Onlangs verscheen een helder en informatief boek over verwarming en wel specifiek stralingswarmte. Deze oude methode is de afgelopen pakweg vijftig jaar in de vergetelheid geraakt door de opkomst van de gasgestookte cv. Wij raden dit boek iedereen aan en vooral hen die nadenken over energiebesparing en een andere vorm van of extra verwarming.
Een historische vergissing
Dit citaat geeft te denken. Centrale verwarming zoals wij dat kennen is luchtverwarming en is energieverkwistend. Maar het is zo normaal dat we er eigenlijk niet bij nadenken.
Centrale verwarming is, toen Nederland goed en wel aan het aardgas ging, vijftig jaar gemeengoed. Daarvoor hadden meer welgestelden onder ons cv-systemen met olie gestookte ketels. De eerste in Nederland dateert van 1838. En daarvoor maakten we gebruik van, ja, stralingswarmte. Kachels. De auteur(s) noemen de overschakeling naar cv (luchtverwarming) een historische vergissing.
Goede beslissing
Centrale verwarming? Open haard? Houtkachel? Tegelkachel? Finoven? Straalkachel? Infraroodpanelen? Wat te kiezen, wat is wijsheid? Dit boek wijst de weg.
Om een voorbeeld te geven: Wij (MergenMetz) hebben sinds oktober 2013 een finoven in onze keuken staan. Die stoken we twee maal per dag met hout. De kachel straalt urenlang warmte uit. De keuken is onze leefruimte; ‘s avonds zitten we bij de kachel. De rest van het huis wordt verwarmd met cv, de eVita, en wel zo dat het verder overal 12o C is en op ons kantoor, daar waar de (draadloze) thermostaat is, 18,5o C.
Voor onze besluitvorming verscheen dit boek te laat, niettemin bevestigt het onze keuzes en wellicht dat we in de toekomst nog ergens een infraroodpaneel inzetten.
Titel | Stralingsverwarming |
Van | Kris De Decker (m.m.v. Sietz Leeflang) |
Uitgever | Uitgeverij Eburon |
ISBN | 978 90 5972 95 37 |
Verschenen | februari 2015 |
Prijs | € 19,95 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze webwinkel aan. Dan verdienen de boekhandels zelf ook nog iets. |
Wie bijvoorbeeld wel eens in Scandinavië, Zuid-Duitsland of Oostenrijk (of andere landen daaromtrent) is geweest, kent waarschijnlijk de grote tegelkachels waar de hele familie bij en op kan zitten. We vinden ze mooi, maar hier bestaan ze niet (meer).
Thermische balans
De Decker gaat in het boek uitvoerig en op zeer te begrijpen wijze in op de effecten van stralingswarmte en het comfort dat kan worden bereikt. Misschien herkent u het wel: in sommige ruimten met c.v. heeft u koude voeten. Dat is een onbalans en u voelt zich niet comfortabel. Bekend is dat u het bij een vloerverwarming die op 18o C is ingesteld het misschien net zo lekker warm heeft als bij een luchtverwarming die op 22o C is afgesteld. Dit geeft te denken.
In hoofdstuk 2 van het boek worden de soorten stralingsbronnen – de verschillende tegelkachels en infraroodstralers – besproken.
Tegelkachels zijn schoon en efficiënt; ze branden bij zeer hoge temperatuur van 1.100 à 1.200o C (iets dat in een stalen houtkachel niet kan, daar is het ruim 600o C met vaak een onvolledige verbranding) en slaan de warmte op in de stenen wanden. Ze stralen het langzaam uit. 99% Van de biomassa wordt omgezet in water en CO2, met nauwelijks rook.
Uiteraard komen de verschillende soorten tegelkachels en de finoven aan de orde.
In 2.3 worden warmtemuren, -vloeren en -plafonds besproken. En in 2.4 de infraroodpanelen. Ja, die kosten elektriciteit, maar doordat er heel gericht en misschien wel kortstondig wordt gestraald, bespaart het wel. (Vergelijk bijvoorbeeld met het permanent verwarmen met cv van een kamer of alleen – even – als u er bent.)
Heugafelt tapijttegels
Bijzonder aardig om te lezen zijn de experimenten die door Sietz Leeflang zijn uitgevoerd. Het blijkt bijvoorbeeld dat Heuga tapijttegels bijdragen aan een verhogend comfort.
We citeren: “…. ontdekte dat een teerproduct als bitumen een ideaal absorptiemiddel is voor infrarode straling. (We begrijpen dat de onderlaag van de tapijttegel daarvan is gemaakt.) Met hulp van de huidige fabrikant van de Heugafelt tapijttegels [….] hebben we uitgebreid geëxperimenteerd [….] met een verrassende uitkomst.”
Er werd in een filmzaaltje gebruik gemaakt van een infrarood plafondpaneel. Normaal wordt een dag lang op gas voorverwarmd, nu twee uur met infrarood. Klaagde men met de gasverwarming over koude voeten, met infrarood en Heugafelt tapijttegels had iedereen het aangenaam.
Zo ziet het er dus uit (plaatje links). Een infraroodpaneel die aan het plafond hangt, de warmte wordt in de tapijttegels opgeslagen en weer uitgestraald. Sandwich-verwarming, noemen ze dat.
Persoonlijke verwarming
Zouden de kerken weer vollopen met infraroodverwarming?
Onder het motto ‘iedereen comfortabel’ wordt nader ingegaan op verwarming op werkplekken, kantoor of ‘een koude fabriekshal’. Duidelijk moge zijn dat bij luchtverwarming persoonlijke comfort niet is gegarandeerd. Bij stralingswarmte dan wel? Ja, eigenlijk wel. Of het nu de aloude voetenstoof is, waarin hete kooltjes werden gedaan of een verwarming onder het bureaublad (straalt naar benee) en een warmte absorberende vloer. Het blijkt dat infraroodpanelen heel gericht comfort kunnen bieden, zonder dat een hele ruimte moet worden verhit. Dat geldt ook voor grote koude kerken! (Bijvoorbeeld de Sint Baafkerk in Aardenburg in Zeeuws-Vlaanderen, waar al veertien jaar met succes infraroodverwarming wordt toegepast.)
Isolatie
Je kunt verwarmen wat je wilt, de eerste besparing bereik je met isolatie. En daar gaat het laatste hoofdstuk over. Leerzaam. We hebben nooit geweten dat glas (van vensters) min of meer transparant is voor straling met korte golflengte. De zon verwarmt de kamer. Omgekeerd isoleert glad uitstekend – het is ondoorlatend voor warmtebronnen met een lange golflengte. Nou ja, 2% gaat verloren en, zo schrijft De Decker, ramen zijn wel de zwakste schakel.
Conclusie
Dit is een bijzonder leerzaam boek. En, petje af voor de auteur, boeiend geschreven. Het laat zien hoe verwarming en comfort samenhangen. Als u nadenkt over andere, energiezuinige verwarming, aarzel dan niet dit boek te kopen. Het maakt zo veel wijzer.
het is zo leuk dat je de libris-webwinkel “dan verdienen de boekhandels ook nog wat” noemt.