Het vervolg op het succesvolle Onvergetelijke Groenten uit 2009 is Onvergetelijke Groenten – Recht Voor Z’n Raap. Het is een aardig kookboek voor iemand die iets verder wil kijken dan het groentenschap van de supermarkt, maar buiten de recepten schort er wel het een en ander aan.
Kort samengevat
Onvergetelijke Groenten – Recht Voor Z’n Raap is een vervolg op het succesvolle Onvergetelijke Groenten uit 2009. Het bevat een zeventigtal recepten met overwegend bijzondere groenten(-soorten). Vooral geschikt voor beginners die de eerste schreden buiten het gebaande pad der supermarktgroenten willen zetten. Doch als u het eerste boek hebt, wilt u, uit compleetheidsoverwegingen, wellicht ook dit deel twee. De sectie achter in het boek, die beoogt meer informatie over de groenten te geven, is onvolledig, onlogisch en onsamenhangend.
Titel | Onvergetelijke Groenten – Recht voor z’n Raap |
Van | Annette van Ruitenburg, Ruth de Ruwe & Han de Kroon |
Uitgever | Fontaine Uitgevers |
ISBN | 978 90 5956 414 5 |
Verschenen | Primo november 2012 |
Prijs | € 24,95 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we de Libris-webwinkel aan. Dan verdienen de boekhandels zelf ook nog iets. |
Lang samengevat
“Ik krijg een heel apart gevoel van binnen,” zong Corry Konings in 1972. En dat gevoel krijg ik ook bij Onvergetelijke Groenten – Recht Voor Z’n Raap. Natuurlijk is het hartstikke goed dat er een kookboek over groenten is verschenen. Welke groentefundamentalist kan daar niets op tegen hebben? Vriendelijk gesteld vind ik het een beetje een overbodig boek. Maar ja, dat gebeurt vaak; zelden kunnen opvolgers, vervolgen of sequelsvan films en boeken het eerste deel in kwaliteit evenaren. Succes wordt uitgemolken. Ook bij Onvergetelijke Groenten.
Dus als u een moestuin hebt, daaruit zelf kookt, en iets meer teelt dan aardappelen, andijvie en sla, dan kunt u dit boek gerust links laten liggen. Er staan weliswaar fraaie en soms uitdagende recepten in, maar vaak – voor ons – ook weer niet erg origineel.
De laatste twintig bladzijden gaan over de groenten. De auteurs hebben hier broddelwerk afgeleverd dan wel een iets te grote broek aangetrokken. Het is oppervlakkig, onsamenhangend en slordig.
Ik durf er wat op te verwedden dat ze niet met hetzelfde enthousiasme en esprit aan dit tweede deel hebben gewerkt als destijds aan het eerste.
Het citaat: Ons erfgoed?
In het voorwoord staat o.a. “Jacques Nijskens van de Historische Groentehof en zadenleverancier Ton Vreeken zetten zich al jaren in voor vergeten groenten. En met hen maakt een toenemend aantal bijzondere telers en groenteleveranciers zich sterk om ons erfgoed voor het nageslacht te behouden.” Ons erfgoed? De Historische Groentehof kent nogal wat curiosa, kan ik uit ervaring zeggen. En als de auteurs doelen op echte Nederlandse groenten, dan slaan ze met hun boek de plank faliekant mis. 80% is niet echt Nederlands dan wel echt niet Nederlands. Twee bladzijden verder staat namelijk het eerste recept: een Engels stamppotje met Jersey cabbage en cheddar. Hoezo ‘ons erfgoed’? Need we say more? Artisjokken? Bataat? Pompoen? Kardoen? Waar ligt de grens? Is de aardappel Nederlands cultureel erfgoed? Nou, misschien, een beetje. Maar chioggia-bieten? De naam doet toch een andere herkomst vermoeden. Iets als de vitelotte noir, de truffelaardappel, is in het verleden nooit echt geteeld in de Lage Landen, laat staan dat het bij Jan, Jannetje en hun jongste kind een dampende schaal op tafel heeft gestaan.
Gelardeerd met groententelers
Is het de tijdsgeest? Meer auteurs larderen hun boek met verhalen over ondernemers (zie bijvoorbeeld Boeren met Smaak). Zo ook hier. Tussen de recepten zijn vijftien verhalen over bijzondere telers en telers van bijzondere groenten opgenomen. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat dat de auteurs hiermee aan legitimiteit proberen te winnen.
De verhalen over de telers zijn aardig. Leuk om te weten dat ze er zijn en waar ze zijn gevestigd. Een aantal ervan ken ik. Het is natuurlijk een eer om te worden opgenomen in een boek dat over bijzondere groenten gaat en natuurlijk goed voor de bekendheid. Maar ik vermoed dat ze verder geen invloed op de samenstelling van dit boek hebben gehad.
In het geval van de Historische Groentenhof kennen we een zwakke plek. Kort na de start waren we (primo 2004) er nogal nauw bij betrokken, om het voorzichtig te duiden. Maar om Jacques Nijskens en Ton Vreeken de uitvinders van het begrip ‘vergeten groenten’ te noemen, zoals in het boek staat, gaat me te ver. Je kan ook zeggen: ze zijn met het begrip aan de haal gegaan. En dat hebben ze goed gedaan.
