Hoeveel vakantiedagen heeft een varken?
De mens mag zich dan wel verheven voelen boven de dieren, maar wat geeft ons het recht om respectloos met ze om te gaan. Ook dieren hebben recht op een waardig bestaan. Dit boek van Marjolein de Rooij is een bijzonder manifest dat pleit voor een vakbond voor dieren. En, zeg nu zelf, waarom niet?
Er zijn weinig boeken die en aantrekkelijk zijn geschreven en boeiend zijn en tegelijkertijd regelmatig de wenkbrauwen doen fronsen of zelfs ergerniswekkend zijn. Op de achterzijde van het boek lezen we “Dieren werken voor de kost”. Daar begint het al: want of ze werken voor de kost is maar de vraag. Maar het vormt wel het uitgangspunt van dit confronterende boek over ‘nut en noodzaak van de vakbond voor dieren’.
Antropomorfisme, zo heet het als we menselijke eigenschappen en waarden projecteren op niet-menselijke zaken, zoals dieren. En dit boek is er, al dan niet opzettelijk, mee doordrenkt. Voortdurend speelt het dier de hoofdrol in de maatschappelijke posities die we juist in onze samenleving, als mensen onder elkaar, kennen. Als we dieren vermenselijken, gaan we er bewuster mee om, is de gedachte achter dit boek. Bij huisdieren en paarden is dat meest wel het geval, ja. Bewuster, maar of dat ook altijd beter is?
Bij vlagen raak je bij het lezen behoorlijk geïrriteerd door de toegepaste redeneringen. Maar als je nadenkt waarom je eigenlijk geïrriteerd raakt, is het dat je het er of volslagen mee oneens bent, of uit een gevoel van machteloosheid; dat is de confronterende factor, omdat je weet dat er enorme misstanden in de dierhouderij zijn.
Het boek is een manifest voor dierenrechten dat zeer prettig leest en aanzet tot nadenken. Het is voor iedereen, vegetariër of verstokt carnivoor, die bereid is na te denken over de positie van dieren in onze samenleving. Marjolein de Rooij stelt vragen, al dan niet opgeroepen door het innemen van een stevig standpunt. En geeft (haar) antwoorden. Het idee dat de boeren de werkgevers van de dieren zijn, lijkt lollig, maar kan het waar zijn? Wel als je haar lijn volgt. Dus dat je accepteert dat de koe die melk geeft, voor de boer (voor ons) werkt.
Titel | Hoeveel vakantiedagen heeft een varken? |
Van | Marjolein de Rooij |
Uitgever | Noordboek |
ISBN | 978 90 5615 8088 |
Verschenen | 13 april 2023 |
Prijs | € 19,90 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze aan, zodat de boekhandel van steen en cement kan blijven bestaan. |
Wij zijn geen vegetariërs, maar ook geen verstokte vleeseters. We houden sinds 2009 het zeldzame varkensras Bonte Bentheimer, niet voor de slacht, maar om biodiversiteit te behouden. In principe verkopen we alle biggen. Maar soms slachten we, als het moet. En dan verwerken we ook het hele dier. De varkens lopen bij ons jaarrond buiten. Ze kunnen luieren, modderbaden nemen op hete dagen, rennen en wroeten. Ze krijgen biologische brokken, groenteresten en ander groen uit onze tuinen of van De Ommuurde Tuin of van Restaurant Linnaeus. Als de zeug werpt, maakt ze van het hok een nest. De biggen blijven tien tot twaalf weken bij de moeder. Dan speent de zeug ze zelf af. Vorig jaar hebben we Janneke een voltooid leven geschonken. Ze was dertien jaar oud en kwam ‘s morgens regelmatig nogal stram uit het hok. Dan is het afwegen: straks iets van driehonderd kilo uit het bos zien te slepen en door Rendac laten ophalen, of haar leven als voltooid betitelen en slachten. Ander vlees dat we eten is schapenvlees, van het zeldzame ras zwartbles. Een goede kennis van ons fokt deze schapen en soms moet er een oudere ooi weg. Want niemand in Nederland wil schapenvlees, wij wel.
Het boek maakt bij ons wat los. Waarmee eigenlijk is bewezen dat het een goed boek is.
Laten we beginnen met het uitgangspunt van dit boek dat dieren werken. Neem varkens: die worden geboren, gevoed, groeien, eten, slapen en dan besluit de boer dat het een voltooid leven is. Maar heet dat werken? (Op de wijze waarop wij onze bonte Bentheimer landvarkens houden, vragen we ons naar aanleiding van dit boek ons af of wij niet de werknemers van onze varkens zijn. Ze worden immers op hun wenken bediend. En uiteindelijk worden we beloond met vlees.) Hoogstens vrijwilligerswerk.
