Malva verticillata var. crispa L. of kortweg Malva crispa
Krulmalva, kroeze/gekroesde maluwe, dessertblad, darmscheel-kruid (Nederlands); vegetable mallow, curly mallow, Chinese mallow, cluster mallow, whorled mallow, castillian mallow; farmer’s tobacco (Engels); Quirl-Malve, Krause Malve, Buttermalve, Gemüsemalve (Duits); mauve crépue, mauve verticillée, mauve chinoise, mauve frisée (Frans); ? (Spaans); ? (Italiaans); dong kui gua (Chinees)
Voor recepten met dessertblad klikt u hier (of als vervangen van spinazie c.q. snijbiet)
Malva komt van het Grieks malache, dat weer komt van malassoo, dat zacht betekent, omdat de planten verzachtend slijm bevatten. En crispa betekent gekroesd.
Historie
Laten we beginnen met een leuk citaat van rond 1915 [1]:
Hoewel niet tot de eigenlijke kruiden behoorend, is Malva crispa toch ook in den moestuin op haar plaats. De mooigevormde, fraaigekrulde groote groene bladeren worden aangewend om als ‘dessertblad’ vruchtenschalen te versieren, ten einde de fruit bekoorlijker te doen uitkomen. De zaaitijd is einde-April of Mei. Hetzij uitgedund of uitgeplant wordt, de onderlinge afstand der planten moet nagenoeg een halve meter zijn. In voedzamen, niet te zwaren grond, eenigszins in de schaduw, ontwikkelen ze tot sierlijke, piramidale gewassen, van meer dan twee Meter hoog. De groote bladeren zijn het best voor het doel geschikt. En daar de bladeren kleiner worden naarmate de planten hooger opgroeien, kan men desgewenscht, met tusschenpoozen, meer dan eens zaaien.
Malva’s, de malvaceën of malvaceae, is de kaasjeskruidfamilie. En daar behoort nogal wat toe, weliswaar in verschillende geslachten verdeeld. Veel sier- en ook geurige planten (o.a. stokroos en abutilon) maar ook de lindeboom en de bij ons in het wild voorkomende heemst
(). Malva’s werden hier sinds letterlijk mensenheugenis gegeten. Of dit de dessertblad was, betwijfelen we. Het zal eerder de malva sylvestris – groot kaasjeskruid – zijn, dat vrij algemeen voorkomt. Ook deze plant is lang als groente geteeld.Dessertblad – Malva verticillata (verticaal, vanwege de lange, hoge rechtopgaande groei) crispa – is, naar men vermoedt, afkomstig uit Oost-Azië en Abessinië
. Dat is geografisch nogal een verschil, vinden wij.Ze wordt al zeker 2.500 jaar in de iets meer gematigde streken in cultuur gebracht en is in grote delen van de wereld verwilderd.
De herkomst Oost-Azië, en met name China, ligt meer voor de hand. Het was een belangrijke bladgroente in de tijd vóór de Han-dynastie in China en werd alom geteeld. Kaasjeskruid is in de Huangdi Neijing – gedurende twee millennia de bron van de Chinese geneeskunst – opgenomen als een van de kruiden/groenten ). [15] Geeft aan dat het rond het jaar 500 een belangrijke Chinese groente was. Volgens [10] was het vooral in noordelijk China dat de malva crispa een belangrijke groente was. Pas na de tijd van de Tang-dynastie werd die rol overgenomen door brassica chinensis (pak soi). We spreken dan over ná 1.000 na Christus, voor ons het midden van de Middeleeuwen. Aan het eind van de zestiende eeuw werd het niet zo veel meer geconsumeerd en wordt thans niet meer geteeld, uitgezonderd voor lokaal gebruik in Sichuan en het zuidelijk daarvan gelegen Yunan.
De naam Malva is voor het eerst gebruikt door Plinius de Oudere in zijn Naturalis Historia. Vermoedelijk, we baseren ons op [18], is dit malva rotundifolia (kleine malva) geweest. Pythagoras namens de Grieken en zowel de Romeinen aten het als een vorm van spinazie.