Recepten
Hier verdienen de auteurs een compliment: het zijn mooie recepten, want bijna de helft van de recepten, zoals de ‘bieten in eigen blad uit de oven’ (anno 2006), komt mij min of meer bekend voor en staan, weliswaar in een iets andere vorm, op onze website. Er bestaat geen copyright op receptuur; iedere “creatieve” kok vervangt wat ingrediënten of voegt iets toe en dan heeft hij zijn eigen recept.
Leuk en nieuw en uitdagend vind ik kardoen-auberginecake, ingelegde raapjes met hazelnoten, aardperentaart met geitenkaas, bietenburger, terrine van artisjok, crème brûlée van gele biet, hopscheuten met eekhoorntjesbrood en pompoen
, onvergetelijke groentemuffins, wittechocoladetaart met witte biet, aardperen pannacotta, raapstelentortilla, Bloemendaalse gele kool met hopscheuten, witte bonen en brie, asperges, zeekraal en zeekoolspruiten.Na de Tomatentaart is het gedaan met de recepten. We zijn dan op bladzijde 170. Hierna volgt een twintigtal pagina’s met teksten over groenten.
Verkrijgbaarheidskalender
Mijn vader zei altijd: Doe iets goed of anders niet. De auteurs hadden andere ouders.
Achter in het boek staat een overzicht met wanneer welke groente (of vrucht) is te verkrijgen. Op zich is zo’n lijst het wel handig. Maar kennelijk is men hier in tweestrijd: ben je groenteman of moestuinier. De moestuinier kent zijn zaaiplan en eet met de seizoenen. De groentenman wil zo veel en zo langdurig mogelijk groenten verkopen. Dus veel groenten die in de lijst staan zijn acht maanden of meer verkrijgbaar. En dat is wel een beetje raar. Schorseneren, meirapen (later in het jaar heten ze volgens mij herfstrapen), snijbiet, peen (wortel) en bieten volgens het schema bijna het hele jaar. Maar iedere moestuinier weet dat ze, met uitzondering van schorseneren, niet winterhard zijn. Maar oké, je kunt het koel bewaren of inkuilen.
En waarom in hemelsnaam staan diepvries duindoornbessen in de lijst (het hele jaar verkrijgbaar)? Ja. Zo lust ik er nog wel een paar: doperwten in pot zijn ook het hele jaar verkrijgbaar. Datzelfde geldt voor gedroogde bonen. Het overzicht is overigens onvolledig en, op zijn zachtst gezegd, merkwaardig. De auteurs hebben kennelijk zelf ook in de gaten dat het maar half werk is, want rechtsonder op de pagina staat een excuustekst.
Een bruggetje naar het volgende lemma: (Dop-)erwten noch verse kapucijners staan in de kalender. Maar haverwortel wel – dat is nu net een van de weinige groenten die ik nog nooit in een groentenschap heb gezien – maar ze staat niet in de groentenlijst met korte beschrijvingen. Nieuw-Zeelandse spinazie staat weer wel in de groentenlijst, maar niet in de verkrijgbaarheidskalender. De logica ontgaat me.
Acht halve pagina’s
Tussendoor moesten de auteurs kennelijk nog acht stukjes tekst kwijt met het karakter van een column. Acht halve pagina’s met titels Recht voor zijn raap, Wilde kruiden en planten, Snijbiet of warmoes, Wortelen (penen), Vruchtgroenten, Asperges, Koolsoorten, Aardappelen. Waarom deze? Op de nogal oppervlakkige inhoud ga ik niet verder in. Hoewel? Als geschreven wordt ‘In diverse onderzoeken is aangetoond dat de oranje peen niet is geteeld omdat de Orajnjefamilie vanuit Engeland…’ – nog los van het feit of de bewering waar of niet waar is -, wil ik wel weten welke onderzoeken. Nu komt het over als iets uit de categorie reclameteksten als ‘onderzoek heeft aangetoond’.
Groentenlijst is broddelwerk
De groentenlijst achterin het boek is een weinig consequente opsomming van groenten en een korte beschrijving. Het had beter kunnen worden weggelaten. Ik beperk me in de kritiek tot een paar voorbeelden: Erwten, velderwt en blauwschokker worden op een hoop gegooid met de omschrijving ‘blauwe peul met ronde erwt….’. Huh?
Bij de courgette staat ‘familie van de komkommer, gevuld met veel vruchtvlees’. Hier is de omschrijving kennelijk gerelateerd aan de plantenfamilie. Bovendien gaan de auteurs wel heel kort door de bocht. Natuurlijk, komkommer, courgette en pompoenen zijn allemaal lid van de grote familie der Cucurbitaceae. Maar een komkommer is een Cucumis sativus en een courgette Cucurbita pepo, net zoals veel pompoenen. Een komkommer heeft een miezerig klein bloemetje. De bloemen van de courgette en pompoenen zijn daarentegen groot en zien er vrijwel hetzelfde uit (en zijn in gerechten uitwisselbaar). In de VS worden pompoenen en courgettes squashes genoemd: courgette is dan summer squash. Bij borlottibonen ontbreekt de verwijzing naar de Nederlandse kievitsbonen. En zo kan ik wel doorgaan. In de recepten worden groenten genoemd die niet in de lijst staan.