Leestijd: 30 minuten
Inhoudsopgave
Ipomoea batatas (vroeger: Convolvulus batatas)
Zoete aardappel, bataat (Nederlands); sweet potato, sweetpotato (Engels), ook: yam (VS); Süßkartoffel, Batate, Weiße Kartoffel, Knollenwinde (Duits); patate, patate douce (Frans); batata, papa dulce, camote, boniato (Spaans); patata dolce, batata, patata americana, kumara (Italiaans)
In deze tekst gebruiken we bataat en zoete aardappel door elkaar.
Naam
Over papas en batatas en patat
De Kichwa naam voor de aardappel was papa. Maar de Europeanen namen dat niet over, omdat papa in veel Europese talen al een andere betekenis had. Het woord batatas komt uit het Tano, de taal die op het eiland Hispañola werd gesproken en/of van quizqueya, de taal van Haïti, het westelijk deel van het eiland [25].
En om de verwarring groter te maken werden de aardappels batatas genoemd en de zoete aardappels ‘Spaanse batatas’. Deze keus werd ingegeven vanwege het feit dat de aardappel beter tegen het Europese klimaat bestand was [10]. Maar het was wel erg verwarrend. In het Spaans en ook in andere talen werden batata en papa door elkaar gebruikt. Dat maakte het Spaans patata, het Engelse patato en potato enzovoorts. Patat, patatten, patates – de gewone aardappel – is dus samentrekking van batatas en papas. (Deze verwarring treft de lezer ook aan in Miller’s Gardeners Dictionary (1768), waar staat “[….] Solanum tuberosum esculentum Nightshade, commonly called Potatoe, by the Indians batatas.” En verderop: “The common name of Potatoe, seem to be only a corruption of the Indian name Batatas.”)
Plant
De zoete aardappel behoort tot de windefamilie (Concolvulaceae), waarvan we in onze contreien de akkerwinde en haagwinde maar al te goed kennen. Het is dus in principe een klimplant. Deze familie behoort tot de orde van de nachtschaden (Solanales). De aardappel behoort tot nachtschadefamilie die ook onder deze orde valt, In die zin zijn aardappel en bataat verre verwanten. Ipomoea is een geslacht (uit de familie Convolvulacea) dat zo’n vierhonderd soorden kent en de soorten I. batatas en I. aquatica (waterspinazie) zijn de enige twee voedselgewassen [11].
Het is over het algemeen genomen, zeker in de warmere landen, een makkelijk gewas met een mooie opbrengst van hoge voedingswaarde.
Er zijn 13 Amerikaanse Ipomoea-soorten die nauw aan I. batatas zijn gerelateerd. Binnen het geslacht Ipomoea heeft men een batatasgroep gedefinieerd, waarin vier verwante soorten voorkomen: I. batatas (vanzelfsprekend), I. trifida (de meest gerelateerde wilde, maar oneetbare [28], variant [4][5][10]), I. littoralis en I. leucantha. I. tabascana is ook vrij nauw verwant, maar een hybride van I. batatas en I. trifida [5] (Dus logisch dat het genetisch dichtbij I. batatas ligt.) [4] Er is ook I. tribola, die, samen met I. trifida als meest nauw verwant aan I. batatas heten te zijn [10][14];
I. batatas kent twee variëteiten: var. Apiculata die uit de Mexicaanse staat Veracruz stamt en de var. batatas, die “gewoon” uit Mexico komt.
De zoete aardappel of bataat is een kruidachtige en overblijvende plant. Het wordt echter gekweekt als een
eenjarige. Dit gebeurt door vegetatieve vermeerdering. De plant is niet geneigd te klimmen. De groeiwijze is daarom voornamelijk liggend met een liaan die zich snel horizontaal over de grond uitbreidt. Maar rechtop, half-opstaand en matig-spreidend komt ook voor. Als je hem onbeheerd zijn gang laat gaan, wortelt hij gemakkelijk in de oksels van de bladeren.
Het wortelstelsel van de zoete aardappel bestaat uit vezelige wortels die voedingsstoffen en water opnemen en de plant verankeren, en opslagwortels die zijwortels zijn die fotosynthetische producten opslaan. Planten die verkregen zijn door vegetatieve vermeerdering starten met bijwortels, die zich ontwikkelen tot primaire vezelige wortels die zich op hun beurt vertakken met zijwortels. Naarmate de plant groeit, ontstaan dikke penwortels met enige verhouting. De wortels die niet verhouten, zijn vlezig en verdikken. Deze worden opslagwortels genoemd. En die worden geoogst.
Een stengel is cilindervormig en de lengte varieert van 1 tot 5 meter, afhankelijk van de cultivar en de hoeveelheid water in de grond. Afhankelijk van de variëteit is de kleur van de stengel van groen tot volledig roodpaars (anthocyaan). Beharing varieert van kaal tot zeer behaard. De bladeren zijn enkelvoudig en spiraalvormig gerangschikt op de stengel. Afhankelijk van de variëteit is de bladrand egaal, getand of gelobd. De basis van het blad kent doorgaans twee lobben die bijna recht of afgerond kunnen zijn. De vorm van de algemene omtrek van bladeren kan rond, niervormig, hartvormig, driehoekig, drielobbig en speervormig zijn.
