Pissenlit Vert de Montmagny
Pissenlit is molsla is (gebleekte) paardenbloem. Het blad wordt rauw of gestoofd gegeten. Maar eigenlijk is alles van de paardenbloem eetbaar. En gezond. Tegen het eind van de negentiende eeuw was pissenlit een razend populaire groente, in de twintigste eeuw werd dat minder. Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw was de paardenbloem nog gekend als een bladgroente, daarna was het afgelopen.
Er zijn in Nederland nog wel enkele rassen voor de hobbytuinder in omloop. De paardenbloem is uitvoerig beschreven bij onze groentebeschrijvingen.
In de Ark van de Smaak
Pissenlit Vert de Montmagny is een oude selectie die dateert van rond 1857 en die, jawel, uit het plaatsje Montmagny (Val d’Oise, nabij Parijs) komt. Stel je weinig nostalgische beelden van dat plaatsje voor, thans is het door woonwijken ingekapseld en een suburbia van Parijs. Maar tweehonderd jaar geleden was er tuinbouw.
Deze variëteit is door Slow Food Frankrijk in de Ark van de Smaak geplaatst opdat dit culinair erfgoed blijft en niet ten onder gaat in de industrialisatie van ons eten.
We zijn verheugd dat we het zaad van deze bijzondere pissenlit/molsla hebben gevonden. En het staat in de webshop. En hier het verhaal:
De Ark van de Smaak is een internationale catalogus van bedreigd culinair erfgoed. Het bevat kleinschalige kwaliteitsproducten die dreigen te verdwijnen, maar onlosmakelijk verbonden zijn met de cultuur, natuur en geschiedenis van een gebied.
Geschiedenis
Alle delen van de paardenbloem zijn eeuwenlang als heilzaam middel gebruikt en het heus ook gegeten, voornamelijk door te verzamelen; wildplukken heet dat tegenwoordig.
Rond 1839 werd het in de omgeving van Melun (zuidoostelijk van Parijs) gecultiveerd, iets later bereikte het Montmagny. Pas midden achttiende eeuw wordt het voor het eerst vermeld in kookboeken. In Dictionnaire des aliments (1750) staat een recept van in boter gestoofd blad. Rond die tijd begon ook de veredeling van het gewas. Substantiële tuinbouw begon nadat ene Joseph Châtelain zijn Montmagny-variëteit had geïntroduceerd. Dan spreken we al over 1857. Twintig jaar later was de omzet ervan in de Parijse Les Halles net zo groot als dat van tomaten. Het is aan Vincent Cauchin te danken dat deze pissenlit-variëteit in 1880 de naam van de plaats van herkomst kreeg. En al snel werd overal rond Parijs pissenlit geteeld om in de vraag van de stadse lui te voorzien. Voortdurende selectie en rasverbetering en optimalisatie van productietechnieken, met name het blancheren, zorgden ervoor dat aan het eind van die eeuw een derde van de saladegewassen die in Parijs verkocht werden, uit paardenbloemen bestond.
Een deel werd groen verkocht (lekkerder, volgens ingewijden), een deel, net als witlo(o)f onder dekaarde geteeld; het gebleekte blad is milder van smaak. (Maar bevat ook minder voedingswaarde.)
Pissenlit Vert de Montmagny wordt niet in Vimorin’s Les Plantes Potagères van 1883 genoemd. Wel staat er bij pissenlit in het algemeen: “Omdat dit gewas op de Parijse markt veel werd verhandeld, overwoog men zo’n vijftien jaar geleden om de plant te kweken en te verbeteren [kruisen en selecteren]. Daar is men op een opmerkelijke manier in geslaagd, eenvoudig te zien door de planten die afkomstig zijn van zaden van wilde planten te vergelijken met die van gecultiveerde planten.”
In Dictionaire Vilmorin des Plantes Potagères van 1946 wordt Vert de Montmagny wel genoemd (amélioré betekent verbeterd). Met de vermelding: “Krachtig, productief ras, zeer geschikt voor bleken.”
