The future of estate landscapes in Europe

Grootschaligheid en afstand zijn de norm geworden maar landgoederen, oude en nieuwe, laten zien dat het anders kan. Kenmerken zijn nabijheid, langdurige relaties en een schaalgrootte die nog herkenbaar en behapbaar is. Dit prachtige boek gaat over landgoederen in de moderne tijd die erin slagen zichzelf opnieuw uit te vinden. Het is Engelstalig maar bevat zulke waardevolle inzichten en een zodanig mooie, constructieve blik op de toekomst dat een recensie op zijn plaats is.

‘The future of estate landscapes in Europe’ gaat over de toekomst van landgoederen in Europa. Noordwest Europa wel te verstaan, want er worden landgoederen behandeld in Engeland, Nederland, België en Denemarken. Meestal denken we bij landgoederen aan het verleden. Maar met dit boek dus niet: het hier en nu, en de toekomst, staan centraal. Er wordt gekeken naar de samenhang binnen de landgoederen, de relatie van de landgoederen met de rest van de wereld, hun economische model, en de manier waarop dat tot uiting komt in de inrichting van het landschap en de architectuur van gebouwen en tuinen.

Freaylemaborg

De auteurs, Belgische wetenschappers Steven Heyde en Sylvie Van Damme, zijn dan ook geen historici maar hebben hun sporen verdiend bij interdisciplinair onderzoek op gebied van landschap en cultuur. Zij betogen dat landgoederen niet conservatief en statisch zijn, maar leidend in innovatie en in de zoektocht naar (onder andere) nieuwe en meer duurzame vormen van natuurbeheer, voedselproductie en toerisme.

Het is werkelijk een prachtig boek dat een extra dimensie verschaft op de huidige kijk op economie en ecologie. En je krijgt bovendien een nauwelijks te onderdrukken drang om de komende tijd alle vermelde landgoederen te bezoeken.

TitelThe future of estate landscapes in Europe
VanSteven Heyde & Sylvie Van Damme
UitgeverBlauwdruk
ISBN978 94 924 745 13
Verschenen1 april 2022
Prijs€ 37,50
Verkrijgbaar bijDe uitgever

Landgoederen als aanjagers van vernieuwing

Essentieel in dit boek is de plek die landgoederen in de hedendaagse maatschappij innemen. Die is verschillend per landgoed, onder andere door hun historie, waar ze natuurlijk nooit los van kunnen worden gezien. Het gaat over de uitdagingen waar ze tegenaan lopen, bijvoorbeeld op financieel vlak, en de manieren waarop ze daarmee omgaan.
Een centraal uitgangspunt is dat landgoederen aanjagers kunnen zijn van vernieuwende modellen in het landelijke gebied. Juist landgoederen. Om meerdere redenen:
Ten eerste is er vaak urgentie om tot financieel houdbare modellen te komen. Het onderhoud en behoud van de historische gebouwen en parken kost immers veel geld.
Ten tweede zijn de landgoederen soms weliswaar vrij groot, maar toch klein genoeg om relatief snel veranderingen door te voeren.
Ten derde helpt de eigendomsstructuur: particulier eigendom staat garant voor snelle beslissingen.
En tenslotte: Bij landgoederen is men gewend om op de lange termijn te denken. Het landgoed moet vooral gezond en fit worden overgedragen aan volgende generaties. Oftewel – meerdere waarden werden en worden belangrijk gevonden, niet enkel financieel gewin op de korte termijn. Het is interessant om te zien hoe dat leidt tot soms afwijkende keuzes.

Landgoed Hex, waar twee maal per jaar ook een bijzonder tuinevenement is (lees dit)

