De Scharrelaar: uniek vogelblad

De Scharrelaar lijkt een tijdschrift met een identiteitscrisis: een vogeltijdschrift voor lezers, zegt de uitgever. Een leuk opgezet blad met divers leesvoer voor iedereen die van vogels of in bredere zin natuur houdt. Noem het literair vogelen.

Vogels kijken is plots modieus. Van een grotendeels onschuldig tijdverdrijf voor in groen gehulde baardige mannen op leeftijd, verschoof het naar milieuvriendelijke mindfulness voor millennials, liefhebberij voor dames met leeg-nest-syndroom en activiteit voor veganistische hipsters met gesublimeerd jacht-instinct. De afgelopen tijd verschenen veel boeken rondom vogels en vogelaars.

Uitgeverij Atlas Contact leek de tijd dan ook rijp voor een serieus – literair – tijdschrift over vogels, mede ingegeven door het succes van hun serie vogelbeschrijvingen (zie onze eerdere recensie van De Gierzwaluw, een pareltje van een boek over een pareltje van een vogel). Het nieuwe tijdschrift is ‘De Scharrelaar’ gedoopt en alleen verkrijgbaar in de boekhandel, niet per abonnement. Voor de iets minder vogel-adepten onder ons: een scharrelaar is, naast een adequate beschrijving van onze oude buurman in zijn schuurtje, ook een vogel; een prachtige blauwe, die overigens niet in Nederland voorkomt.
Het eerste nummer van het tijdschrift De Scharrelaar verscheen in april 2019; wij lazen nummer 2.

Tijdschrift Boekje!

De Scharrelaar is natuurlijk stiekem helemaal geen tijdschrift. Het ziet er ook uit als een boekje. En is geprijsd als een boekje. Het is dus een boekje. Maar wel met een vierkoppige redactie, bijdragen van een bont scala aan auteurs (waaronder ook de redactieleden zelf) en een prijsvraag.
Niet de minste namen van vogel- en natuurbeschrijvend en uitgevend Nederland vormen de redactie: Emile Brugman en Caspar Dullaart zijn beiden verbonden aan de uitgever. En Saskia van Loenen en Jean-Pierre Geelen werken en schrijven voor respectievelijk NRC Handelsblad en de Volkskrant. En o ja, natuurlijk zijn het allemaal vogelaars.

Grasduinen

De vijftien (!) bijdragen zijn in alle opzichten zeer gevarieerd: lengte, stijl, ‘literaire’ kwaliteit, aard, inhoud, enzovoort. Dat lijkt een beetje rommelig, maar ik merkte dat de diversiteit van de verhalen en artikelen toch vooral op een prettige manier uitnodigt tot grasduinen. Het haalt de lezer ook uit zijn of haar comfort zone: wanneer las je bijvoorbeeld voor het laatst een gedicht? En je hoeft je niet schuldig te voelen als je het niet van kaft tot kaft uitleest, of het weglegt om later nog eens opnieuw op te pakken. De prettige vormgeving nodigt daar toe uit. Dit is echt een bewaar- of doorgeef-boekje. Een goed idee in deze tijden van verspilling.

Kortom, een erg leuk tijdschrift, vermomd als boekje, om te lezen of te geven. Ik kijk uit naar het volgende nummer.  

TitelDe Scharrelaar – Vogeltijdschrift voor lezers
Vandiverse auteurs
UitgeverAtlas Contact
ISBN978 90 450 382 85
Verschenenapril 2019 (eerste nummer), november 2019 (tweede nummer), enzovoorts
Prijs € 14,99 (als eBook € 9,99)
Verkrijgbaar bijKies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze.

De Scharrelaar is losjes gethematiseerd rondom vogels, dus niet zozeer over vogels. We lezen een spannende bijdrage in van Ellen de Bruin waarin de bonte kraai slechts een bijrol vervult – maar wel een hele klassieke, van de kraaiachtige als onheilspellende aanwezigheid.
Of een enigszins hallucinatoir kort verhaal van Hedda Martens over een (gedroomde?) vogel in een donkere kamer. Prachtig!

Vluchtgedrag en merelgezang

Scharrelaar – foto: commons wikimedia, Bernard Dupont

Er staan ook bijna-wetenschappelijke bijdragen in, zoals die van Rob Bijlsma – goeroe van het Nederlandse roofvogelonderzoek – over de vluchtafstand van verschillende vogels bij verstoring, inclusief vier pagina’s tabel. Gelukkig vergeet hij niet te vermelden dat het nadeel van onderzoek naar vluchtgedrag bij verstoring is dat je de vogels dus, eh, moet verstoren. Waarvoor zijn excuses.

En bijna-biografische bijdragen, zoals die van Marja Vuijsje over de vogelliefde van de Duitse Marxiste Rosa Luxemburg. De loutering van luisteren naar merelgezang vanuit de gevangenis – iets om je te herinneren als je morgen weer op kantoor zit.

En natuurlijk staan er in De Scharrelaar ook ‘gewone’ beschrijvingen van (natuur0)ervaringen waarin vogels een rol spelen. Bijvoorbeeld een mooi bespiegeling over kraanvogels van Stefan Brijs en over ooievaars van Kester Freriks. En niet te vergeten over een jonge torenvalk, een verhaal van Ernst Jansz – die blijkt vogelliefhebber en heeft dus nu in mijn brein voorgoed sterrenstatus verworven. (De overige leden van Doe Maar daarmee definitief achter zich latend).


De Scharrelaar is voor mij

Ikzelf (1973) kijk al naar vogels zolang als ik besta. Genetisch belast, zeg maar, en meestal vrijwillig, afgezien van enig passief-agressief protest tijdens mijn pubertijd. Nog altijd ben ik mild praktiserend. Verrekijker mee op vakantie, dat werk. En daarnaast lees, lees, lees ik. Voor zover ik kan inschatten pas ik dus aardig in de doelgroep van De Scharrelaar. En ondanks dat voor sommige lezers de insteek misschien te breed is gekozen, denk ik dat het juist bij ‘nieuwe’ of iets minder fanatieke vogelaars in de smaak zal vallen. Wat me trouwens wel meteen bij een aandachtspuntje voor de redactie brengt. Want na lezing van de achterin opgenomen biografieën van redactie en auteurs, blijken die niet echt heel divers. Ik wil niet aan leeftijddiscriminatie doen, maar hun gemiddelde leeftijd is zestig. Het aantal is onder de veertig is welgeteld één. Het aantal boven de zeventig: vijf.
Om op de langere termijn een breed publiek van nieuwe vogelaars en natuurminnende lezers aan te blijven spreken, moet de redactie zich inspannen om daar wat meer spreiding in aan te brengen. Meer diversiteit is dus gewenst, waarbij overigens gezegd mag worden dat het aantal bijdragen van vrouwen (vier) best wel oké is.

Plaats een reactie