Onder grote belangstelling zijn op donderdagmiddag 2 april zes bonte bentheimer gelten
losgelaten aan de Nico Bovenweg te Oosterbeek. Het is een experiment om te zien hoe effectief deze dieren de Japanse duizendknoop kunnen wegeten.Onderaan dit artikel is een slider met een aantal foto’s opgenomen.
Hier is geschiedenis geschreven
Als u zich over tien, twintig jaar afvraagt hoe het is gekomen dat de varkenshoeder weer terug is in Nederland, dan is dat in Oosterbeek begonnen. Vroeger regelde de gemeente waar de varkenshoeder met zijn dieren heen moest om “klussen” te klaren. Dat geschiedde volgens een strikt schema. Voor zover we weten is in Nederland de laatste varkenshoeder in het prille begin van de 20ste eeuw ermee opgehouden. (Lees het prachtige boek Wan God Mast Gift van C.L. ten Cate, om te zien hoe dat vroeger ging – antiquarisch te verkrijgen.)
Geen aprilgrap
Onder grote belangstelling van de buurtbewoners, die zich in grote getalen eerder hadden gemeld als ‘hulpboeren’ voor het voeren van de dieren, opende wethouder Wendy Ruwhof tezamen met Sjef Meijman, kunstenaar met hang naar het agrarische,
de klep van het hok annex aanhanger.Hoewel de datum van 2 april zorgvuldig was gekozen, dachten velen dat het een verlate grap was, vertelde Ruwhof. Ze lichtte ten overstaan van buurtbewoners en pers het project toe en herinnerde aan de fijne voorlichtingsbijeenkomst een maand eerder. Het enthousiasme van de buurtbewoners is groot en velen hebben zich gemeld als hulpboer, d.w.z. een beetje toezicht houden en volgens een rooster de dieren bijvoeren.
“Het experiment kan misschien wel twee jaar duren,” zei ze. De biggen zijn jong, Japanse duizendknoop wortelt diep. Het is dus de vraag of de dieren voor het einde van het jaar eraan toe zijn gekomen om alle wortels uit te graven.
Na de officiële handelingen was het tijd voor interviews met pers en kennismaking tussen dieren en bewoners. De biggen wenden aan langrijdende treinen. De drukte liet ze ogenschijnlijk houd: ze begonnen onmiddellijk met wroeten. Bij nader inzien lagen er ontzettend veel tamme kastanjes en ook de knolletjes van het speenkruid deed goed smaken.
TV Gelderland besteedde aandacht aan het gebeuren net als enkele schrijvende verslaggevers. Het was bijzonder dat er ook iemand van De Boerderij aanwezig was. En het is ook op Radio 1 bij het nieuws geweest, hebben we van twee verschillende personen gehoord.
Lees hier wat er aan vooraf ging: het hoe, waar en waarom.
Saamhorigheid beproefd
Rond 20:00 uur ‘s avonds werden we gebeld: de varkens waren uitgebroken. Ze waren gewoon door het schrikdraad
heen gegaan.Sjef Meijman was inmiddels op weg naar huis en keerde om.
Toen we arriveerden, bleken de zes biggen alweer binnen hun per te lopen. Maar wat is wijsheid, hier tussen het spoor – weliswaar met een stevigheid afgescheiden – en de weg?
Het afgezette gebied is een varkenswalhalla qua voedsel en ook water. Dus in principe zouden ze niet weg lopen naar het asfalt van de weg of het veld gras in het verlengde van hun terrein. Toch besloot Sjef dat ze moesten worden gevangen en in hun hok – met klep dicht – overnachten.
Zeker tien buurtbewoners hielpen de dieren vangen en waren niet te beroerd een biggetje op te pakken. Dat gold zowel man als vrouw. Wat een fraaie samenwerking was dat en wat een saamhorige buurt.
Om elf uur ‘s avonds was de klus geklaard.
Isolatiewaarde van een vark
De biggen voelden wel het schrikdraad, want toen we ze probeerden te vangen doken enkele er onderdoor en gaven een ‘piep’. En terug gaven ze er de voorkeur aan als een van ons het piketpaaltje optilde. Ze wisten het dus.
De volgende ochtend hebben we de biggen in de kar voer en water gegeven en daarna een zwaardere energizer – het apparaat dat de pulsen op het draad zet – gekocht en in werking gesteld.
De zes jonge bonte bentheimers zijn daarna weer vrij gelaten.
Omdat ze nieuw op het terrein zijn, zijn ze mogelijk opgeschrikt geweest waarna ze “door het lint gingen”. Normaliter stoot een varken eenmaal zijn neus en blijft dan uit de buurt van het draad. Waarna bij wijze van spreken gerust de spanning van het draad gehaald kan worden.
Bij aanraking van het schrikdraad loopt er een stroompje door het lichaam naar de aarde. De isolatiewaarde van het levende wezen kan daarbij een rol spelen: bij mensen is bovendien het soort schoenzool van belang.
Het kan ook goed geweest zijn dat de geleverde energie (1 Joule) te laag was: dus naar het oordeel van de big voldoende om het te trotseren. Misschien hebben varks een hogere isolatiewaarde, want het merk van de energizer gaf per type apparaat aan voor welke dieren het geschikt was. Twee apparaten in de hogere klasse hadden een varkentje (naast koe, paard, geit, schaap e.d.). Dat begon bij 3 Joule.
We zullen zien of dit afdoende is. In elk geval kreeg een tiener een flinke opdonder.
“Dit is erger dan de schokpen van de kermis,” zei hij. (We weten niet wat een schokpen is, maar de uitspraak zegt genoeg.)
Initiatiefnemer?
We worden in de berichtgeving als initiatiefnemer vermeld. Maar, wat is een initiatiefnemer? Het enige dat we – kennelijk – hebben gedaan is tegen de wethouder zeggen: “Waarom zet de gemeente geen varkens in om de duizendknoop te bestrijden?” En enkele dagen daarna belde André Menting, o.a. projectleider Groen en Landschap bij de gemeente. Samen met Sjef Meijman hebben we daarna een opzet gemaakt en uitgewerkt. Dus wie heeft er nu het initiatief genomen?