geen kromkommer, in dit geval bedoelt men de klimmende ranken en hechtranken.
Deze verklaring vinden wij wat vergezocht. Meer aannemelijk is de afleiding van het Keltische woord cucc (vaas) en/of het Latijn cucuma (ook vaas). Bedenk dat in Afrika heel wat kalebassen werden en misschien nog worden gebruikt als emmer, vaas of beker. Want het geslacht Cucumis telt zo’n driehonderd soorten. Het is een van de meest gegeten vruchtgewassen ter wereld. Maar verreweg de meeste komen voor in Afrika. Alleen die ene, waarvan ‘onze’ komkommers stammen, komt uit India.
De Italiaanse naam cetriolo komt van het Latijnse citrulus en dat verwijst naar de gele kleur die een komkommer krijgt als hij rijp is.
Historie
Tot voor kort nam men aan dat de komkommer al heel lang in onze contreien werd verbouwd en dat de Grieken en Romeinen het al kenden. Maar dat ligt sinds 11 september 2011 wat anders [10], daarover later meer.
De Bijbel
In het Oude Testament, Numeri 11:5 wordt de komkommer genoemd: “Wij gedenken aan de vissen, die wij in Egypte om niet aten; aan de komkommers, en aan de pompoenen, en aan het look, en aan de ajuinen, en aan het knoflook.” Dat heb je, honger, als je met Mozes uit Egypte wegtrekt en veertig jaar in de woestijn ronddoolt. Maar niet getreurd, de Israëlieten werden ook komkommertelers, want Jesaja 1:8 zegt: “En de dochter van Sion is overgebleven als een hutje in den wijngaard, als een nachthutje in den komkommerhof, als een belegerde stad.”
Hebben ze het over de komkommer of toch wat anders?
Land van Oorsprong
In West-Azië wordt ze al 3000 jaar verbouwd. Aan de zuidelijke hellingen van de Himalaya, in wat nu de Indiase deelstaat Sikkim is. Daar komt ook de zogenaamde Sikkim-komkommer vandaan, die we als de oerkomkommer beschouwen. Waarschijnlijk om zijn ruwe uiterlijk. De vorm van een rugbybal van 15 cm en een bruine, ruwe net-achtig getekende huid als van een galiameloen. In 1848 is de Sikkim komkommer herontdekt door de Brit Sir Joseph Hooker.
(Thans kibbelen wetenschappers erover of Cucumis sativus var. hystrix dan wel C. sativus var. hardwickii de oer-oervorm is. Volgens [16] de eerste.)
Maar de komkommer – of wat men toen als komkommer beschouwde – was in elk geval goed bekend bij de Grieken en Romeinen. (Of niet? Zie verderop!)
[8] en [10] melden dat in Theophrastus’ Historia Plantarum wordt vermeld dat bij de komkommer sommige bloemen steriel zijn. Dat wijst op serieuze teelt. Want eerst produceert de komkommer mannelijke bloemen. Pas later komen de vrouwelijke en vindt er bevruchting plaats. Althans, dat is de natuurlijke gang van zaken.
Plinius de Oudere heeft het in zijn Naturalis Historia in boek XIX hoofdstuk 23 over komkommers. Hij schrijft dat keizer Tiberius (42 v Chr – 37 n Chr) het hele jaar rond komkommers wilde eten. Daartoe werden verhoogde bedden gemaakt die voortdurend naar de meest zonnige plaats in de tuin werden gereden. In de winter werden de vruchten onder glas geteeld. Verder schrijft hij dat er komkommers in diverse kleuren en maten zijn, dat de grote komkommers door de Romeinen pepo’s worden genoemd. (Thans zeggen de Italianen nog steeds pepino tegen kleine komkommers.)
Leuk is dat Plinius zegt dat komkommers naar het water bewegen. “Als je een vat gevuld met water op vier vingers van de plant plaatst, is de komkommer er de volgende ochtend in afgedaald. Als je het met olie vult, buigt de komkommer.” Hij meldt ook dat er in Campania (onder Napels) een komkommer in de vorm van een kweepeer is geteeld. Vandaag de dag kennen we nog de citroenkomkommer, niet vanwege de smaak, wel vanwege rond en geel. Apart, maar niet bijzonder lekker.
