Historie
Sjalotten lijken op uien. Het is een zeer naast familielid dat zachter van smaak en minder tranentrekkend is. Ze komen vermoedelijk uit centraal of zuidelijk Azië. Van daar naar India en vervolgens richting Middellandse Zee getrokken. De stamvader, allium oschaninii (ook wel: Franse grauwe sjalot) komt uit de omgeving van Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië (Vallei van Ferganai) en Afghanistan.
De naam sjalot is afgeleid van Ashkelon, een stad in het huidige Israel, boven de Gazastrook. Ashkelon bestaat al sinds het neolithicum (pakweg 10.000 v Chr) en in de tijd dat de sjalot zijn naam kreeg was het een Filistijnse stad (1000 v Chr). Kernpunt is dat de oude Grieken dachten dat de sjalot van Ashkelon kwamenTheophrastus (300 v Chr) geldt als een van de eerste botanici en was, naar verluid, ook de eerste die de naam sjalot (askolonion) introduceerde. Althans, op schrift.
Lustopwekkend
Plinius de Oudere haalt enkele malen Theophrastus aan in zijn Naturalis Historia en schrijft dat de Grieken zes soorten uien kenden, waaronder de sjalot. De Romeinse schrijver Lucius Iunius Moderatus Columella (1e eeuw na Christus) beschrijft de goede aspecten van de sjalot en zegt dat ze de beste van alle uien is.
De sjalot wordt historisch als lustopwekkend gezien. Zo wordt ie door Ovidius genoemd. De arts en botanicusCastor Durante beschrijft zijn prikkelende werking in zijn Herbario Nuovo (1585).
Sommige bronnen zeggen dat de sjalotten door de kruisvaarders vanuit de havenstad Ashkelon naar noordelijk Europa zijn meegenomen. Op 12 augustus 1099 vond, tijdens de eerste kruistocht, de Slag bij Ascalon plaats. In de oudere Latijnse naam voor de sjalot, verwijst het ascalonicum naar Ashkelon/Ascalon.
De Fransen noemen de sjalot hun culturele erfgoed sinds Karel de Grote. We beschouwen dat maar als typisch Frans chauvinisme. Want pas tweehonderd jaar na Karels dood begonnen de kruistochten. Maar in de dertiende eeuw spelen de sjalotten al een belangrijke rol in de Franse keuken. In de bibliotheek van de universiteit van Bologna zou men een codex bewaren waarin gerefereerd wordt aan taarten met sjalotten.
De sjalot zou in Amerika zijn ingevoerd door Hernando de Soto, tijdens diens ontdekking/ verkenningen van Louisiana. De eerste referenties dateren van 1543.
Hollands Boerenbedrog?
Sjalotten worden in principe vegetatief vermeerderd, dus niet uit zaad. In Frankrijk was wettelijk bepaald dat alleen traditioneel geplante sjalotten 'sjalot' mogen heten.
Onderzoek, met name in Nederland, leidde tot zogenaamde zaaisjalotten. In 1998 introduceerde zaadhandelaar De Groot en Slot deze op de markt. Het zaad (F1-hybriden), resultaat van kruising tussen ui en sjalot en pakweg vijftien jaar zaaien en selecteren, is officieel geregistreerd.
Een en ander leidde tot groot Frans protest van met name Bretonse en boeren uit de Loiredal. De sjalottenteelt is arbeidsintensief en is belangrijk voor die streken. Ze verdien(d)en er goed aan. In eerste instantie werden de zaden uit Frankrijk geweerd. Uiteindelijk beschikte de Franse Raad van State dat de zaaisjalot ook een sjalot is, daar het dezelfde eigenschappen heeft als andere sjalotten en onderscheidbaar zijn van uien. Op 16 januari 2007 werd een nieuw Frans decreet goedgekeurd. De Franse boeren raakten hun geclaimde exclusiviteit op de sjalot kwijt.
Maar daar hebben ze het niet bij laten zitten. GEVES (Groupe d'étude et de controles des variétés et des sémences) heeft de zaaisjalotten gevolgd en onderzocht en concludeert dat sommige soorten gewoon uien zijn. Hollands Boerenbedrog. De Fransen eisen dat de dubieuze zaaisjalotten eind 2013 uit de zaadlijsten zijn verwijderd.
Lees dit bericht in Le Figaro.
Engelse naamsverwarring
De naam scallion heeft etymologisch dezelfde herkomst als sjalot (askolonion). Scallion is Engels voor lente-ui (of bosui). Verwisseling komt vaak voor en met name in Australië wil men shallot gebruiken voor de lente-ui.
Lady of the shalott
De Engelse hofdichter Alfred, Lord Tennyson is een beroemd en na Shakespeare de meest geciteerde auteur. Een aantal gedichten van hem is gebaseerd op de Arthurlegende. Zo ook Lady of the Shallot a.k.a. Fair Maid of Astolat – vrij naar het Italiaanse Donna di Scalotta. Om kort te gaan: de vrouw zit in een met water omringde toren en mag alleen door een spiegel naar buiten kijken, want anders treedt de vloek in werking. Lancelot komt voorbij rijden. De vrouw valt voor hem en laat zich met een bootje over het water naar hem toe varen. Voor ze aankomt is ze dood. Lancelot kijkt haar aan en zegt: "She has a lovely face; God in his mercy lend her grace, The Lady of Shalott." Maar of zij iets met de shallot (sjalot) heeft te maken, is onduidelijk.
