Historie
Culinair
Prei is zeer aromatisch; ze heeft een zachte ui-look smaak en wordt tijdens de bereiding zoet. In de keuken is het een hoofdgroente (in soepen, gesmoord, gekookt, in taarten e.d.) of het is in veel andere gerechten een ondersteunend smaakingrediënt. Meestal wordt ze in ringen gesneden, waarbij het gaat om het witte of witste deel van de schacht.
Snijd het groene loof grotendeels weg. Snijd het voetje (wortelaanzet) weg. Door de groeiwijze kan er wat zand in de plant zijn gekomen. Kerf de buitenste bladeren over de hele lengte in, trek het voorzichtig open en spoel onder de kraan het eventueel aanwezig zand eruit. In ringen snijden (of niet). Conform recept.
Bewaren
Winterprei: in de tuin. Eventueel afdekken met stro of sterk aanaarden om vorstschade te voorkomen. Geoogste prei is koel weken houdbaar.
Voedingswaarde
Per 100 gram:
caloriën |
laag [1] [5] |
vitamine A |
veel [1] |
vitamine B1 |
0,12 mg [5] |
vitamine B2 |
0,04 mg [5] |
vitamine C |
25 mg [5] |
mineralen |
rijk [1], kalium, magnesium, mangaan [5] |
Teelt
Commercieel wordt prei het hele jaar aangeboden. Er worden vijf verschillende teelten onderscheiden:
- 1. Zomerteelt (binnen zaaien half januari/half februari)
- 2. Vroege herfstteelt (half maart in de koude bak)
- 3. Late herfstteelt (begin april in de koude bak)
- 4. Winterteelt (in april buiten zaaien)
- 5. Late winterteelt of zeer vroege (in juni buiten zaaien)
- Wij doen winterteelt.
Zaaien |
april, op een bed, ½ – 1 cm diep. (Het kiemt sneller als het zaad 24 uur is voorgeweekt. Dan kan het ook nog tussen vochtige lappen worden voorgekiemd.) |
Uitplanten |
juli – als ze potlood-dik zijn. In plaats van in een voor of plantgaten te planten, kan prei ook worden aangeaard. Dit heeft het voordeel dat de grond losser is, en prei houdt van luchtige grond. |
|
|
Oogst |
(december) januari en later |
Zie ook op deze website
De planten moeten boven de 18°C opgekweekt worden. Bij een lagere temperatuur kunnen de planten doorschieten, d.w.z. vroegtijdig gaan bloeien.
Prei groeit door tot een temperatuur van +60 en heeft normaliter geen last van vorst. Bij strengere vorst is dit rasafhankelijk. Na de vorst groeit de prei gewoon door. In april of mei bloeien ze.
Plantafstand: 15 cm in de rij; 40 cm tussen de rijen.
Water: Normaal. Belangrijk om groeistilstand en voortijdig schieten te voorkomen (voor alle planten geldt in meer of mindere mate dat schieten een noodgreep is: de plant voelt ellende en wil zich voortplanten)
Tip: Groeistilstand tijdens nat en koud weer is te verhelpen door de grond rond de prei los te maken. Überhaupt houdt prei van luchtige grond, dus enkele malen per jaar even de grond losmaken kan geen kwaad.
Bemesting
Prei heeft veel voedsel nodig, maar niet te vers. Dus hopen compost. Vers materiaal trekt insecten aan, w.o. preimot.
NPK: Veel stikstof, weinig fosfor, veel kalium.
Bij winterprei kan rijpe compost tussen de planten worden gestrooid.
Bodem & standplaats
Prei houdt van humusrijke grond en hoort in het bed van de bladgroenten. Ze gedijt goed op een zonnige plek. Natte gronden zijn ongeschikt i.v.m. de kans op schimmels. Prei mag nooit na een andere ui of allium-gewas worden geplant. Op het bladgroentenbed is peterselie is een goede maat van prei, net als knolselderij. Als het gewas ervoor zware organische bemesting heeft gehad, is dat oké. (In het wisselteelt schema van onze moestuin volgen de bladgroenten de kolen. Het bed van de kolen is zwaar bemest, dus prei komt een jaar later langs.)
Rassen
Alleen winterrassen: blauwgroene winter (selecties: bluestar, hiverblue, blauwe van Luik, enz.); winterreuzen
Zaadteelt
Plant wat preien apart uit, in een vierkant, dicht bij elkaar, en laat ze in april/mei van het volgende jaar tot bloei komen. Prei is een kruisbestuiver en heeft (dus) de hulp van insecten nodig die van de ene bloem naar de andere hoppen. De bloemen rijpen in augustus en september af. Als de zaadjes hard en zwart worden, snijd je de hele bloemkop af met ca. 30 cmstengel eraan. Hang het omgekeerd te drogen. De zaden zitten goed vast en haal ze met de hand los. Spoel ze eventueel om 'het kaf van het koren te scheiden' (troep komt bovendrijven). Goed drogen laten en zeven om de grote zaden te behouden.
Ziekten en belagers
Te veel om op te noemen. Als je de boeken leest, vraag je je af hoe het komt dat prei al duizenden jaren wordt geteeld. De mate waarin het voorkomt, zal dus wel meevallen. Een selectie: preimot (zet v.a. begin mei eitjes op de bladeren af, met alle gevolgen van dien), preivlieg (schaadt vooral het zaaibed met jonge planten), trips (de larven zitten in de overgang van schacht naar blad), roest (hoge vochtigheidsgraad bij matige temperaturen en als ze te dicht op elkaar staan – met veel stikstof en te weinig kalium), en nog wat. Goede wisselteelt voorkomt veel, is onze ervaring. Tot op heden (eind 2007) hebben wij geen preiziekten gezien.
Ik vind het niet goed om de preiplanten haaks op de rijen te zetten omdat men daardoor het schoffelen bemoeilijkt. Eind augustus de planten tegen de grond afsnijden is nog altijd het beste midden tegen de preivlieg