Alexander de Roo schreef een boek over zijn politieke leven, tot nu toe. Hij stond aan de wieg van GroenLinks, zat in het Europees parlement, was voorzitter van de Waddenvereniging en zet zich tegenwoordig in voor het basisinkomen.
We kennen Alexander en zijn echtgenote Charlotte de Roo goed en kochten vanzelfsprekend zijn boek. Dat kleurt deze recensie wel enigszins. We staan vandaag de dag op ongeveer dezelfde plek als hij in het politieke spectrum. We zijn ongeveer even oud, maar Alexander koos voor een politieke loopbaan.
Club van Rome
De Roo was zeventien toen vijftig jaar geleden, in 1972, het rapport Grenzen aan de Groei verscheen. Het sloeg in als een bom. De voorspellingen van de Club van Rome zijn niet uitgekomen, maar de waarschuwing was duidelijk. De mensen werden wakkergeschud. Milieubewegingen kwamen op. Het kan zijn omdat er sindsdien wel het een en ander aan aanpak van verontreinigingen is gedaan, dat die voorspellingen (nog) niet zijn uitgekomen.
Dit boek is een politieke autobiografie, dat wil zeggen dat De Roo zich met name beperkt tot zijn relatie met en rol in de politiek en dan met name waar het om natuur en milieu gaat. Vanzelfsprekend beschrijft hij beknopt het familienest waar hij uit is gekropen en zijn er enkele persoonlijke ontboezemingen, maar voor het overige is het activisme in de jonge jaren en politiek in de latere. Tot op de dag van vandaag.
Het is een boeiend boek, als je tenminste bent geïnteresseerd in wat er achter de schermen allemaal is gebeurd en gebeurt, hoe (Europese) wetten en regels tot stand komen, waarom het zo tergend lang duurt en waarom het soms niet optimaal is. En voor de 55-plussers is het ook een soms nostalgische terugblik in de snoeptrommel van het verleden. In mijn exemplaar staan veel aantekeningen met potlood en menig hoekje is omgevouwen om snel interessante passages terug te vinden. Ik ben bevooroordeeld, maar het is een tof boek.
Titel | Halverwege de Groene Eeuw 1970-2070 |
Van | Alexander de Roo |
Uitgever | BraveNewBooks |
ISBN | 978 94 64 480 078 |
Verschenen | rond 1 december 2021 |
Prijs | € 14,99 |
Verkrijgbaar bij | Niet bij de boekhandel van steen en cement. Bestel bij deze webshop. |
Als je kanttekeningen mag plaatsen: veel foto’s zijn niet jofel, maar je moet maar zo bedenken dat De Roo gebruik maakt van foto’s, knipsels en dergelijke uit vervlogen tijden. Digitaal is iets van de laatste pakweg twintig jaar. En hier en daar heeft de redactie een beetje gesuft. Dan wordt een zin weer gebruikt, meest ter verduidelijking van een organisatie of persoon. Dan denk je, dat stond drie bladzijden terug ook al. Maar hinderlijk is het niet.
Roerige jaren zeventig
Het was de tijd van [citaat] “toen de Volkskrant nog links was”. De Roo’s schetsen van zijn begintijd – de zeventiger jaren van de vorige eeuw – zouden ook mijn schetsen van die tijd kunnen zijn. Dat maakt het lezen voor leeftijdsgenoten een terugreis in de tijd: Harvest van Neil Young, Jethro Tull is Thick as a Brick, nog volop rassenscheiding in Zuid-Afrika, Ban de Bom, Stop de Neutronenbom, kernenergie is al een onderwerp en Transcendente Meditatie van Maharishi Mahesh Yogi raakt in zwang. Iedereen las Siddhartha, er was oorlog in Vietnam en Johnson was een moordenaar. Het Maagdenhuis werd voor de zoveelste keer bezet. De Rode Brigades in Italië en er was de Baader-Meinhof-Groep (later Rote Armee Fraktion – RAF), die ik op een bepaalde manier wel interessant vond. Maar tegelijkertijd hield ik gepast afstand van daadwerkelijk activisme. De Roo daarentegen gaat in zijn jeugd mee met allerlei demonstraties en protestacties. Hij wordt op zijn negentiende lid van de PSP.
Voor de ietwat jongeren wordt een beeld geschetst van – teruglezend – best wel een roerige tijd. En dan is nog lang niet alles genoemd. Dan is het nu wel behoorlijk rustig en gezapig. Toen was er (extreem) links dat geweld uitoefende, nu hebben we vooral te maken met extreem rechts.
Geboorte GroenLinks
De Roo schetst een boeiend beeld van activisme, partijpolitiek in het landelijke speelveld maar (juist) ook Europa. Misschien mede door zijn vriendin Ute is zijn belangstelling voor Duitsland en Die Grünen groot. Een soortgelijke beweging zou in Nederland toch ook moeten kunnen? ‘Realo PSP’ers’ willen toenadering zoeken tot PPR en CPN om gezamenlijk idealen te verwezenlijken. Maar in de politiek zijn ook ego’s actief die dat – op dat moment (zomer 1983) – niet zien zitten.
Het zijn razend interessante passages die duidelijk maken hoe langzaam, vooral achter de schermen, een GroenLinks van de grond wordt getrokken. Het duurt een paar jaar, maar dan heb je ook wat 😊
Pikant is dat Bas de Gaay Fortman en Wouter van Dieren in 1983 al de GPN – Groene Partij Nederland – registreren, zonder dat het bestuur van de PPR ervan weet. In 1984 is er een eerste stap: een groen-progressieve lijst voor de Europese verkiezingen. En Alexander solliciteert naar een van de acht posten; hij wordt niet gekozen. Hij was er twee weken ziek van. Later lukt het wel. Uiteindelijk is het FC Sittardia dat er voor zorgt dat GroenLinks een feit wordt. (FC Sittardia is niet de voetbalclub uit Sittard, wat het wel is, lees je in het boek.)