Aan de andere kant zijn de leefomstandigheden van deze dieren in de intensieve dierhouderij eerder te vergelijken met hoe vroeger slaven werden gehouden. Of nog erger. Want het feit dat er nog steeds geen verplichting is tot brandblusinstallaties in de intensieve veehouderij zegt genoeg over hoe wij, de samenleving en daarmee de politiek, denkt over de dieren.
Maar we roepen ach en wee als er weer een bericht in het nieuws is over een brand waarbij honderden varkens zijn omgekomen: op 23 mei 2023 drieduizend varkens verbrand in een megastal – dat is nog niet eens het grootste aantal: in 2017 twintigduizend bij De Knorhof in Erichem. Stel je de paniek onder de dieren voor, ze zitten gevangen in stalen kooien, kunnen geen kant op. Als zoiets zou gebeuren met een gevangenis voor mensen, dan zouden er koppen rollen en subiet maatregelen worden genomen. Maar bij intensieve dierhouderij? Niet. (De watersnood van 1953 kostte 1836 mensen het leven en dat was voldoende reden om een megaproject als de Deltawerken uit te voeren.)
Positie mens
We kennen de evolutietheorie. Onder invloed van de kerk is de mens als aparte, unieke soort bovenaan de stamboom geplaatst, boven alle dieren – een mens is immers geen dier (….). En God helemaal bovenaan en direct daaronder de engelen, vervolgens het aardse leven met de mens en daaronder de dieren. Dit is mooi afgebeeld door Diego de Valadés.
De ene mens is de andere mens niet, vond de mens. Zo was en is er helaas nog steeds sprake van onderscheid: ras. De Untermensch was een begrip in de nationaalsocialistische denkwereld, hetgeen leidde tot de Endlösung. En Zuid-Afrika kende Apartheid tot 1990. De mens als verheven soort beschikt en bepaalt, nu nog steeds, hoe wij met dieren omgaan. Maar de laatste decennia leren we meer en meer over de dieren en dierenwelzijn.
Misschien vond De Rooij het daarom tijd voor dit boek.
Achtereenvolgens wordt een aantal thema’s in delen (met hoofdstukken) toegelicht: de vakbond, de rechten van een werkend dier, wetgeving en tenslotte het onvermijdelijke: hoe dan?
Arbeidsrelatie
Het is misschien wennen aan het idee dat een dier rechten zou kunnen hebben. Wij zijn immers de baas. Sommige dieren zijn gewoontedieren en lijken de dagelijkse routine als een recht te interpreteren, althans door onze ogen. Als daar niet op tijd aan wordt voldaan wordt geklaagd: de hond krijgt eten als de baas klaar is met de maaltijd. Duurt dat te lang, dan wordt er gepiept en gezeurd. Varkens worden om 09:00 en rond 17:00 luidruchtig. dat is hun etenstijd – de rest van de dag hoor je ze niet. In Duitsland ben je sinds 1 januari 2021 verplicht twee keer per dag je hond uit te laten.
De vakbond van De Rooij moet opkomen voor de rechten van de dieren. Ze gaat er hierbij (dus) van uit dat er een vorm van arbeidsrelatie is. Want: geen arbeidsrelatie, geen vakbond. De koe geeft de boer melk en krijgt loon in natura: voer. Dat betekent: recht op….
- een veilige werkomgeving
- een gezonde werkomgeving
- sociaal leven en privacy
- vakantie en pensioen
- een geweldloos leven
- inspraak
Bij een aantal punten kan je je goed voorstellen dat dat moet worden gerealiseerd. Vakantie, pensioen en inspraak zijn curieus. Welbeschouwd is er een streep te trekken tussen werkende dieren en productiedieren. En, vooruit, troeteldieren. Werkende dieren zijn bijvoorbeeld paarden, speur- of blindengeleidehonden, ezels die lasten dragen of Nononono die de wagen van Pipo de Clown en Mammaloe trekt, dolfijnen die een show verzorgen, enzovoorts. Productiedieren zijn koeien, varkens, schapen, geiten en kippen. De auteur vindt dat deze ongeschoold werk leveren. Net als fabrieksarbeiders: ze zijn makkelijk vervangbaar.
