Het verdedigingssysteem van Nederland maakte eeuwenlang gebruik van het water: de Stelling van Amsterdam en de Hollandse Waterlinie. Deze zijn in onbruik geraakt en een groot aantal hebben of krijgen een andere bestemming. Een hedendaagse wisseling van de wacht. Dit mooie boek vertelt daarover.
Het mooie weer is begonnen en daarmee is het seizoen om forten te bezoeken geopend 🙂
De Hollandse Waterlinies (meervoud) zijn UNESCO werelderfgoed. (Welbeschouwd hebben we dat aan F.B. Hotz te danken. Zie pagina 30 van het boek.) Dit erfgoed laat de militaire verdediging van toen zien en hoe wij ook nu nog met het binnenlands water omgaan. Bij Uitgeverij Blauwdruk verscheen hierover dit monumentale boek van bijna vierhonderd bladzijden. Het staat vol met fraaie foto’s, vanuit de lucht genomen of met de voeten op de grond, oude kaarten, heldere teksten. Het is een genot om te lezen, om door te bladeren en om plannen te maken om al die historische verdedigingswerken zelf, met eigen ogen, te gaan bekijken. De forten en andere verdedigingswerken vormen indrukwekkend erfgoed dat zich aan de tijd aanpast en zo voortleeft.
Diverse deskundige auteurs droegen bij aan dit boek dat vanzelfsprekend eerst vertelt hoe en waarom de (Nieuwe) Hollandse Waterlinies tot stand zijn gekomen – en dat is een zeer interessante geschiedenis. Daarna volgt een deel over de (mogelijke) veranderingen die forten (hebben) ondergaan, welke rol ze vandaag de dag vervullen of kunnen vervullen en vervolgens worden zo ongeveer alle forten en andere verdedigingswerken die er zijn beschreven. Sommige zijn immers klein, moeilijk bereikbaar en bijna opgegaan in het landschap, andere zijn ook vandaag de dag nog groot en indrukwekkend. De een is een oase van rust en ontspanning, de ander een bolwerk van horeca en toerisme of kunst en cultuur. Het zijn er 106, die allemaal kort of uitvoerig van tekst zijn voorzien en met minstens een foto. (We herinneren ons dat er eens iemand was die bieren in Fort Spijkerboor heeft opgeslagen om te rijpen. Hoe zou het daarmee zijn?)
Het is uniek gedocumenteerde oude en hedendaagse geschiedenis; een boek dat eigenlijk in elk huishouden zou moeten liggen. Al is het maar als inspiratie voor wandelingen en bezoeken. Het kent één nadeel: er staan veel prachtige luchtfoto’s in die over twee bladzijden gaan, die konden we helaas niet in deze recensie overnemen.
Titel | Wisseling van de Wacht |
Van | Eric Luiten, Fred Feddes, Yttje Feddes, Marc Nolden, Mark Hendriks, Bernard Colenbrander, Martine Bakker, JaapJan Berg, Peter-Paul Witsen en anderen |
Uitgever | Uitgeverij Blauwdruk |
ISBN | 978 94 9247 4575 |
Verschenen | 3 november 2022 |
Prijs | Tijdelijk, t/m vrijdag 30 juni 2023, van € 49,50 voor € 39,00 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden de uitgever zelf aan. Zodat deze in staat blijft mooie en bijzondere boeken te maken. |
We heten Nederland maar het spel ging eeuwenlang om Amsterdam en Holland. Vandaag de dag lijkt dat eigenlijk vaak nog steeds zo: de politieke aandacht van Den Haag is gericht op het westen van het land (grote delen van Noord- en Zuid-Holland en Utrecht). We noemen het nu de Randstad, maar feitelijk is er honderden jaren weinig veranderd. Behalve dan dat de oude verdedigingslinie nu een werelderfgoed is.
De Stelling van Amsterdam ligt om die stad, de Hollandse Waterlinie(s) verdedigen Holland. Tezamen vormen ze een soort van open-9. Plat gezegd: alles ten oosten van Utrecht mag de vijand hebben. (Dat heeft natuurlijk ook invloed op het denken, doen en laten van gemeenschappen die zich daardoor buitengesloten voelen.)
