Na het planten begint het groeien in onze Eetbare Siertuin. En aangezien de grond flink geroerd is, komen er ook massaal onvoorziene planten op. Een derde en vierde criterium doet zijn intrede.
NB Als we 'we' schrijven dan is dat met Anthonetta van Bergenhenegouwen. Zij heeft het beplantingsschema gemaakt, zij helpt actief mee en is ook aanwezig als de tuin open is.
In 2015 moet de tuin in haar volle glorie een stabiel ecologisch systeem vormen met zeer weinig onderhoud. Nu is dat even anders. Een rozenstruik die straks een vierkante meter beslaat, is nu nog een vlekje van hooguit 30 x 30 cm die moet concurreren met onvoorzien kruid. En dat geldt voor de meeste planten.
Beheersen betekent: in de hand houden; in goede banen leiden. Beheren betekent in goede toestand houden.
Derde en vierde criterium
In principe mag alles dat opkomst en eetbaar is blijven staan. Dat is nogal wat. Brandnetel, knopkruid, kleefkruid, zuring, melde, paardenbloemen, judaspenning et cetera. Maar naast eetbaar en nuts – bijen/bestuiving, stikstofbinders, bemesting – kunnen planten (tijdelijk) ongewenst zijn omdat ze te zeer woekeren en voedselconcurrent vormen voor de jonge aanplant. Of omdat je gewoon een hekel aan een plant hebt[i].
Pannenkoekmethode
De vier kwadranten rond het oude ornament vormen de herboristentuin. Grote initiator is Bernard Liesandt. Het is de bedoeling dat dit een demonstratietuin van het Herboristengilde wordt. Op 8 juli 2013 was een deel van het bestuur aanwezig voor kennismaking en onderhoud.
Landschapsarchitect Harro de Jong had voor de vier vakken een bloemenzee van een min of meer gelijkmatige 70 cm hoogte voorzien. Dat is het nog niet geworden. Opmerkelijk genoeg is in de vier vakken de groeikracht verschillend. Hoewel het voorheen allemaal gras was en het pakweg 30 cm onder het aardoppervlak wit zand is. De planten in de vakken op de voorgrond presteren buitengewoon. Valeriaan is twee meter hoog en valt om. (Het witte links is het zgn. moederkruid. Goed tegen hoofdpijn.)
De herboristentuin is dus niet zo als het plan is. Planten met een hoogte van (beduidend) meer dan 70 cm en lagere planten kunnen in de border, in het verlengde van de vier kwadranten worden geplant (dus naar boven op de foto). In 2014 wordt het dus comme il faut. In de wereld van ontwerp (ICT) wordt dit de pannenkoekmethode genoemd. Het eerste mislukt altijd.
We leren
Het is altijd makkelijker te praten over iets dat niet goed gaat – daar is namelijk over te vertellen c.q. kan over de oorzaak worden gespeculeerd – dan over wat goed gaat.
Welnu, er gaat heel veel goed. Er moet echter, met name voor de bomen en heesters, soms water bij. Voor de bomen geldt dat er relatief veel boom is voor de plantkluit. In droge tijden is de watervraag groter dan de wortels uit onze zandgrond naar boven kunnen halen. Geef je veel water, dan wordt de plant lui en wortelt ze niet diep. Geef je weinig water, dan kwijnt de plant.
|
|
Quinoa heeft een UV-opdonder gehad
|
Altrei voelt zich senang
|
Op de bovenstaande foto's ziet u succes naast pech. De quinoa doet het wel, maar door de extreme weerwisselingen èn omdat ze ongeveer op de droogste plek van de tuin staat, is blad plaatselijk verschrompeld.
We leren en delen onze ervaringen. Dat is de bedoeling van onze demotuin.
Oesterplant
De oesterplant/oesterblad (mertensia maritima) is onze laatste aanplant. Het is een bodembedekker uit de zilte gebieden. De planten zijn uit zaad opgekweekt. Een bijzonder smakelijk gewas dat zeer winterhard is en over het hele noordelijk halfrond wel zo'n beetje in kuststreken voorkomt. Alleen zien weinigen het als een consumptieplant. Het sappige blad smaakt inderdaad naast oesters. Zonder de hap zeewater.