Over veilige werkomgeving hebben we het al een beetje gehad met het voorbeeld van stalbranden. Bij gezondheid gaat het over o.a. onthoornen van koeien (terwijl die hoorns een heel belangrijke functie vervullen, dat bleek al in 2013 of eerder, uit de film Dansen met Gehoornde Dames) of de kip voor Mcdonald’s kipnuggets die supersnel groeit en veel borstvlees heeft en daardoor uit balans is en vaak voorover kukelt.
Consument wel/niet verantwoordelijk
“De consument is ook niet verantwoordelijk te houden voor hoe de fokkerij doorslaat in efficiëntiedenken,” schrijft de Rooij. Maar ho! Het zijn juist de supermarktmanagers en producenten die zeggen “de consument wil” dit niet of dat wel. Het gaat uiteindelijk om geld. We, consumenten, geven belachelijk weinig geld uit aan eten, in vergelijking tot wonen, vakanties enzovoorts. Met 8% ongeveer het minst van heel de EU.
We zitten in de spiraal van goedkoop, goedkoper. En dat stuurt het efficiëntiedenken waarop De Rooij doelt. Het noopt de boer goedkoper te produceren en investeren in het welzijn van de dieren is de sluitpost
De consument heeft wel enige keus: vlees met sterren van de Dierenbescherming of BIO. Maar de winkelende mens kiest meest voor goedkoop.
Het deel over gezonde werkomgeving is uiterst interessant. Hebben dieren last van burn-outs? Apathie door ultieme verveling? Lachen dieren? Lachen is immers gezond 😊 Het is helaas zo dat de houders van de dieren over het algemeen weinig wetenschap hebben van wat het natuurlijke gedrag van het dier is. Vaak is een bedrijf van ouders op kind overgegaan. (We herinneren ons publicaties van wetenschappelijke ‘ontdekkingen’ aan Wageningen Universiteit, onder andere dat varkens stro en hooi eten of ‘biggen volgen moeder in de voedselkeus’. En lees dit, ons verslag van Het Beste Idee Van Varkensland.)
Aardig is het idee van vakantie en pensioen. In veel gevallen krijgen dieren die in nauwe relatie met de mens hebben gewerkt een soort van oudedagvoorziening. Er zijn bejaardentehuizen voor paarden, koeien en ook varkens, zoals bij De Familie Bofkont. We hebben al geconstateerd dat dieren loon in natura krijgen, maar ze genieten ook van een premievrij pensioen.
Hoe dan?
In hoeverre je het eens bent met alle gevolgtrekkingen die De Rooij poneert, is de vraag. Maar feit is dat er iets moet gebeuren. Er is de Partij voor de Dieren.
“Een dier is voor de wet niets meer dan een televisie of een auto,” schrijf ze. Maar ja, als je iets wilt veranderen kan burgerlijke ongehoorzaamheid helpen. Dierlijke ongehoorzaamheid is helaas niet denkbaar. Kan iemand dieren vertegenwoordigen in een Raad van Bestuur of Raad van Commissarissen? Ze haalt Jan Rotmans aan: “We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk.” De opkomst van het feminisme heeft er toe geleid dat vrouwen meer en meer op belangrijke posities kwamen. (We zijn er nog niet, maar met de naoorlogse Tweede Feministische Golf is er heel wat veranderd.)
Maar hoe moet de Vakbond voor Dieren opereren als dieren geen lid kunnen worden? De Rooij weet het wel: zij is de zelfbenoemde vakbondsleider en uit die functie beschrijft ze wat de vakbond allemaal kan bereiken.
Dierentaal
Taal is niet exclusief iets voor de mens. Klopt. En de laatste decennia wordt meer onderzoek gedaan naar de communicatie van dieren. Ze kunnen, op hun eigen wijze, duidelijk maken of ze iets wel of niet willen. En een dier in paniek maakt een ander geluid. (Kippen die reageren op de nabijheid van een roofvogel, een varken dat klem zit.) De vakbond heeft dus behoefte aan vertaler.
Nederland kent een Raad voor Dierenaangelegenheden, die adviseert de minister van LNV, maar is impliciet gekoppeld aan de productiecapaciteit. Dus is er behoefte aan een Raad van Dieren, mensen die namens de dieren spreken en het belang van de dieren voorop stellen. Die moet de mening van de dieren (wetenschappelijk) vaststellen. Daartoe onderkent de auteur vijf bronnen:
- Actueel wetenschappelijk welzijnsonderzoek
- Onderzoek gedrag wilde dieren (voorouders)
- Proefdierenonderzoek (dat al heeft plaatsgehad)
- Kennis van mensen die toepasbaar kan zin op dieren (gedragswetenschap)
- De dieren zelf
Meer lezen? Op Foodlog staat een serie artikelen over dierenwelzijn.