Geschikt/Ongeschikt
De gewoonte om een paardenbloemsalade te eten – al dan niet gebleekt – is in Europa in de loop der tijd verdwenen. Als tuinbouwgewas is de opbrengst van paardenbloem(blad) lager (800 kg/hectare) dan bijvoorbeeld dat van rucola (8-10 ton/hectare). De teelt van pissenlit vereist enig geduld en aandacht. Zeker als je het ook nog wilt bleken en het niet machinaal kan worden geoogst. Dat maakt het ongeschikt voor grootschalige tuinbouw. En dan is er ook nog die licht bittere smaak. Hoewel de uitdrukking luidt ‘bitter in de mond, houdt het hart gezond’ is bitter bij veel mensen een weinig geliefde smaak (geworden). Dat zien we ook bij witlo(o)f.
Geschikt
Als je in een beter restaurant dineert, kan het zijn dat er een fraai, smaakvol, fris, bleek-geel blad in een salade is verwerkt. Het lijkt sterk op witlo(o)f of kapucijnerbaard/barbe de capucin, een witlofvariëteit met paardenbloem-achtig blad, maar het is pissenlit. Bij de horeca groothandel Hanos verkopen ze het op de groenteafdeling, geteeld in België.
Plantbeschrijving
De Montmagny-variëteit is een vroege, productieve recht opgaande variëteit. Het heeft mooi groen blad, licht bitter, en een bleek hart, dat zachter is dan van de wilde paardenbloemen. Het wordt, net als bij kropsla bestaat, een botervariëteit genoemd. De lange slanke bladeren zijn makkelijk te wassen en de plant is zeer geschikt voor trekken/bleken (dat heel chique etiolatie heet.)
Paardenbloem, dus ook Pissenlit de Montmagny, is meerjarig. Heeft lange slanke, fijngesneden bladeren en een nogal rechtopgaande groeiwijze. Houd van humushoudende grond en zon/halfschaduw en verlangt matig water.
Heilzaam
De plant zou de eetlust stimuleren, het bloed zuiveren en de lever reinige. Als je je eigen paardenbloemen kweekt, zijn ze vrij van vervuiling en behouden ze al hun deugden. Om alle eigenschappen te behouden, mag je ze niet bleken.
Zaaien
Zaai op de grond (licht aandrukken) in rijen op 20 à 30 cm van elkaar. De kiemduur is 12 tot 15 dagen. Als er een blad of vier, vijf aan zit, uitdunnen op 10 à 15 cm. De groei is optimaal als de temperatuur onder de 20o C is.
Bleken of trekken kan onder dekaarde, maar ook bijvoorbeeld door een emmer over de plant te zetten.
Oogsten
Gebleekt maart en april (eerder kan ook vanaf december, afhankelijk van het weer), naar behoefte. De struik gelijk met de grond afsnijden. Groen blad eigenlijk jaarrond.
Ziekten en bedreigingen
Paardenbloemen zijn altijd wel aanwezig. Maar kunnen last krijgen van echte meeldauw (witte uitslag op het blad, een schimmelziekte die optreedt bij drukkende hitte met hoge luchtvochtigheid), mozaïekvirus, bladluizen, paardenbloemroest.
Etoileren (bleken)
Prachtig woord, vind je niet? Etoileren is van het Franse etoilage afgeleid en etoile is een ster. Dus in de duisternis opkweken. En dan krijg je een geëtoileerde plant. In 2010 schreven we Zelf molsla telen
Bronnen
Voor Vert des Montmagny gebruikten we hierboven genoemde bronnen en onder andere:
Histoire des Légumes, M. Georges Gibault, 1912;
Histoire des Légumes, Michel Pitrat, 2003/2015;
Wikipedia FR;
CABI Digital Library; FranceInfo: Récolte du pissenlit;