De bladkleur is groengeel of groen en in delen van het blad kan ook wat paars voorkomen. Bij sommige variëteiten is het jonge blad paars, de volwassen bladeren zijn groen. Grootte en beharing is afhankelijk van de variëteit; meestal is de beharing aan de onderkant van het blad rijker. De lengte van de bladsteel varieert. Die kan groen al dan niet met paarse pigmentatie zijn..
Sommige soorten bloeien nooit, andere bloeien uitbundig. Het zijn afgeplatte kelkvormige tweeslachtige bloemen. De kleur varieert van groen tot dieppaars. Het zaad zit in een capsule; één tot vier zaadjes. Het kiemt zeer moeilijk, vereist schuren of een behandeling met chemicaliën. Het zaad heeft geen rustperiode nodig en is lang houdbaar.
Wortelknollen
We hebben het hiervoor eigenlijk al aangegeven: het zijn geen knollen, maar verdikte wortels. Wortelknollen, net zoals bij yacon (ook Zuid-Amerika). De meeste zoete aardappels vormen deze wortelknollen aan de moederstengel, maar er zijn er die ook wortelknollen vormen daar waar de steel op de aarde wortel schiet.
De structuur van de schil van de wortelknol kan soms wat afwijkend zijn, zoals ruw of gegroefd. De vorm is doorgaans verre van die oranje “rugbybal” die in de winkel ligt. Van volledig rond tot langgerekt dun en kronkelig.
Groeicyclus van zoete aardappel
De groei gebeurt in vier te onderscheiden stappen [4]:
- Initiële fase: snelle groei van wortels en langzame groei van de stengels
- Tussenfase: snelle groei van de stengels, innemen van groot oppervlak
- Eindfase: de bovengrondse groei stopt, wortelknollen worden gevormd
- Regeneratieve fase: uit de wortelknollen groeien kiemen, dat zijn de nieuwe planten
Historie
Dit is een gewas dat niet bekend was bij de oude Grieken, Romeinen en Arabieren. Uit de laatste DNA-onderzoeken [5] blijkt dat Ipomoea aequatoriensis vermoedelijk direct afstamt van de wilde voorouder en dat deze in Ecuador/Colombia voorkomt. I. aequatoriensis verschilt met kortere en stompe kelkbladeren minimaal van de hedendaagse I. batatas. In de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd al het vermoeden uitgesproken dat de in Ecuador voorkomende zoete aardappel, wel eens een erg oude voorouder kon zijn. Dat is nu door DNA onderzoek bevestigd.
De oudste vondst van bataat is gedaan in grotten in de Chilca Canyon in Peru. Die zijn gedateerd op 8000 v Chr. [4] Onduidelijk is of die toentertijd zijn gecultiveerd of uit het wild zijn opgegraven [6]. Maar ook in de Casma Vallei, Peru, gedateerd 1785 en 1120 v Chr. Hoewel ze veel kleiner zijn dan de huidige zoete aardappelen, zijn het onomstotelijk I. batatas. [4]
Doch, gebaseerd op het voorkomen van wilde familieleden (veel variatie in allelen en heterozygotie), denkt een deel van de wetenschappers dat oorsprongsgebied van de huidige Ipomoea batatas Centraal-Amerika en in het bijzonder het Mexicaanse schiereiland Yucatan is. (Let op: Midden-Amerika omvat Centraal-Amerika en de Caraïben). De genetische variatie in Zuid-Amerika is veel kleiner. Men denkt dat ze daar vanuit Centraal-Amerika zijn gekomen en dat in het gebied Peru-Ecuador-Colombia een secundair centrum is ontstaan [4]. Dat lijkt onzes inziens niet te rijmen met de meer recente conclusies over I. aequatoriensis.
Interessant is de hypothese [10] dat I. trifida een Midden-Amerikaanse soort is. En I. tribola is een Antilliaanse soort die het vaste land van Centraal-Amerika bereikte. Er werd immers al heel lang door de mens gereisd tussen de Antillen en het vaste land van Venezuela. Daar, tussen Yucatan en de monding van de Orinoco, moet het zijn gebeurd: I.trifida x I. tribola -> I. batatas. Onderzoek [11] bevestigt dit.