Culinair
Delicate, ui-achtige maar iets zoetere smaak. Kunnen min of meer in plaats van uien worden gebruikt en vooral rauw zijn ze smaakvoller, minder scherp, dan ui. In de Franse keuken aanbevolen voor salades, sauzen, stoofpotten. Van groot belang voor echte bearnaise.
Ook het loof kan worden gebruikt, maar dat doet eigenlijk niemand.
Bewaren

Men zegt dat gele sjalotten goed te bewaren zijn en de andere iets minder. Wij hebben 'roze' sjalotten en die bewaren ook uitstekend. Liggend in gaaskistjes in de kelder.
Voedingswaarde
Rauw, per 100 gram:
calorieën |
72 kcal |
water |
79,8 gr |
eiwitten (proteïne) |
2,5 gr |
vet |
0,1 gr |
16,8 gr |
|
voedingsvezel |
3,2 gr |
suikers |
7,87 gr |
mineralen |
calcium (37 mg), ijzer (1,2 mg), fosfor (60 mg); natrium (12 mg); kalium (334 mg); magnesium (21 mg) en wat zink |
Vitaminen: |
|
0 µg |
|
thiamine (B1) |
60 µg |
riboflavine (B2) |
20 µg |
niacine (B3) |
0,2 mg (200 µg) |
pantotheenzuur (B5) |
|
0,345 mg (345 µg) |
|
34 µg |
|
0 mg |
|
ascorbinezuur (C) |
15 mg |
vitamine D |
0 mg |
vitamine E (alfa-tocopherol) |
40 µg |
0,8 µg |
|
|
|
|
|
17 mg |
|
Enkelvoudig onverzadigd |
14 mg |
Meervoudig onverzadigd |
39 mg |
0 mg |

Teelt
Net als bij knoflook vormt de sjalot clusters/klisters en levert vier tot tien nieuwe bolletjes. Bij de knoflook zijn het meer tenen die een bol vormen. Bij de sjalot gaat het meer breeduit. Er vormen zich zes tot tien nieuwe sjalotten rond de geplante – die dan is verdwenen.
De bruine/rode sjalot kan vroeg worden geplant, de gele is schietgevoelig en wordt later geplant.
In geval van combinatieteelt: niet met bonen samen; ze hebben een slechte invloed op bonen. Doe simpel: volg ons wisselteeltschema.
Zaaien |
n.v.t. |
Uitplanten |
v.a. eind februari (ze verdragen tot -8o C) tot eind maart. Gele sjalotten april. |
Oogst |
Vroeg: begin juni. Meest juli tot september |
Plantafstand: 20 cm in de rij; 35 cm tussen de rijen (ze worden nogal breed)
Water: Planten in droge grond en daarna licht beregenen bevordert het wortelen. Regelmatig water geven is het beste. De bovengrond pas laten uitdrogen als de bollen groot genoeg zijn.
Bemesting
Bodem & standplaats
Rassen
Grofweg worden er vier typen onderscheiden:
– Vrij kleine, grijsbruine sjalot (échalotegrise, zeer Frans)
– Rozerode soort (ook wel bruin)
– Gele met bronskleurige schil (Hollandse, Dutch Yellow)
– Banaan (zeer langwerpig, en zeer mild van smaak)
Rode rassen |
Santé (schietgevoelig, v.a. medio april planten), Red Sun (goed houdbaar, resistent, aanbevolen voor biologische teelt), Ouddorpse Bruine (zeer resistent), Pikant, Spring Fields (goed houdbaar) |
Gele rassen |
Atlantic, Topper, Noordhollandse strogele, Golden Gourmet (hoge opbrengst) |
Banaan |
Die is hier niet te telen, voor zover wij weten. |
Oude rassen:
Ouddorpse Bruine is een oud basisras [2].
Zaadteelt
Dat laten we aan de industrie over, die de zaaisjalot heeft gemaakt. Het zijn ook allemaal F1 hybriden, dus u moet wel zaad kopen.
De hobbytuinier vermeerdert op ouderwetse wijze: bolletjes van het ene jaar het volgende jaar planten. Neem bolletjes van pakweg 3 cm doorsnee. Die zijn het best.
Ziekten en belagers
Zie ui. Bovendien heeft de sjalot ook last van de bonenvlieg, dechortophila cillicrura. Daar is geen bestrijdingsmiddel tegen. Wij telen de uien, sjalotten tezamen met de wortels onder insectengaas. Ook goed tegen de uienvlieg.
Dat soort verwarringen komen meer voor. De Britten dachten dat de aardpeer uit Terneuzen kwam.
Een F1-hybride is een niet-zaadvast kruisingsproduct, d.w.z. als u zaad oogst krijgt u een van de voorouders terug, niet dezelfde zaaisjalot.
Leuk artikel. leerzaam. Maar waar staan de griselles in dit geheel?
Griselles is de naam voor de grijze sjalot. Een ras of cultivar. Dus het past er gewoon in – net als de paarse sjalot, de banaansjalot; zoals bij sla allerlei slarassen horen.
Informatief artikel. Nu wil ik voor het eerst als experiment sjalot opkweken uit zaad gekocht bij een zadenwinkel. Hebben jullie inmiddels ervaring met het opkweken van sjalot uit zaad en/of hebben jullie tips hoe dit eventueel te doen?
Vriendelijke groet,
Angelique
Helaas, Angelique, wij vermeerderen sjalotten op de klassieke wijze. De klisters uiteen nemen en de grootste herplanten. Met zaaien hebben we geen ervaring.