Palmkool met aardappelen en worst

Zet twee pannen water op het vuur. In de een koken we zometeen de aardappelen. In de ander de palmkool.

Trek het blad van de palmkool met de hand van de dikke bladnerf, nerf wegdoen. Was het blad (drie keer).

Aardappelen schillen en in soort van grove brokken snijden.

Kook de aardappelen. Kook de palmkool. De aardappelen zullen iets langer nodig hebben dan de kool, die laatste tien minuten à een kwartier. Beide afgieten en uit laten dampen/lekken.

Snijd de palmkool grof.

Neem een stevige pan (een kasserol) waarin de worsten worden gebakken en neem een ruime koekenpan.

Verhit in beide een scheut olie. Leg de worsten meteen in de koude olie in de kasserol en laat het langzaam opwarmen.

In de koekenpan de knoflook zachtjes aanbakken. Strooi er wat chilipeper over.

Doe de aardappelen bij de knoflook, schep om.

Worstjes omkeren.

Doe de palmkool bij de aardappelen en knoflook, schep om. Als het te droog wordt mag je er een scheutje water bij doen. Anders plakt alles aan de bodem. Draai het vuur laag.

Als de worstjes gaar zijn (test), dan kieper je de inhoud van de koekenpan bij de worstjes en schep het geheel goed door elkaar. Laat vijf minuten doorwarmen zodat de smaken zich mengen.

Breng op smaak met zout en wellicht nog wat peper uit de molen.

Serveer. En eet smakelijk