Er is nog veel onbekend. De hypothese [10] dateert van 1987, het onderzoek [5] van 2022. Twee maal cultivering, zoals in [4] wordt gesuggereerd, kan ook. I. aequatoriensis beweegt zich langzaam richting Yucatan, onderweg vindt hybridisatie met andere Ipomoea-soorten plaats. Het wordt geteeld, verwildert, trekt verder. We hebben het hier over duizenden jaren. Maar er bestaan twijfels of de cultivering van de zoete aardappel in Centraal-Amerika gebeurde. Het hoogtepunt van de Maya-cultuur was daartoe, in de tijd, te laat. Eerder wordt gedacht aan de Muisca (ook wel Chibcha genoemd), die het gewas ontdekten en het in cultuur brachten. Rond 2.500 v Chr was de zoete aardappel tot in alle uithoeken van Centraal- en Zuid-Amerika verspreid. [10]
1493 Columbus
Het zou, zo blijkt uit geschriften, daadwerkelijk Columbus zijn geweest die de zoete aardappel in 1493 (zijn tweede reis) ontdekte op Hispaniola, waar het aje heette [10]. Zulks in het Latijn vertaald en opgetekend door de Italiaanse filosoof Nicola Scillacio, op basis van verslagen van de Spaanse arts Guillermo Coma [25]. Columbus bracht het mee naar Europa, waar het in Lissabon aankwam [4][10]. Hij gaf de zoete aardappel, gelijk veel andere nieuwe gewassen, aan koningin Isabel [8][21][28] Op Hispañola had Columbus in 1994 de nederzetting La Isabella gesticht. In 1526 tekende Oviedo op dat hij met eigen ogen de teelt in Santo Domingo (op Hispaniola) had gezien en zelf bataten had meegenomen naar Avila [21][34]. Daar ontstond vervolgens al snel een grote teelt [8]. In die tijd werd de bataat in heel Midden en Zuid-Amerika alom geteeld. En toen het in Spanje aankwam werd het in de tweede helft van de zestiende eeuw alom geteeld in Spanje en Portugal. [18] In en Italië mislukte het nar herhaalde pogingen [35]. (Frankrijk volgde pas in de 18e eeuw, vanaf ca. 1780 [28]) En de verspreiding over de wereld ging razendsnel. De aje van Hispaniola was minder zoet – vergelijkbaar met een wortel – dan de batata elders in Zuid-Amerika [10].
Men ziet drie lijnen van verspreiding van de zoete aardappel over de wereld: kumara (door de Polynesische volkeren), batatas (door de Portugezen) en camote/kamote (door de Spanjaarden).
1. Kumara
In de Stille Oceaan liggen veel eilanden. Een deel ervan wordt Polynesië genoemd. Noordelijk ligt Hawaï, zuidelijker gebieden als Frans Polynesië (Tahiti) en bekendere eilanden als Tuvalu en Paaseiland, dat het dichtst bij Zuid-Amerika ligt. Maar ook Nieuw-Zeeland. Het was in elk geval zo dat toen Europese ontdekkingsreizigers deze eilanden aandeden, de zoete aardappel daar volop werd geteeld. Ook door de Maori op Nieuw-Zeeland. Feit is dat de Polynesische volken heel goed kunnen varen. (Thor Heyerdahl toonde met zijn Kon-Tiki al in 1947 aan dat Polynesië vanuit Zuid-Amerika kan zijn bevolkt [36].) [26] levert sterke aanwijzingen dat het vanuit Ecuador-Peru op Polynesische eilanden is gekomen. Uit koolstofonderzoek van resten op Paaseiland en Hawaï is af te leiden dat de zoete aardappel zich in de periode 1100 – 1300 n. Chr. over de eilanden heeft verspreid. En zo is het ook rond 1200 op Nieuw-Guinea terecht gekomen.
Deze lijn van verspreiding, uit de zogenaamde pre-Europese tijd, wordt kumara genoemd, het Polynesische woord voor bataat, dat lijkt op kumal, de naam die de Kichwa/Quichua, het oorspronkelijke volk in Ecuador, Bolivia en Peru, gebruiken. [4] Uit onderzoek [12] blijkt dat de zoete aardappel al voor de mens in Polynesië was.
2. Kamote en
3. Batatas
De Batatas-lijn is vanuit Zuid-Amerika naar Europa en vanuit Europa richting Azië. Zo introduceerden de Portugezen de bataat vermoedelijk, direct vanuit Zuid-Amerika op de Filipijnen en in 1610 op Java, maar ook Afrika (Kamote). De de Spanjaarden verspreidden het langs de Batatas-lijn in 1633 in het oostelijk deel van Indonesië. Via de Molukken kwam het ook op Nieuw-Guinea. Waar het al via Kumara was. En dat blijkt ook uit onderzoek: de zoete aardappel op Nieuw-Guinea is een mix van de drie lijnen. [4]
4. Natuurlijke verspreiding
En dan is er nog een vierde mogelijkheid. Dehiscentie en indehiscentie. Dehiscentie is het openspringen van de vrucht, zaaddoos, om zodoende zaad te verspreiden. Bij de zoete aardappel zijn ook indehiscente variëteiten (bijv. I. batatas var. apiculata), en, het lijkt tegenstrijdig, dat zorgt ook voor verspreiding van het gewas. De zaaddozen blijven namelijk drijven, ook in zout water, en zeker minstens een week.
Europa
1517 Martyr
De eerste schriftelijke verwijzingen naar de zoete aardappel dateren van 1517, van Pietro Martire de Angliera (Martyr). Die noemde niet alleen de naam bataat – “… indiginae Batátas apellant…” – maar ook dat hij had genoten van de knol. Aangeketend moet worden dat Martyr nooit zelf in Zuid-Amerika is geweest en schreef op basis van verslagen en verhalen. En de Venetiaanse ambassadeur Andrea Navagiero, die een rondreis door Spanje maakte, schreef: “In Sevilla zag ik veel dingen uit Indië, en ik zag de wortels die ze batatas noemen, ik at ze, ze smaken naar kastanjes.” (1525). De teelt in Andalusië, met name Málaga, kwam snel op gang. In Sevilla was door weldoeners het Hospital de las Cinco-Llagas (ook wel Hospital de la Sangre) gebouwd. Uit de administratie van 1573 blijkt dat men aardappels had ingekocht. Gezien de populariteit van de bataat en de spraakverwarring tussen batatas en patatas, neemt men aan dat het ziekenhuis zoete aardappelen had ingekocht (zie ook aardappel).