Culix
En, zeer opmerkelijk, “Er zijn enkele personen die aanbevelen het zaad van de komkommer in het sap van het kruid dat bekend staat als de culix te weken; de producten, zeggen ze, zullen zeker groeien zonder zaden.” Helaas is door alle wetenschappers van de wereld niet eenduidig vast te stellen wat met culix wordt bedoeld.
Het is vage taal, maar de meeste komkommers die vandaag de dag in de winkel liggen hebben geen zaden.
In boek 20, hoofdstuk 6, in een slotopmerking in een hoofdstuk over elf geneeskrachtige toepassingen van meloenachtige vruchtgewassen, staat een recept: “Geschild en in olie met azijn en honing gekookt, is het zeer smakelijk”. (Toen waren de schillen nog hard.)
De Romeinen maakten geen onderscheid tussen de komkommer en de meloenvariëteit Cucumis melo var. chate die er uitziet als een komkommer. Een ietwat zoete komkommer. In [11] staat dat alle wetenschappers het erover eens zijn dat de ‘chate’ reeds in het Egypte van de farao’s werd genuttigd. De verwarring komt door de kleine ovale meloenen die ook komkommers zouden kunnen zijn, getekend op de wanden van graftomben.
Karel de Grote had de komkommers in de tuinen bij zijn kastelen in zijn rijk. In de Capitulare de villis et cortis (812) stond wat er allemaal in de moestuinen moest worden geteeld. Zo ook de cucumeres. Waarbij het dus onduidelijk is of dit de meloenkomkommer (chate) of de echte komkommer was.
De komkommer zou, volgens [16] in 1597 uit Oost-Indië in Nederland zijn aangekomen.
Meloenen en komkommers
Dat hellende vlak met de meloenen ebt nog door in de eerste kruidenboeken, van o.a. Rembert Dodoens. Er zijn de meloenen, de komkommers en de meloenkomkommers. Allemaal cucumis.
In zijn Cruydt-Boeck (1644) hij heeft de ‘ghemeyne oft tamme concommeren’ en de ‘langhworpighe oft slanghe concommeren’ duidelijk onderscheiden als Cucumis vulgaris, thans C. sativus. De eerste is klein, augurkachtige vruchten, de langghworpoghe is, uh, langwerpig. “Behalven dese isser noch een soorte van Concommeren diemen Wilde oft Esels Concommeren noemt.” Die lijkt, vanwege de grootte en de stekels, verdacht veel op de, wat we vandaag distelkomkommer noemen.
De geschiedenis herschreven
[10] beschrijft een nogal recent onderzoek naar de introductie van de komkommer. Dus helemaal niet uit de Himalaya naar de Grieken, Romeinen en hopla, noordwaarts Europa in.
Op basis van iconografisch onderzoek – onderzoek naar tekst en afbeeldingen – komt men tot de conclusie dat de komkommer pas rond 1300 in noordelijk Europa opdook.
Het onderzoek is voornamelijk een kwestie van heel goed naar afbeeldingen kijken: een komkommer versmalt zich naar het steeltje, een meloen doet dat niet. En teksten terugvolgen.
Tot het jaar 500 kenden de Romeinen de komkommer niet. (Voor zover er toen nog sprake was van een Romeins Rijk.)
Kennen en eten zijn twee verschillende dingen. Volgens de onderzoekers werd de komkommer pas in de elfde eeuw een teeltgewas in Zuid-Italië.
Uit Arabische geschriften van Ibn Juljul (voluit Abu Dawud Sulayman ibn Hassan Ibn Juljul, arts en farmacoloog in Andalusië) blijkt dat pas halverwege de tiende eeuw – dus zeg het jaar 950 – de komkommer in Andalusië werd geteeld. Er werd in die tijd al naarstig handel gedreven tussen Arabieren en Perzen enerzijds en India en China anderzijds [12]. Het Arabische woord voor komkommer is khyar – خيار – dat is afgeleid van het Hindi khira. En Hindi werd in het hele Indiase subcontinent gesproken.