Zeer verschillende benaderingen

Er zijn grote verschillen tussen de landgoederen. Sowieso cultureel, in hoe de landgoederen ingebed zijn in hun omgeving, zowel fysiek als sociaal. De auteurs halen een voorbeeld aan uit Normandië, waar de adellijke dame die het landgoed bestierde nauwelijks contact had met omwonenden, omdat in Frankrijk de Franse revolutie altijd leeft en de adel, plus hun bezittingen, als een probleem wordt gezien.
Maar de keuzes die gemaakt worden om te komen tot een duurzaam, modern model van beheer en verdiensten zijn ook heel verschillend. In het boek wordt een aantal landgoederen uitgebreid besproken zodat die verschillen heel duidelijk worden.
Aan de ene kant van het spectrum het prachtige Hex in Vlaanderen, waar men zeer zorgvuldig voortbouwt op de rijke historie, onder andere met een bijzonder tuinevenement. Een ander uiterste is Knepp, in Engeland, waar alle landbouwgrond is omgevormd tot (begraasde) natuur, een groot deel van de gebouwen wordt verhuurd en er flinke nieuwe inkomsten worden gegenereerd uit ecotoerisme. En dan is er nog het inspirerende voorbeeld van het Deense landgoed Frederiksdal. Door de afgelegen ligging worden inkomsten uit verhuur van gebouwen, evenementen of toerisme daar nooit echt een vetpot. Het waait er wel altijd en daarom is er in 2016 een aantal grote windmolens op het landgoed gebouwd. Behalve dat die meehelpen bij de energietransitie genereren ze een stabiele stroom inkomsten voor het landgoed. Daardoor werd onder andere de restauratie van het landhuis mogelijk. Nu wordt er gewerkt aan vergroening en tegelijkertijd verhoging van de inkomsten uit landbouw, de andere belangrijke activiteit op het landgoed. Deense kersenwijn, iemand?

Frederiksdal – foto: website

Nostalgie versus vooruitziende blik

Vreemd eigenlijk dat we landgoederen als nostalgisch en ouderwets zien. Terwijl ze ook in het verleden al vaak broedplaatsen waren van innovatie, of in elk geval tot de koplopers behoorden bij introductie van nieuwe technieken. Dat veranderde in de twintigste eeuw, toen veel landgoederen niet mee konden of wilden in de schaalvergroting in de landbouw. De opzet van een landgoed was immers per definitie relatief kleinschalig en gemengd, waarbij kringlopen op het landgoed werden gesloten en het in sommige gevallen zelfs grotendeels zelfvoorzienend was. Dat paste niet bij de schaalvergroting, intensivering, en de ruilverkaveling die daaruit volgde. Landgoederen raakten uit de hoofdstroom van de economische ontwikkeling. Het werden eilandjes waar de tijd leek stil te hebben gestaan. Maar wat ouderwets en reactionair leek, blijkt nu een vooruitziende blik geweest. De grootschalige intensieve landbouw staat onder druk vanwege onevenredig grote en onhoudbare belasting van het milieu, ongezondheid voor de mens en schade aan de natuur. Landgoederen zijn nu vaak havens van biodiversiteit en landschappelijk schoon. Met hagen, heggen, lanen, bosjes, hakhoutpercelen, akkers, weilanden, bronnen, poelen, vijvers, kronkelende beken, moestuinen, siertuinen, enzovoorts.

Verbond van uitersten

Dus nu zien we dat juist de landgoederen aansluiting vinden bij nieuwe bewegingen van onderop. Een verbond tussen twee uitersten, kan je zeggen. Enerzijds rijke, soms adellijke, oude grootgrondbezitters. En anderzijds nieuwe initiatieven op gebied van landbouw en natuur, maar ook kunst, cultuur en wetenschap.
Er wordt op landgoederen nieuwe natuur ontwikkeld. Er wordt geëxperimenteerd met nieuwe vormen van begrazing en jacht. Er wordt aan agroforestry gedaan en er worden voedselbossen geplant. Groepen vrijwilligers onderhouden moestuinen. Buurtbewoners komen groente van de biologische moestuinen kopen. Ecotoeristen slapen in boomhutten en zoeken naar zeldzame vlinders en vogels.

Glamping op landgoed Knepp – foto: website

Kleinschalig en verbonden

Al deze dingen zijn vormen van verbinding. Geen enkel landgoed dat in dit boek worden genoemd is een kermisattractie geworden, of een tuincentrum, of een stadspark. Maar ze zijn wel allemaal open en gastvrij, op diverse manieren. Ze worstelen overigens ook allemaal met de grens tussen privé eigendom en behoud van rust, ruimte en karakter enerzijds, en gastvrijheid en betrokkenheid van buitenaf anderzijds. Maar dat mag, het is niet makkelijk. Als je geen weerstand ervaart ben je misschien wel niet op de juiste weg, zei een wijs man ooit. Het mooie is dat deze landgoederen, en hun eigenaren, er bewust voor kiezen onderdeel te willen zijn van de samenleving, en van een nieuwe beweging die bij hen past. Kleinschalig en verbonden. En voor de lange termijn.

Een boom geplant in food forest Ziedewij

Plaats een reactie