Dit is het verhaal van Nemonte Nenquimo. Ze groeide op als lid van het inheemse Waorani-volk, in het Amazonewoud van Ecuador. Vandaag de dag is zij één van de leiders van de activisten die proberen het regenwoud te redden van economische belangen van bijvoorbeeld oliemaatschappijen en overheden.
Ecologie moet voor economie gaan. Dat besef dringt maar langzaam – veel te langzaam – door. Daarom publiceren we deze recensie, een beetje afwijkend van de andere boeken die vooral over tuin, koken, natuur en duurzaamheid gaan.
Een belangrijk deel van dit boek beslaat de jeugd van Nemonte Nenquimo, haar herinneringen aan hoe ze leefde in het woud. En hoe de ‘beschaving’ steeds meer vat kreeg op de levens van haar familie en andere woudbewoners.
In eerste instantie kwam die ‘beschaving’ in de vorm van christelijke zendelingen, later als overheids- en zakenmensen die in het oerwoud naar olie wilden boren of bomen kappen. Allemaal richtten ze uit naam van de beschaving grote schade aan – zowel aan de mensen als aan de natuur.
Daarover gaat dit boek en dat stemt zeker niet altijd vrolijk, mede omdat de schade die wordt aangericht soms zo persoonlijk is.
En toch is het ook een hoopvol boek.
Ten eerste omdat Nemonte schrijft over de diepe connectie met het land, bos en de familie, En de kracht die daaruit wordt geput. En ten tweede omdat het boek ook echt hoopvol eindigt: met de eerste juridische overwinning van een alliantie van inheemse volkeren, waardoor meer dan een half miljoen hectare regenwoud nu beschermd is tegen ontwikkeling.
Titel | Dochter van de Amazone |
Van | Nemonte Nenquimo en Mitch Anderson |
Uitgever | Boekerij |
ISBN | 978 90 225 9527 5 |
Verschenen | 19 juni 2024 |
Prijs | € 23,99 |
Verkrijgbaar bij | Ga bij voorkeur naar de echte boekhandel van steen en cement. Als je toch online wil kopen, kijk dan bijvoorbeeld eens hier. Dat is een echte winkel. |
We Will Not Be Saved
De oorspronkelijke Engelse titel van dit boek luidde: ‘We Will Not Be Saved‘. Dat is interessant, want daaruit spreekt een fel zelfbewustzijn, een actieve houding: tot hier en niet verder. Wij wíllen niet gered worden, en we hóeven ook niet gered te worden. Hoe is dat in ‘s hemelsnaam in de Nederlandse vertaling verworden tot het suffe ‘Dochter van de Amazone’? Weliswaar is de ondertitel: ‘Mijn strijd voor het behoud van het regenwoud en de cultuur van onze voorouders’ iets actiever. Maar toch, het heeft iets Margriet-achtigs, terwijl de oorspronkelijke Engelse titel meer Opzij is. Als je begrijpt wat ik bedoel.
Op de Engelstalige omslag staan ook mensen achter haar.
Steen, papier, schaar
‘We will not be saved‘ is nog om allerlei andere redenen een meer passende titel. ‘We‘. Het gaat om óns, wij doen dit samen, wij zijn een volk, een gemeenschap. En ondanks dat het een diep persoonlijk boek is, lijkt het soms wel alsof Nemonte een bijrol speelt. Het gaat nooit écht over haar, maar over een groter geheel. Het gaat er dus ook niet om dat zij een ‘Dochter van de Amazone’ is. Die titel gaat namelijk totaal voorbij aan waar dit boek eigenlijk ten diepste over gaat: gezamenlijkheid, verbondenheid, met het bos, de natuur, en met elkaar.
De ondertitel doet hetzelfde, in het Engels: ‘A memoir of hope and resistance in the Amazon rainforest‘. Die is algemeen, losgekoppeld van de persoon. De Nederlandse ondertitel (zie hierboven) heeft het over ‘Mijn strijd’. Maar het is niet alleen haar strijd, zij doet het niet alleen. Dat kan ook helemaal niet, daar is het veel te groot voor. Ze wil dat ook niet!