GroenLinks werd in 1990 opgericht als fusie van PSP, PPR, CPN en EVP. De Roo stond mede aan de wieg. De totstandkoming is een van de boeiende verhalen in dit boek.
CO2-heffing
Alexander de Roo’s grote belangstelling en focus is op groen, de ecologie. Hij vertegenwoordigt GroenLinks en diverse Europarlement-gremia bij legio besprekingen en ontmoetingen. En dan zie je hoe traag, vertragend politiek werkt: Als in 1992 al een CO2-heffing was ingevoerd, hoe zou het dan nu zijn? Elf van de twaalf lidstaten zagen het wel zitten, mrs. Tatcher niet en de Duitse CDU-regering trekt zich terug onder druk van de industrie. Anders hadden elf van de twaalf de CO2-belasting ingevoerd.
Er staan veel van dit soort verhalen in dit boek. Om je over op te winden. Ergerlijk.
De Roo was hoofdzakelijk Europees bezig. Al lezende groeit het respect voor de leden van het Europarlement en de initiatieven die ze ontplooien. En je wordt bekant ziek van het geneuzel rond besluitvorming. Verrassend vaak zijn het toch de christendemocraten die ‘tegen’ zijn. En soms gaan ze om. En, zonder gekkigheid, als lezer kan je je uiteindelijk niet aan de indruk onttrekken dat Brexit een zegen is voor de Europese politiek.
In het middelste deel van het boek passeren veel Europese milieuthema’s de revue. De werkwijze wordt helder uitgelegd en ook waarom het zo verdomd langzaam gaat, waar de belangen liggen die (moeten) worden geschonden. Zure regen (wie kent dat nog?), schonere vrachtauto’s en motoren, recycling oude auto’s, computers, koelkasten – het Europese Parlement heeft duidelijk macht.
Het is schrikken als je leest dat de Europese Commissie (zoiets als de regering) komt met een voorstel m.b.t. chemische stoffen waarin staat dat “bedrijven gevaarlijke chemische stoffen mogen blijven gebruiken als het economisch voordeel groter is dan het milieunadeel”. WAT?!
Ook hier liggen de christendemocraten dwars en uiteindelijk wordt een wet aangenomen waarin staat dat de industrie moet bewijzen dat hun chemische stoffen het milieu niet belasten. Tja. Daar zitten we dan met RoundUp….
Kleine stapjes
Voor sommige lezers kan de portie Europese politiek in dit boek een overdaad zijn, maar het is het politieke leven van De Roo, en eerlijk gezegd: rete-interessant. Zo ook de ratificatie van het Verdrag van Kyoto. De Amerikanen doen niet mee, maar om het doel enigszins te bereiken, moet Rusland wel tekenen. En daar zit Poetin, die wil lid worden van de WTO – wereld handelsorganisatie – en zo wordt gedeald. Het duurt een paar jaar voor de handtekening wordt gezet. Met kleine stapjes komen we er wel. Als het dan niet te laat is.
“Poetin en vijf Eurocommissarissen sluiten die deal in de datsja van Poetin. Rusland wordt lid van de WTO en ratificeert Kyoto. Ik ben er niet bij…. Halbe Zijlstra misschien?”
Ik weet niet hoe het met jullie is, maar ik erger mij de laatste tijd steeds vaker aan het politieke gegeven dat je blij moet zijn met kleine stapjes. We zijn verdorie al vijftig jaar kleine stapjes aan het nemen en de milieucrises stapelen zich op. Halverwege de Groene Eeuw.
Van de ene verbazing in de andere
Extra boeiend is hoofdstuk 6, waar het over voedsel gaat en dan met name het gemanipuleer rond genetisch gemanipuleerd voedsel. Je valt van de ene verbazing in de andere. Ene Tony Blair die stelt dat het gezonder, smakelijker en goedkoper is. De – daar zijn ze weer – christendemocraten, nu met de sociaaldemocraten, die vinden dat het wel in de schappen van de supermarkt mag, als het maar op echt voedsel lijkt.
Gentech is nog steeds een actueel thema, het leest dan ook als een onvoltooid spannend boek. Maar het lijkt erop dat ook in de VS het vertrouwen in genetisch gemanipuleerde groenten slinkt.
We lezen verhalen over vergeten pesticiden, een ongelukkig kanaal dwars door Spanje (dat er gelukkig niet komt), de IJzeren Rijn die dwars door een natuurgebied moest komen en er niet kwam, hoe Nederland de EU-wet die gasboringen in de Waddenzee verbiedt, omzeilt.
En dan stuiteren we op de vismigratierivier door de Afsluitdijk, die door de Waddenvereniging is bedongen. Laten we nu net een afbeelding ervan het hebben geplaatst bij bespreking van de Visatlas van Nederland.
Tenslotte
Alexander de Roo is niet te stoppen. Momenteel is hij voorzitter van GroenLinks Renkum, een zware baan, en strijdt voor de invoeren van het basisinkomen. Hij heeft ontegenzeggelijk heel veel meegemaakt en bijgedragen aan een, hoe zullen we het noemen, anno 2022: minder slecht leefmilieu.
Volgens hem duurt het nog vijftig jaar voor we een groene maatschappij hebben. Na het liberalisme en socialisme.