Opmerkelijk is dat volgens wetenschappers de Portugezen de naam batata gebruikten en de Spanjaarden camote, doch in de oude Spaanse geschriften lezen wij batatas.
De zoete aardappel was geen succes in Frankrijk, België, Nederland en Engeland. De temperaturen zijn te laag. Dus de Europeanen namen het mee naar hun koloniën in West-Afrika, maar ook Azië, waar de teelt uitstekend verliep.
1601 Carolus Clusius
De Candolle [21] schrijft over Convolvulus batatas dat de wortels opzwellen tot knollen, benadrukt het onderscheid tussen bataat en aardappel en zegt dat de bataat zowel suikers als zetmeel bevat. En hij geeft aan dat sommige wetenschappers de oorsprong aan Azië toedichten. Marggrafe vermeldt in Historia Naturalis Brasiliae (1648) het bestaan van jetica, de lokale, Braziliaanse naam. Humboldt vermeldt de Mexicaanse naam camote. Carolus Clusius is een van de eerste, zo niet de eerste botanicus, die over de zoete aardappel schreef en wel dat hij het in Spanje had gegeten. Dat deed hij in 1556 [34]. In zijn Rariorum Plantarum Historia (1601) staat batatas, met drie andere namen: camotes, amotes en ajes. Clusius schreef ook dat er in 1576 pogingen waren het in België te telen.
1618 Rembert Dodoens
In de titel van het Cruydt-Boeck van 1618 (na Dodoens’ overlijden verschenen en bewerkt door Françoys van Ravelingen) staat “Item in’t laetste een Beschrijvinge vande Indiaensche Gewassen, meest getrocken uit de schriften van Carolus Clusius”. Dus we vinden achter in het boek het deel ‘Beschrijvinghe vande Drogen, Indiaensche ende ander Vreemde cruyden’. De zoete aardappel wordt in de paragraaf ‘Inhame, Batatas ende ander vreemde groote ende cleyne eetbare wortelen’ besproken. De Suyckerwortel (wortelknol) kan verschillende kleuren hebben en is “[….] lanckworpich ront, als een plompe Steck Rape, meest een spanne lanc ende oock wel grooter [….]”
En: “Ende van dese wortel wort dit gewas alleen vermenichvuldicht: want oftet bloemen oft vruchten draegt is onbekent […]” Vervolgens lezen we dat de wortelen uit West-Indie in Spanje terecht zijn gekomen, “daer sij nu ghemeyn ziin : van de beste comen uit Malaca. In Engelant aerden sij wel, in Nederlandt seer qualijck.” Ze worden rauw, gekookt of gepoft (onder d’asschen gebraden) en we lezen wat wijzen van bereiding.
1636 The Herball van John Gerard
John Gerard maakt er met zijn The Herball (1597 en 1636), in onze hedendaagse ogen, een zooitje van. Hoofdstuk 349 heet ‘Of Potato’s ‘ De Latijnse namen die hij vermeldt luiden Sisarum Peruvianum en Batata Hispanorum. Sisarum doet sterk denken aan suikerwortel (Sium sisarum). En, zo schrijft hij, sommigen noemen het Sisarum Peruvianum of Skyrrets of Peru. (Skirret is de Engelse naam voor suikerwortel.) De afbeelding in de uitgaven van 1636 is, net als die van Dodoens, geleend van Clusius. (Die van 1597 lijkt wel, maar is meer verticaal.)
Het uit de naamgeving wel te zien dat deze potato zoet is. En dat het zoete aardappel is, blijkt ook uit de plantbeschrijving. Hij schrijft “Yet have I had in my garden divers roots that have flourished unto the first approach of Winter, and have growne unto a great length of branches, but they brought forth no floures at all.” Ze groeiden weelderig en bloeiden niet. En bij de plaats geeft hij aan dat het geteeld wordt in India, Barbarie (Itailië), Spanje en andere warme gebieden. Hij merkt op dat de planten die hij zelf op een markt in Londen kocht, het deden het tot de winter en rotten toen weg.
Datgene dat we nu als aardappel kennen en de Engelstaligen als potato, heet bij Gerard ‘Potato’s of Virginia’ met de Latijnse naam Batata Virginiana.