Rond 850 verscheen Paradise of Wisdom, een medisch werk van Ali ibn Sahl Rabban al-Tabari, waarin een hoofdstuk aan de komkommer is gewijd. Dit boek geldt als oudste werk van de Islamitische wereld. ‘al-Tabari’ houdt in dat de man in Tabaristan leefde, dat is noordelijk Iran aan de Kaspische zee. Dus de komkommer was heel lang Aziatisch en daarna Perzisch-Arabisch “bezit”.
Een van de belangrijke bewijsvoeringen in [10] is dat alle oude geschriften wijzen op een vrucht met ruwe, ietwat harige schil, terwijl de komkommer glad is. Jonge meloenen zijn daarentegen harig.
De onderzoekers wijzen er bovendien op dat veel oude afbeeldingen slecht van kwaliteit zijn en vaak afbeeldingen van afbeeldingen. Tractatus de Herbis (Zuid-Italië, ca. 1440) is zo ongeveer het eerste werk dat verschil laat zien tussen een komkommer en een pompoen/meloen.
De onderzoekers van [10] stellen dat de komkommer via twee routes naar Europa kan zijn gekomen:
[1] vanuit Perzië (Iran) naar het oosten en dan het noorden;
[2] via de scheepvaartroute van India naar het westen en zuiden
Waarvan akte.
China en de Nieuwe Wereld
De komkommer bereikte in de tweede eeuw voor Christus China, ze kwam daar via de zijderoute en werd meegebracht door de Chinese diplomaat Zhang Qian (164 – 114 v.Chr.), gedurende de Han Dynastie. Vandaaruit vervolgens over de rest van Oost-Azië [12]. In 1494 kwam het met Columbus’ tweede reis naar de nieuwe wereld – eerst Haïti en daarna de Amerika’s. Maar eigenlijk waren het Europese immigranten die het naar noordelijk Amerika brachten, waar de Mandan Indianen zich tot hele goede telers bleken te ontwikkelen in het gebied van thans Noord– en Zuid-Dakota.
Vandaag de dag
De komkommer is een van de meest gegeten vruchtgewassen ter wereld. Het is een klimplant met heuse hechtranken. Sinds pakweg 1960 wordt het in de Lage Landen in verwarmde kassen geteeld. Daarvoor was het een zomers tuinbouwgewas, dat vaak op zonnige zandhellingen werd geteeld. Volgens het CBS werd in 1950 ongeveer 53 miljoen kilo komkommers geteeld, in 2015 was dat maar liefst 405 miljoen kilo. Daarmee staat het op de dertiende plaats in de lijst van komkommerproducerende landen (totaal zo’n 80 miljard kilo). China is met meer dan 54 miljard kilo onbetwist leider.
In 2009 hebben wetenschappers – een paar Nederlanders en Denen een heel veel Chinezen – het complete genoom van C. sativus in kaart gebracht [14]. In 1950 leverde een vierkante meter in Nederland 10 kg op, in 2015 80 kg. Lang leve de glastuinbouw. Maar wat kostte een komkommer in 1950 en wat kost deze nu? En wat gaat de toekomst brengen?
Culinair
Eerst even dit: het schijnt zo te zijn dat komkommer spijsverteringsproblemen kan geven. Een van de meest opvallende kenmerken is dat je er van gaat boeren. Maar er is een selectie met de naam ‘burpless’. Less is minder, maar uitgesloten wordt het dus niet.
Vroeger werd de komkommer als veroorzaker van winderigheid en boeren gezien en waren ze vaak bitter. Door selectie zijn deze kwalen min of meer verdwenen, hoewel je bij bepaalde (oude) rassen heus nog wel eens een bittere komkommer kan aantreffen.