Maar het begon bij Heiligerlee, waar op 23 mei 1568 de beroemde slag werd gevoerd. Hier sneuvelden ca. 1800 Spanjaarden tegenover 40 Staatse strijders. De les die men hieruit trok was: ken uw grond. De Spanjaarden raakten vast in de blubberige aarde. “Wie er woonde was gewend aan het hybride waterlandschap dat te nat was voor het leger en te droog voor de marine. Wie het probeerde te veroveren liep bij elke voetstap gevaar.” De Romeinen wisten dat al en trokken de grens, de limes, langs de Oude, Kromme en Nederrijn. (De Romeinse limes is ook UNESCO Werelderfgoed.)
Maar daar gaat het niet om. Waar wel om? Dit water en de drassige grond zijn een uniek verdedigingsmiddel. Zo liet het nog Spaanse Den Bosch het gebied om de stad onder water lopen, maar de Staatsen, met ene Leeghwater in de geledingen, bouwden een dijk erom en pompten het gebied leeg. Dat kan dus ook.
Kortere linie
Onder de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd een grensverdediging opgezet “een snoer van vestigen, van Sluis in Zeeland via Nijmegen tot Nieuwe Schans in Groningen.” Dat was rond 1585. Maar men realiseerde zich dat het erg veel manschappen zou kosten om deze lange linie te verdedigen. Dus kwam er een kortere Hollandse Waterlinie. Enfin, we kunnen lang in de geschiedenis blijven hangen: koop het boek maar.
(Overigens, het schijnt zo te zijn dat de Duitsers het in 1914 niet in hun hoofd haalden om ook Nederland binnen te vallen. De waterlinie had dus zonder een schot te lossen al zijn effect. Zesentwintig jaar later dachten de Duitsers er anders over.)
Op de kaart van 1914 is de waterlinie en met de Stelling van Amsterdam duidelijk te zien. Het leger bevond zich in een vooruitgeschoven linie. Duidelijk is dat Friesland, Groningen, Drenthe en een groot deel van Overijssel op voorhand al aan de Duitsers werden geschonken – maar die kwamen (toen) niet.
Dit deel met geschiedenis, dat Inleiding heet, is de opmaat naar het werkelijke doel van het boek: hoe de verdedigingswerken vandaag de dag benut (kunnen) worden. De historie kennen is essentieel, omdat op die manier duidelijk wordt welke aspecten toen een rol speelden – daarvan zien we nu nog steeds het effect. En niet in de laatste plaats: de beplanting rond een fort.
Acht bouwfasen
Zo onderscheidt men acht bouwfasen, waarvan de voorlaatste het gebruik van forten als kamp of opslagplaats is (1948 – 1990) en de laatste (1991 – heden) gebruik voor recreatie, bedrijven en ook wonen.
En zo gaat het glijdend over naar het (her)ontwerpen van de fortificaties voor hedendaags gebruik. Zo wordt Pampus een zelfvoorzienend en fossielvrij eiland. Dat is de Wisseling van de Wacht – het tweede deel van het boek. Hier worden talloze forten in hun hedendaagse functie en vorm getoond en wordt beschreven hoe dat in zijn werk is gegaan: van idee, bouwplannen, procedures tot realisatie. Zoals Fort bij de Nieuwe Steeg dat thans beter bekend is als Geofort.
Het Fort aan de Nekkerweg, deel van de Stelling van Amsterdam, is een hotel, restaurant en wellness resort geworden. Werelderfgoed in het kwadraat, zegt het boek: het fort vanwege de Hollandse Waterlinie en ook de polder Beemster is UNESCO Werelderfgoed. En zo ‘wandelen’ we door het boek, door Nederland. Bij Fort Vijfhuizen is een woonwijkje gebouwd. En Fort bij Vechten heeft een Waterliniemuseum.
Fort bij Spijkerboor ligt in de Beemster aan de ringvaart. Het is een van de grootste forten, en was het meest zwaar bewapende fort van de Stelling van Amsterdam.
Via enige reflecties (op gele bladzijden) belanden we in deel IV: Langs de linies. Met behulp van negen kaarten van de relevante delen van het land, passeren alle 106 forten en vestingwerken de revue. Nummer 1 is Fort bij Edam. Nummer 106 is Fort Pannerden. Er is minstens één foto per fortificatie en een aantal vaste lemma’s, zoals onderdeel, ligging, aanleg, huidige functie, enzovoorts
Wat een mooi en compleet boek!
Klik ook eens op deze links:
Fort bij Asperen
De uitwatering en inundatie bij Gorinchem