1696 Naauwkeurige Beschryving der Aardgewassen
Abraham Munting beschrijft in zijn Naauwkeurige Beschryving der Aardgewassen (1696) de bataten. De Latijnse naam die hij noteert is Spinachia Americana Tuberosa. “Dat is Americaansche Spinagie met een bolwortel, vermits deeze vreemde en rare Plant Bladeren voortbrengt, die van onze gemeene Spinangie zeer gelijk.” [In Afrika wordt het jongere blad als spinazie genuttigd, MergenMetz] En hij schrijft dat er vijf kleuren wortelen zijn: geel, gemarmerd (bont), paars, wit en rood. Er is wel-beryde grond nodig en ze “Geeven in onzen Landen noch Bloem noch Zaad [….] Konnen noch koude Herfst-reegenen noch eenige Vorst verdragen.” Er wordt niets gezegd over de groeiwijze. Wel bij de, apart in het boek opgenomen, Batata Catharica, die een purgerende (zuiverende) werking heeft. Die heeft een handgrote knol, is “zeer aangenaam en lieffelijk van smaak.” Rankt als komkommer maar kruipt ook over de aarde. Opmerkelijk is de wijze van vermeerdering: men snijdt de wortelen in veel stukken, legt ze in goede aarde en dan schieten deze stukken wortel.
1731 Jacobus Theodorus Tabernaemontanus
Deze uitgave van Tabernaemontanus‘ Neu vollkommen Kräuter-Buch is bewerkt door Caspar Bauhin en Hieronymus Bauhin. Hier heet de bataat Indianische Zuckerwurzel, en dus Sisarum Peruvianum (net zoals bij John Gerard) of Baytaya Indorum (niet zoals bij John Gerard).
1769 Johann Hermann Knoop
De enige batatas die Knoop in zijn Beschryving van de Moes- en Keuken-tuin (1769) noemt, is Batatas canadense, waarmee de aardpeer of topinamboer wordt bedoeld, of, zoals het in zijn boek heet: aard-artischokken.
1855 Groot Warmoeziers Handboek
In Groot Warmoeziers Handboek(1855) van T.F. Uilkens komt de bataat eigenlijk niet voor. Misschien wel de verwarring. Uilkens schrijft namelijk dat de aardappel “in de heete luchtstreek nimmer een algemeen voedingsmiddel kan worden. Evenwel wordt, volgens Teenstra, in de Oost-Indiën, de Ketang Olanda […] verbouwd. [….] De op Java verbouwde aardappelen […] hebben een zoetachtig en laf meel, zijn wit en waterig, terwijl in het midden van den knol eene verharde kern, van eene blauwachtige kleur, gevonden wordt.”
En hij stelt dat volgens Deel III van de Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap op Java 24 soorten aardappels voorkomen. Dat is onjuist. We lezen namelijk in die verhandelingen, dat er door Rumphius al acht oebies zijn genoemd “die alle onder de 24 alhier opgenoemde soorten beschreeven zyn. Men zou dezelve onder den gemeenen naam van Aardäppelen kunnen scharen.” Ubi is de Maleische naam [30] voor zoete aardappel (ubi jalar) en ook aardappel (ubi kentang, ubi belanda).
In [20] wordt Batatas vermeld bij de Yam-achtigen. “A [afleiding]: met de West-Indische benaming van batata en de Spaansche batatas worden de Bataten of zoete aardappelen [.,…] aangeduid. Naar het overeenkomstig gebruik, dat van deze wortel gemaakt wordt, ontving deze Yamsoort haren naam.” En bij N [Nederlandse benaming] staat: Chinese aardappel.
1883 Vilmorin
In Les Plantes Potagères van Vilmorin-Andrieux (1883) zijn vier variëiten opgenomen. De:
- Patate Douce igname heeft grote wortelknollen die ovaal of oblong zijn. Een plant levert circa 4 kg bataten op. De andere is de
- jaune of de jaune de Malaga of jaune des Indes, die een beetje laat is. De wortelknollen zijn lang. En dan zijn er nog de
- Rose de Malaga, ook oblong knollen, maar wel meer variabel en de schil is grijsachtig rose. (De afbeelding in dit boek is als hierna, uit [19].) Als laatste
- Patate douce violette of Patate douce rouge, die een hoog suikergehalte heeft, heerlijk geurts en de minst melige van alle is. Zeer lange, dunne wortelknollen.
In [19] staat over gebruik: “De knollen dienen als voedsel voor mens en vee, omdat hun pulp zacht, vlezig en suikerachtig is. De bataat wordt in Polen zeer extensief geteeld. Net als aardappelen mag de bataat niet als voedsel worden gebruikt wanneer hij begint te kiemen.”
De Lage Landen
Met een wereldproductie bijna 113 miljoen ton (2017) op meer dan negen miljoen hectare land, is het na de aardappel en maniok, het derde meest geteelde knol- of wortelgewas. Enkele grootheden: China 72 miljoen ton, Malawi 5,5 miljoen ton, VS 1,6 miljoen ton [2, FR]
In Nederland begon de teelt in 2015 met een halve hectare van een biologische tuinder. Dat leverde 18 ton op. In 2016 op twee hectare 80 ton [22]. Onderzoek begon in 2014 wat leidde tot, in 2017, een netwerk van telers. Tezamen telen ze op naar schatting 275 hectare, goed voor zo’n 11.000 ton bataten [27].
Trivia
Thanksgiving
Bij Thanksgiving hoort het eten van een mierzoete puree: een ovenschotel zoete aardappel-marshmallows Hoe deze traditie is ontstaan, is niet helder. Maar vermoedelijk heeft Sarah Josepha Hale er iets mee te maken. Zij was een groot pleitbezorgster om Thanksgiving een nationale feestdag te maken. Met haar brieven haalde ze bij diverse presidenten bakzeil, maar het was haar brief aan president Lincoln die de doorslag gaf. Sinds 1863 is Thanksgiving een Amerikaanse nationale feestdag.