Wat is een goede komkommer? Druk op de steelkant en als die zacht is, is ie oud. De komkommer moet overal hard en sappig zijn. Komkommers worden rauw gegeten of gekookt of gewokt in Oosterse gerechten. Of gepureerd in sauzen en soepen.
Komkommers schillen of niet? Er gaan allerlei verhalen over. De een zijn grootmoeder zegt: nooit schillen, want …. (winderigheid, boeren, weet ik veel wat). De ander zegt het tegenovergestelde. Schil de komkommer als het voor het gerecht moet en als de schil lelijk en hard is.
Bewaren
Moderne rassen en cultivars hebben een dunne schil – want de consument houdt niet van een dikke schil – en drogen snel uit. Daarom liggen ze vandaag de dag in een plastic krimpfolie in de winkel. Persoonlijk vinden we dat verwerpelijk. Bewaar ze niet in de koelkast, maar op zo’n 13 graden Celsius. Of natuurlijk in het zuur inmaken, als augurken, maar dan de komkommer in schijven snijden.
Gezondheid
Komkommer als verkoelend middel en tegen verbranding (zonnebrand) is genoegzaam bekend, mogen we veronderstellen. Net als dat het helpt tegen zwellingen, rimpels en andere huidirritaties.
De bitterstoffen lactucine en lactucopicrine worden als ‘goed voor de gezondheid’ betiteld en, in 2014 ontdekt, remmen kankertumoren [15].
De zaden bevorderen de spijsvertering. Komkommer is ook diuretisch, d.i. vochtafdrijvend en helpt bij plasproblemen, maar ook speekselvorming en bevorderen daarmee ook het gevoel van dorst.
Sap van de geplette bladeren wordt gebruikt als een braakmiddel.
“Voor drooge en zwarte Tongh in heete sieckten: Neemt geschilde komkommer, snijtse in dunne schijfkens, doetse in schoon water, en leghtse daer na op de Tongh.” Aldus Peter Nylant in zijn Nederlandtse Herbarius of Kruydt-boeck, 1682
Voedingswaarde
Komkommer, rauw ongeschild, per 100 gram:
calorieën | 15 kcal |
water | 95,23 gr |
eiwitten (proteïne) | 0,65 gr |
vet (lipiden) | 0,11 gr |
koolhydraten | 3,63 gr |
voedingsvezel | 0,5 gr |
suikers (totaal sucrose, glucose, fructose, lactose, maltose, galactose) | 1,67 gr |
disachariden | |
mineralen | natrium 2 mg; kalium 147 mg; calcium 16 mg; magnesium 13 mg; fosfor 24 mg; ijzer 0,28 mg; koper 41µg; zink 200 µg, mangaan 79 µg; selenium 0,3 µg |
Vitaminen: | |
Retinol (A) | 0,00 maar bètacaroteen 45 µg |
thiamine (B1) | 27 µg |
riboflavine (B2) | 33 µg |
niacine (B3) | 98 µg |
pantotheenzuur (B5) | 259 µg |
vitamine B6 | 40 µg |
folaten (totaal – B9/ B11) | 7 µg |
cobolamines (B12) | 0,00 |
ascorbinezuur (C) | 2,8 mg |
Vitamine D | _ |
vitamine E (alfa-tocopherol) | 0,03 mg |
Vitamin K (phylloquinone) | 8,5 µg |
Aminozuren | rijkelijk aanwezig tussen 5 mg (tryptofaan) en 196 mg (glutamine) |
Lipiden: | |
Verzadigde vetten | 37 mg |
Enkelvoudig onverzadigd | 5 mg |
Meervoudig onverzadigd | 32 mg |
Cholesterol | 0,00 |
Betaine | 0,1 mg |
Choline | 6 mg |
Glutathion | _ mg |
alfa-linoleenzuur (omega-3 ALA) | _ mg |
Eicosapentaeenzuur (omega-3 EPA) | |
Gamma-linoleenzuur (omega-6 GLA)) | |
Flavonoïden: | |
Isorhamnetine (flavonoide) | 0,00 |
Quercetine (flavonoide) | 0,00 |
Kaempferol (flavonoide) | 0,1 mg |
Nul is ook een waarde. Wat onbekend is, is niet ingevuld.