En dan nog tenslotte: ‘strijd’ is iets actiefs, het is aanvallen, vechten, voor iets gaan. Het is de schaar van het beroemde ‘Steen, papier, schaar’. Ook dat past niet helemaal: dit boek gaat eigenlijk over vrij passief en stil verzet, wat uiteindelijk culmineert in een granieten vastberadenheid om niet verder over je heen te laten lopen. Steen, dus, waarop de schaar zich bot vecht.
Lyrisch en vreemd
De beschrijvingen van de natuur en het leven van de woudbewoners in dit boek zijn, in al hun simpelheid, vaak zeer lyrisch. Niet romantisch, want het is ook hard, en persoonlijk. De schrijfster is onderdeel van het geheel en beschrijft dus niet van buitenaf de ‘intelligente wilden’. Nee, het is gewoon haar familie, met alle irritaties, communicatiestoornissen en liefde die daar bij horen. Het taalgebruik is zakelijk gehouden, de herinneringen niet teveel opgesmukt. Ook daar waar het over de liefde gaat blijft het terughoudend – een reflectie, lijkt het, van de niet zo praterige aard van de woudbewoners. En dat ondanks dat dit boek toch voornamelijk geschreven is door Mitch Anderson, de Amerikaanse levenspartner van Nemonte en vader van haar kinderen.
Ze ontmoetten elkaar in Ecuador, waar Mitch regenwaterbassins aanlegde in dorpen waar door milieuvervuiling geen schoon drinkwater meer te vinden was. Samen trokken ze het verzet breder en groter, ze sloten een verbond met andere stammen – The Ceibo Alliance – en vanuit de hele wereld kwam hulp via Amazon Frontlines.
Maar de lyriek is nooit ver weg, die zit in de korte zinnetjes van natuurbeleving, van het leven in het woud, van het gebruik van natuurlijke materialen en het verzamelen van voedsel. De rijkdom zit niet in geld of bezit, maar in het leven, de verhalen, in het woud zelf. Het is een vreemde wereld voor mij als buitenstaander, waar ik een intiem inkijkje in krijg in dit boek. In de inleiding schrijft Nemonte dat ze met dit boek eigenlijk tegen het advies van de voorouders is ingegaan om geen sporen achter te laten – zelfs niet in verhalen. Dat ze dat toch heeft gedaan maakt haar soms bang. Wat gaan wij met haar verhalen doen?
De rijkdom van het woud
Interessant om te lezen is dat de Waorani – de stam waar Nemonte deel van uitmaakt – veel huisdieren houden, van een ara en nachtaapje tot pekari‘s tot tangare-vogels. Pekari’s vormen overigens ook een belangrijk bestanddeel van hun dieet, net als kaaimannen, capibara‘s, apen en vis.
Ook interessant, zeker voor voedselbosliefhebbers, is dat er plekken in het woud zijn, vaak langs paden, waar veel bepaalde (vrucht)bomen groeien, omdat ‘de voorouders’ die daar hebben geplant of extra goed verzorgd. En de vrouwen maken tuinen, op open plekken langs de rivier, of waar een boom is omgevallen. Die tuinen zijn vaak tijdelijk – tot het oerwoud de plek weer overneemt. En daar kweken ze groenten zoals maniok (ook wel cassave of yuca genoemd).
Maar het woud en de rivieren geven nog veel meer. Schildpadeieren, bananen, petomo– en nontoka-vruchten, honing, chilipepers, naranjilla, enzovoorts enzovoorts enzovoorts. Materialen om huizen te bouwen, matten te vlechten, touw te maken. Medicijnen. De beschrijvingen doen je beseffen dat er in het leven van deze woudbewoners geen gebrek is, er is overvloed! Mooi dat deze mensen, allemaal samen, zijn gaan staan voor het behoud van het oerwoud dat hun thuis is.
Ik las dit boek omdat ik op reis ging naar Brazilië, en dit boek me passende lectuur leek. En dat was het ook. Ondanks dat de streek in Brazilië waar ik naartoe ging, 4500 kilometer van Ecuador verwijderd is. Maar als je niet naar Brazilië (of naar Zuid-Amerika) op reis gaat, is het toch ook een bijzonder en leerzaam boek. Zeker als je geïnteresseerd bent in natuur, tropische landen in het algemeen, of in verschillende culturen.