Nu wil het geval dat Sarah Josepha Hale in 1887 in een tijdschrift een artikel schreef met daarin het recept voor een taart met zoete aardappel. En zij was al bekend als de godmother van Thanksgiving, dus vermoedelijk heeft dat wel geholpen. Saillant detail is dat zij in 1827 in haar boek Northwood: A Tale of New England, een hoofdstuk wijdde aan het zogenaamde Thanksgiving Dinner. Met daarin een recept voor een pompoentaart.
Napoleon Bonaparte
Joséphine de Beauharnais was de eerste echtgenote van keizer Napoleon Bonaparte. Ze was een creoolse van Martinique en wist dus wat de bataat was. Ze liet het planten in haar tuin van Kasteel Malmaison. Dat ligt vlakbij Parijs. Het gevolg was dat bij de complete Parijse jetset bataten werden gegeten. “Zoete aardappelen waren voor het laatst erg populair.” [33]
Culinair
In veel landen, met name Afrikaanse, wordt het jonge(re) blad als spinazie gegeten. In de Indonesische keuken gaan de stengels bijvoorbeeld in de gado-gado [30].
De smaak van de wortelknol is zoet of zeer zoet, heeft wel iets van tamme kastanjes.
De knol kan in allerlei gerechten worden gebruikt. Gepoft of geschild (uitlopers wegsnijden) en gekookt, gestoomd, gebakken of in de oven worden gegaard. Kooktijd is afhankelijk van de grootte van de brokken, maar rond een kwartier. Je kunt er ook friet (batatas fritas) van maken. Rauw, dun gesneden, is lekker in salades. Of wat dacht je van konfijten?
In [30] staan heel wat Indonesische gerechten genoemd, die met bataat worden gemaakt. In Japan wordt er imo miso van gemaakt [32].
Zoete aardappel kan ook worden gefermenteerd en van daaruit alcoholische dranken maken, zoals Mobby en Marmoda. Maar suikerstroop maken gebeurt ook. [31]
Bewaren
Verwijder na het rooien zoveel mogelijk aarde van de knollen en laat de schillen steviger worden, door ze vier tot zeven dagen op een warme plek te bewaren (ca.25 – 30°C). Bewaar de wortels daarna iets koeler, op de kamertemperatuur. Knollen worden gemakkelijk onderkoeld, als ze koud bewaard worden. Bewaar ze dus niet in de koelkast.
Ze verschrompelen snel als ze uitdrogen, dus eet ze vrij snel na het rooien.
Sommigen hebben succes gehad met het bewaren als appels; in papieren zakken of in een enkele laag in bakken bedekt met krantenpapier [8].
Voedingswaarde
De bataat is een rijke bron van koolhydraten, voedingsvezel, vitaminen, allerlei micro-nutriënten, laag in vet en bevat inuline [11]. Bataten met oranje vruchtvlees bevatten veel meer ß-caroteen dan die met wit vruchtvlees en dat is goed tegen vitamine A-tekort. Het is een heel belangrijk basisvoedsel voor Sub-Sahara Afrika, waar ook het blad als spinazie wordt gegeten.
Per 100 gram:
Rauw | Gekookt (zonder zout) | |
calorieën | 86 kcal, 114 kcal* | 76 kcal |
water | 77,3 gr, 69,2 gr* | 80,1 gr |
eiwitten (proteïne) | 1,57 gr | 1,37 mg |
vet (lipiden) | 0,1 gr, 0,6 gr* | 0,14 gr |
koolhydraten | 20,1 gr (zie suikers), 24,1 gr* (zetmeel: 19,5 gr)* | 17,7 gr (zie suikers), 5,22 gr zetmeel |
voedingsvezel | 3 gr | 2,5 gr |
suikers | 4,18 gr = 786 mg glucose*, 655 mg fructose*, 3,176 gr sacharose* | 5,74 gr = 540 mg glucose, 430 mg fructose, 1,43 gr sacharose, 3,34 gr maltose |
disachariden | die, als ze er zijn, vormen een onderdeel van de koolhydraten | |
mineralen | natrium 55 mg, 4 mg*; kalium 337mg; calcium 30 mg, 22 mg*; magnesium 25 mg, 18mg*; fosfor 47 mg, 39 mg*; ijzer 0,61 mg; koper 151 µg; zink 300 µg, 385 µg*, mangaan 258 µg; selenium 0,6 μg, 1,8 μg* | natrium 27 mg; kalium 230 mg; calcium 27 mg; magnesium 18mg; fosfor 32 mg; ijzer 0,72 mg; koper 94 µg; zink 200 µg, mangaan 266 µg; selenium 0,2 μg |
Vitaminen: | ||
retinol (A) | 709 μg, 1,3 mg* (en bèta caroteen 8,510 mg, 7,900 mg*) | 0 μg (en bèta caroteen 9,44 mg) |
thiamine (B1) | 78 µg, 64 µg* | 56 µg |
riboflavine (B2) | 61 µg, 50 µg* | 47 µg |
niacinamide (B3) | 557 µg | 538 µg |
pantotheenzuur (B5) | 800 μg | 581μg |
vitamine B6 | 209 μg, 270 μg* | 165 μg |
folaten (totaal – B11/ B9) | 11 μg (foliumzuur) | 6 μg |