Teelt
In warmere streken als kruipende plant in het open veld. In Nederland kan dat ook met bepaalde Zuid-Europese rassen, maar is de kas of koude bak aan te bevelen om een misoogst te voorkomen. Komkommer is namelijk, net als augurk, gevoelig voor slecht weer.
Zaaien | eind maart/begin april binnen, in potjes. Of een maand later in de koude bak. |
Uitplanten | Een maandje later. Houd rekening met nachtvorst dat grofweg tot de IJsheiligen kan voorkomen. Maar koude bak en zeker de kas, zijn vrij veilig. |
Oogst | vanaf medio juni tot eind september (volle grond: augustus – september) |
In de koude bak één plant per raam. De plant wordt na het vierde blad getopt. Dan ontstaan zijranken, zgn. hoofdranken, waarvan u er vier overhoudt. Deze leidt u naar de hoeken van het raam. Nieuwe zijranken worden op het derde blad gesnoeid. Zo creëert u een “volle bak” met een plant. 25 of meer vruchten per plant.
In de kas uitplanten op 60 cm en langs een touw omhoog leiden. Lage zijscheuten wegnemen, hogere (vanaf ½ m van de grond) snoeien na het eerste of tweede blad, zo gauw er een vrucht begint te vormen.
Plantafstand: in de volle grond 40 cm en 1 m tussen de rijen. In de kas ook zoiets.
Water: Als ze behoefte tonen. Tja, komkommers bestaan grotendeels uit water, dus wat vochtige grond mag.
Bemesting
Veel compost en geen kali (dat is vnl. voor wortelgroenten)
Bodem & standplaats
Komkommers houden van warme grond. Half verteerde compost in of onder het plantgat doet goed. Sommigen maken een heuveltje en planten daar de komkommer op. Zet er dan een omgekeerde plastic fles bij, zonder bodem, zodat u gericht water kunt geven, anders loopt alles het heuveltje af.
In kas of koude bak: veel luchten.
Rassen
Ze zijn er in vele maten en kleuren. Moderne rassen zijn door intensieve selectie parthenocarp, d.w.z. ze ontwikkelen vruchten zonder bevruchting. Geen zaad in het midden. Dat vindt de consument fijn. Blijkbaar.
Er zijn te veel rassen om op te noemen, Wij telen diverse, meest op verzoek van de Heritage Seed Library. Dan laten we enkele komkommers hangen en vergelen en oogsten dan het rijpe zaad.
Leuke (oude) rassen zijn:
King of the Ridge – het zit al in de naam, de koning van de helling (buitenteelt dus, pukkelig)
Sikkim ‘Keizer Alexander’ – knisperig, meloenachtig vruchtvlees
Fruitta Fall F1 (dus niet zaadvast)
Pepino marketeer – heerlijke kleinere, pukkelige komkommer, voor buitenteelt of koude bak
Izjaštšnõi – kort, dik, relatief veel zaad
Sigmadew – uitstekend
Perfection – uitstekend (ietwat pukkels)
Burpless F1 – een komkommer waar je niet of minder van gaat boeren.
Enfin, kijk hier eens bij NAK Tuinbouw, wat een enorme lijst met rassen. Van Ad Raise tot en met ZS 628. Maar liefst 394 actuele rassen. In 2019 vermeerderen we Peking China voor de HSL. En we telen ‘white wonder’ een korte, vrijwel witte komkommer, van voor 1890.
Zaadteelt
Komkommers zijn eenhuizig, d.w.z. zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen groeien in hetzelfde huis. En ze zijn zelfbestuivend. Maar houd rekening met de mogelijkheid van kruisbestuiving. Dus één ras tegelijk telen. Zelf doen, kijk hier.
Ziekten en belagers
Bij slecht weer: meeldauw, spint enz. Daarom geniet de voorkeur een kas of koude bak.
De foto van de stapel komkommers voor de thumbnail, is geleend van Wikimedia Commons, Misiokk