Lucianus beschreef het gebruik van malva bij de Romeinen als garnering van schalen. En zij die te laat kwamen, restte alleen nog het eten van de malvabladeren. [21]
.Het kaasjeskruid is ook opgenomen in de plantenlijst in de Capitulare de villis vel curtis imperii, de landgoedverordening voor de kroondomeinen van Karel de Grote. En ook Dodoens / Dodonaeus schreef er in zijn Cruydt-boeck (Deel 5 boek 21 capitel 28 ) uiteraard over. Hij onderscheid de ‘grote wilde’, de ‘ghemeyne’ (kleine) en de ‘ghekronckelde’ en de ‘boomachtighe’ maluwen.
Plaetse
3.4. De Ghekronckelde ende Boomachtighe Maluwen en hebbe ick nae mijn onthouden nerghens dan in de hoven sien groeyen.
Naemen
3. De derde soorte voert den toenaem van Ghekronckelde Maluwe, in ’t Latijn Malva crispa.
Volgens [8] werd het ‘als moeskruid gekweekt in de koloniën van Weldadigheid’ – daarmee worden de met name Drentse oorden bedoeld die in de negentiende eeuw werden gesticht. Daar werd het als serieuze groente geteeld.
Culinair
Alle kaasjeskruiden zijn eetbaar, doch sommige beter en lekkerder dan andere.
De naam dessertblad refereert aan de tijd (begin 20ste eeuw) dat koks vruchten en dergelijke op het grote blad van deze plant als dessert serveerden.
De handgrote ronde, ietwat gekroesde bladeren met golvende rand, hebben een uitstekende milde smaak. Ze kunnen rauw in salades worden verwerkt. Gekookt of gesmoord heeft het blad een ietwat verdikkende, slijmerige – maar niet negatief bedoeld – werking. In die zin wordt het een noordelijke vervanger van de okra
genoemd. Ze kan als spinazie worden verwerkt maar ook in groentemengsels. (We hebben gelezen dat het half-half met snijbiet wordt gebruikt.) En dus uitstekend geschikt als (basis voor) soep worden gebruikt.In [20] wordt expliciet aangegeven dat in China het blad wordt gestoomd en gegeten met sojasaus en -olie.
Het blad wordt ook gebruikt om tisane
van te trekken.Waarschuwing: De Franse Wikipedia zegt dat het ongeschikt is voor zwangere vrouwen en jonge kinderen. Dat is dan ook de enige keer dat we die verwijzing hebben gevonden, maar we vermelden het hier. Better safe than sorry.
Heilzame werking
Volgens [15] is de plant in Europa met name geteeld vanwege haar gunstige medische aspecten. We lezen dat het een gunstige werking op maag en darmen [9] c.q. spijsvertering heeft. Het vermindert constipatie. Vandaar de oude Nederlandse naam darmscheel-kruid. Een afkooksel werkt als tegengif tegen (minerale) vergiftiging. De wortel werkt tegen nierstenen, is vochtafdrijvend en zou tegen zweren helpen.
We hebben voorts ergens gelezen dat consumeren van de plant het bloedsuiker kan verlagen.
Bewaren
Geen bijzondere bewaarinstructies. Het blad blijft een paar dagen in een gesloten zak in de koelkast goed. Drogen zal ongetwijfeld de methode zijn voor thee/tisane.
Voedingswaarde
Alom wordt de plant geprezen om zijn hoge voedingswaarde, maar we hebben weinig feiten kunnen vinden noch analyses, zoals van hedendaagse cultuurgewassen. Wel is een waarschuwing op zijn plaats: als ze groeit op stikstofrijke grond, kan het blad nogal wat nitrieten bevatten.