choline | 12,3 mg | 10,8 mg |
betaine | __ | __ |
cobolamines (B12) | 0 | 0 |
ascorbinezuur (C) | 2,4 mg, 30 mg* | 12,8 mg |
vitamine D | 0 | 0 |
vitamine E (alfa-tocopherol) | 260 μg | 94 μg |
Vitamin K (phylloquinone) | 1,8 μg | 2,1 μg |
Aminozuren* | o.a. 55 mg arginine; 31 mg histidine; 55 mg isoleucine; 92 mg leucine; 66 mg lysine; 29 mg methionine; 89 mg fenylalaline; 83 mg threonine; 31mg tryptofaan; 34 mg tyrosine; 86 mg valine; 77mg alanine, 382 mg asparaginezuur, 22 mg cystine, 63 mg glycine, 52 mg proline, 88 mg serine | o.a. 48 mg arginine; 27 mg histidine; 48 mg isoleucine; 81 mg leucine; 58 mg lysine; 25 mg methionine; 78 mg fenylalaline; 73 mg threonine; 28 mg tryptofaan; 30 mg tyrosine; 75 mg valine; 77mg alanine, 335 mg asparaginezuur, 19 mg cystine, 55 mg glycine, 46 mg proline, 88 mg serine, 135 mg glutamine |
Lipiden: | ||
Verzadigde vetten | 18 mg | 31 mg |
Enkelvoudig onverzadigd | 1 mg | 0 |
Meervoudig onverzadigd | 14 mg | 61 mg |
Cholesterol | 0 | 0 |
Purine | __ | |
Oxaalzuur | __ |
Bron [16] en [17] is alleen als het sterk van [16] afwijkt of aanvult, met * aangegeven. Afwijkingen kunnen het gevolg van zijn variëteit en terroir.
Het suikergehalte is 0,5 – 5,5%. Naarmate de teelt dichter bij de evenaar, is dit hoger.
Teelt
Zaaien | Niet van toepassing. |
Uitplanten | Plant de stekken uit als de grond warm genoeg is, zo 10 – 12 oC. Dat is meest eind mei, soms zelfs later. Gewoonlijk worden ze op ruggen geteeld, met een onderlinge afstand van ongeveer 30 cm in de rij. Tussen de ruggen 75-90 cm. Plant de stekken zo diep mogelijk (minstens drie “okseltjes”, 10-20 cm diep), minstens de helft van de stengels bedekt om de knolvorming te bevorderen [23] |
Oogst | Knollen beginnen zich laat in het seizoen, rond augustus te vormen, maar als je kunt, wacht dan met oogsten tot de bladeren door de eerste nachtvorst zijn geraakt. Vorst in de grond is funest voor de knollen, dus rooi ze zodra de bladeren tekenen van kouschade vertonen. |
Plantafstand
Per plant 1 m2.
Water
Regelmatig water geven
Bodem & standplaats
In goed gedraineerde, licht zure, humusrijke grond. Houdt van warmte (minimaal 22, en 26-30°C is fijn). Dus in een kas, polytunnel of onder koud glas is het succes groter dan in het open veld. In ons klimaat.
Ongewenste kruiden: zoete aardappel klimt niet, beweegt zich als het ware over de grond. Hogere ongewenste kruiden kunnen dus licht tegenhouden. Dat geeft weer een lagere opbrengst. Er wordt onderzoek gedaan naar bataatvariëteiten die meer (om)hoog groeien, meer een struikvormig zijn [9].
Bemesting
Goed bewerkte en bemeste grond. Doe veel compost in het plantgat.
Rassen
Hierbij moet je opletten. Niet alle rassen/variëteiten zijn geschikt voor buitenteelt in ons klimaat. Dus we nemen hier geen rassen op als we vermoeden dat ze echt wel tropische temperaturen verwachten.
Beauregard(e): compacte groei groei, korte uitlopers (max 1 m). knollen roodoranje schil, oranje vruchtvlees. Goed voor buitenteelt, maar wel op tijd uitplanten.
Georgia Jet: oranje vlees, 1974 “Does well as far north as Canada.” [32] Moet dus hier ook kunnen.
Indosweet: sterke groei, lange uitlopers Schil is lichtrood, oranje vruchtvlees, een beetje kou is niet meteen een probleem.
Bonita: witte knollen, wat drogere massa, met wat drogere structuur, goede opbrengst per plant.
Orleans: Productief met zeer hoge opbrengsts. Erg geschikt voor de buitenteelt omdat het groeiseizoen kort is [22]
T65 (Tainung): met crème/wit vlees, voor kleinschalige buitenteelt, zeer grote knollem, gearderde roodpaarse schil
Murasaki 29: geschikt voor onder glas, buitenteelt geeft lage opbrengst
Zaadteelt en vermeerderen
Zoete aardappelen worden niet vermeerderd door, zoals bij aardappels, knollen (pootaardappels) te planten, maar door stekken van de scheuten die uit de ogen op de knol komen. Deze snijd je uit, zet ze op water om wortel te schieten en dan pot je ze op. Wacht tot de grond warm genoeg is en vervolgens uitplanten.
Maar let op. Bij in de nazomer gekochte bataten zie je soms kleine knoppen die uit de ogen beginnen te ontspruiten. Hoewel je soms met succes planten kunt kweken uit deze scheuten, is de kans dat je er iets uit kunt oogsten (afgezien van het loof) erg klein, omdat het het verkeerde einde van het korte groeiseizoen is.
Bovendien zijn geïmporteerde knollen waarschijnlijk afkomstig van tropisch gekweekte en aangepaste ouders en houden ze dus niet van onze lagere temperaturen en daglicht. Als er een knol begint te ontspruiten, probeer het maar verwacht geen wonderen [8].
Ziekten en belagers
Schimmels (o.a. Fusarium oxysporum, veroorzaakt stengelrot) en m.n. mozaiekvirussen, maar verder weinig gevoelg voor ziekten. Voor wat betreft plagen: ze hebben niet veel last van naaktslakken, maar wel van witte vlieg. Larven (licht behaarde, crèmekleurige rupsen) van de vedermot eten de bladeren [8]. Net als met veel andere groenten, poogt de wetenschap ziekteresistente variëteiten te ontwikkelen.
Zuigschade door bladluizen, vraat door muizen en ratten en ook rupsen van kooluil en gamma-uil [22].
Literatuur: [1] JSTOR, Considering the Sweet Potato, 21-11-2015; [2] Wikipedia NL, DE, EN, FR, ES; [3] CGIAR Annual Report 2018, Unraveling the sweetpotato’s genetic structure to speed up breeding; [4] Tropical root and tuber crops, 2e druk, Vincent Labot, CABI, 2020; [5] Discovery and characterization of sweetpotato’s closest tetraploid relative, Pablo Muñoz-Rodríguez c.s., New Phytologist, 16 januari 2022; [6] Archaeological Potato Tuber Remains from the Casma Valley of Peru, Donald Ugent c.s., Economic Botany vol. 36, nr 2, juni 1982; [7] Boniatos de La Palma Diversidad y Memoria, Jaime Gil González, Universidad de Las Palmas de Gran Canaria, december 2023; [8] Sweet Potato Fact Sheet – Garden Organic; [9] Researchers Develop Sweetpotato Clones with Improved Insect Resistance and Weed Tolerance, USDA Agricultural Research Service, 6 mei 2023; [10] Exploration, Maintenance and Utilization of Sweet Potato Genetic Resources, Report of the First Sweet Potato Planning Conference, International Potato Centre (CIP) 1987; [11] Genome sequences of two diploid wild relatives of cultivated sweetpotato reveal targets for genetic improvement, Shan Wu c.s., Nature Communications, november 2018; [12] Reconciling Conflicting Phylogenies in the Origin of Sweet Potato and Dispersal to Polynesia, Pablo Muñoz-Rodríguez c.s.Current Biology, maart 2018; [13] De Zoete Aardappel, Peter Bauwens, Eden Magazine; [14] Systematic botany and morphology of the sweetpotato plant, Zosimo Huaman, CIP Technical Information Bulletin 25; [15] Breeding program of sweet potato and yacon in Belgium, Belén G. Acin, Master thesis in Plant Breeding, June 2018; [16] USDA Food Central Legacy Database; [17] Der kleine Souci, 6e druk; [18] ‘Les plantes alimentaires chez tous les peuples et à travers les âges : histoire, utilisation, culture., D. Bois, 1927; [19] Orticultura, Domestico Tamaro, 1892; [20] De Kruidtuin, Systematische Lijst van Planten, dr. H. van Hall, 1871; [21] Origine des plantes cultivées, Alphonse De Candolle, 1883; [22] Zoete aardappel | Biologische teelt – de teelt van A tot Z, J.M.L. Peteroff, januari 2018; [23] Teelthandleiding bataat, PCG vzw; [24] Sweet potato culture for profit. A full account of the origin, history and botanical characteristics of the sweet potato, Robert Henderson Price, 1864; [25] Sweet Potatoes (Ipomoea batatas) and Inaccuracies of the Spanish Chroniclers, Exio Isaac Chaparro-Martinez c.s., Universidad Tecnica de Manabi (UTM), 24 april 2019; [26] Historical collections reveal patterns of diffusion of sweet potato in Oceania obscured by modern plant movements and recombination, Caroline Roulliera, PNAS, 5 februari 2013; [27] Nieuwe Oogts, 3 maart 2020; [28] Histoires de Légumes, Michel Pitrat, INRA 2015; [29] Vegetables in South-East Asia, G.A.C. Herklots, 1972; [30] Indische Groenten, J.J. Ochse, 1931; [31] Nutzpflanzen, 8e druk, 2012; [32] Cornucopia; [33] Groentekookboek, Jane Grigson; [34] Sturtevant’s Edible Plants of the World; [35] The journal of the Horticultural Society of London, vol IX, 1855, pag. 140, Antionio Targioni-Tozzetti; [36] The Oxford Companion to Food;