Per 100 gram rauw:
calorieën | 37 kcal |
water | |
eiwitten (proteïne) | 3,7 gr |
vet | |
koolhydraten | 7,3 gr |
voedingsvezel | 0,6 gr |
suikers | |
disachariden | |
mineralen | kalium, zie hieronder |
Vitaminen: | |
vitamine A | |
thiamine (B1) | |
riboflavine (B2) | |
niacine (B3) | |
pantotheenzuur (B5) | |
vitamine B6 | |
folaten (totaal – B11/ B9) | |
cobolamines (B12) | |
ascorbinezuur (C) | zie hieronder |
vitamine D | |
vitamine E (alfa-tocopherol) | |
Vitamin K (phylloquinone) | |
Aminozuren | |
Lipiden: | |
Verzadigde vetten | |
Enkelvoudig onverzadigd | |
Meervoudig onverzadigd | 200 mg |
Cholesterol |
Volgens [18] bevat de malva/kaasjeskruid in het algemeen veel vitamine C, kalium, flavonoïden, koffiezuur (werkt celdeling kankercellen tegen) en chlorogeenzuur. En maar liefst 12% slijmstoffen. Kortom, dat klinkt allemaal heel goed.
Teelt
De plant kan als tweejarige worden geteeld, maar eenjarig is aan te raden omdat ze niet zeer vorstbestendig is.
Zaaien | April tot begin juli, in het vrije veld of in potjes. Zaad net onder werken. (Malva crispa zaait zich ook van nature uit.) |
Uitplanten | mei |
Oogst | Voortdurend, het mooie grote lobbige blad plukken. De plant in essentie intact laten. Terugsnoeien kan ook, dan loopt ze weer uit met jonge frisse bladeren. |
De plant kan twee meter hoog worden. Als ze dicht op elkaar staat, ontstaat voedselconcurrentie en zullen de bladen relatief klein blijven. Ze produceert in de bladoksels kleine bleke, soms roze bloemetjes. Voor die sierwaarde hoeft u het niet te doen.
Plantafstand: ca. 40 cm in de rij; 40 cm tussen de rijen.
Water: geen bijzonderheden
Bemesting: matig voedzame grond, dus eigenlijk niets bijzonders
Bodem & standplaats
Zonnig en kan tegen lichte schaduw. Goed doorlatende grond. Als de plant zeer hoog wordt, moet bescherming tegen wind worden gezocht (stokken ernaast).
Rassen
n.v.t.
Zaadteelt
Zelfbestuiver, dus eenhuizig. Makkelijk. In de bladoksels zitten kleine witte bloempjes die uiteindelijk bruinige zaaddoosjes vormen, waarin zaad. Eind juli tot oktober oogsten. Houdbaarheid (koel en droog): 5+ jaar
Groenbemester
Krulmalva wordt in [17] ook genoemd als groenbemester, dus inzaaien op lege bedden en dan tijdig onderspitten.
Ziekten en belagers
Niets noemenswaardigd.
Literatuur: [1] Food Plants of the World; [2] Handboek Ecologisch Tuinieren; [3] Planten voor Dagelijks Gebruik; [4] Groente & Fruit Encyclopedie; [5] Wikipedia -08-2016; [6] Turkenburg’s handboekje voor het kweeken van groenten in den vrijen grond, 1915; [7] Heukels Flora van Nederland; [8] Toegepaste kruidkunde, B.C. van Hall, 1857; [9] Vegetables and Fruits: Nutritional and Therapeutic Values, 2008, Thomas S.C. Li; [10] Food in China: A Cultural and Historical Inquiry, Frederick J. Simoons; [11] FDDB (voedingswaarde); [12] PFAF; [13] Encyclopedia of Organic Gardering; [14] Heirloom plants, Thomas Etty & Lorraine Harrison; [15] Dictionary of cultivated plants and their regions of diversity, A.C. Zeven en J.M.J. de Wet; [16] Creating a forest Garden, Martin Crawford; [17] Dan Große Biogarten-Buch; [18] Enzyklopädie Essbare Wildpflanzen; [19] Sturtevant’s Edible Plants of the World; [20] Cornucopia; [21] The Oxford Companium to Food