Over het claimen van woorden en genen

Kunnen vleestomaat of boterham nog wel?

Leestijd: 6 minuten

Inhoudsopgave

Twee berichten die recent in de publiciteit kwamen, over vlees-woorden het het claimen van genen die in wilde tomaten voorkomen, vormen de aanleiding voor deze overpeinzing.

Het Europees Parlement heeft met 355 voor en 247 stemmen tegen gekozen voor het verbieden van woorden die naar vlees verwijzen, in vegetarische of veganistische producten. Maar wat feitelijk gebeurt is dat marktsectoren begrippen uit het publieke domein als hun eigendom claimen. En dat gebeurt ook met genen, natuurlijke eigenschappen. Dat geeft te denken.

Of het verbod op gebruik van vleeswoorden, zoals worst, schnitzel, burger buiten de vleessector wordt ingevoerd, ligt aan de Europese lidstaten: een meerderheid van de 27 moet voor zijn. Wanneer dat op de agenda staat, is niet duidelijk. “Officieel gaat het om bescherming tegen misleiding. In werkelijkheid is het vooral bescherming van gevestigde belangen,” schrijft Hidde Boersma in De Volkskrant.

Tendens

We zien een tendens dat de laatste jaren exclusiviteit op entiteiten uit het publieke domein (creatieve werken, taal, begrippen) en biologische domein (dieren, planten, schimmels) door specifieke branches of grootbedrijven worden geclaimd om macht te behouden of uit te breiden. Want “Possession is nine-tenths of the law” is een gevleugelde Engelstalige uitdrukking. (Bezit is negentiende van de wet.)

In het publieke domein geldt bescherming door het intellectuele eigendomsrecht (o.a. auteursrecht, merkenrecht, of patentrecht voor technische uitvindingen). In het biologische domein is er feitelijk geen bescherming, want de natuur volgt haar eigen wegen. De mens is onderdeel van de natuur en toch probeert ze ook in dit domein bepaalde rechten te claimen.

Genen claimen

Op genetisch gemanipuleerde gewassen wordt de laatste jaren door het Europees Octrooibureau (EOB) patentrecht verleend. Het verlenen van patenten op plantrassen die door normale veredeling zijn verkregen is verboden. Er bestaat immers kwekersrecht. Kwekersrecht is een intellectueel eigendomsrecht dat 25 of 30 jaar geldt. De veredelaar die een nieuw ras op de markt brengt is dan vele jaren beschermd tegen vermeerdering door derden. Dat patenten op genetisch gemanipuleerde gewassen wel kunnen worden verleend, komt kennelijk voort vanuit de merkwaardige gedachte dat de natuur een stukje techniek is.

Onlangs is er door het EOB patent verleend op een tomaat met genen uit wilde tomaten, die tomaten resistent maken tegen het Tomato Brown Rugose Fruit Virus (ToBRFV). Het patent houdt in dat als gepatenteerde eigenschappen (dus die genen) in andere tomaten worden aangetroffen, elk verder gebruik kan worden geblokkeerd of er moet een licentieovereenkomst met de patenthouder worden afgesloten. Op deze wijze is een in de natuur voorkomende, belangrijke planteneigenschap geprivatiseerd. (Dit is niet voor het eerst, lees dit.) De Oostenrijkse organisatie Arche Noah coördineert acties tegen onterecht verleende patenten. Zij schrijft 5 juni 2025 dat er negen bedrijven zijn die twintig patentaanvragen op eigenschappen van tomaten hebben gedaan, die allemaal betrekking hebben op het hiervoor genoemde virus. Inmiddels is er dus al één toegekend.

Wezenlijk andere kenmerken

Het is raar. Als iemand een nieuw type klokje uitvindt waarin kleine schroefjes, die je bij de ijzerhandel om de hoek kan kopen, een essentieel onderdeel zijn, dan vallen die schroefjes an sich niet onder het patent. Het geheel, het klokje, wel. Dat mag niet worden nagemaakt. Met patenten op gewassen worden blijkbaar ook de schroefjes gepatenteerd, niet louter het uiteindelijke product: in dit geval de tomaat. Patenten op genen of sequenties (kort door de bocht: volgorde van een aantal genen) blokkeren biodiversiteit, omdat andere kwekers deze tomaten of andere (wilde) tomaten met deze genen niet mogen gebruiken voor veredeling, d.w.z. andere, nieuwe, betere tomatenrassen. Tenzij ze de patenthouder veel geld betalen; iets tussen de 50.000 en 200.000 euro (bron: Arche Noah). .

Met deze praktijken is het wachten op het moment dat in de natuur voorkomende dierlijke genen – dus ook die van mensen – worden gepatenteerd. (Niet onwillekeurig denken we aan het boek De Jongens van Brazilië, van Ira Levin.) Op Stier Herman was geen patent aangevraagd. Curieus is dat bij het gekloonde schaap Dolly de rechters zich beriepen op (Amerikaanse) jurisprudentie en stelden dat natuurlijke producten alleen gepatenteerd konden worden als ze “wezenlijk andere kenmerken hadden dan die in de natuur voorkomen”.

Exclusiviteit op woorden

En zo is het ook met woorden. Genen behoren tot het biologische domein, woorden tot ons verbale domein. Er zijn ingeburgerde begrippen, woorden en uitdrukkingen, die dagelijks worden gebruikt. Zoals die eigenschappen van producten aangeven. Denk aan worst, schnitzel, pindakaas, bloedsinaasappel. Bij bijvoorbeeld het woord worst vorm je een beeld van een langgerekte ronde massa. En door toevoeging van rook-, smeerlever-, ossen-, bloed-, knak-, eenheids-, thee-, paling-, plok- of vegetarisch, of wat dan ook, is het duidelijk waar het om gaat. De consument ziet wel verschil hiertussen. Dus waarom zou de toevoeging vegetarische dan misleiding zijn en paling in palingworst of thee in theeworst niet? Worstmakers Brandt & Levie introduceerden niet lang geleden de groenteworst.

Maar nadat eerder de lobby van de zuivelindustrie succesvol was (woorden als kaas en melk mogen alleen als het product van dieren komt), heeft nu de vleesindustrie, vooralsnog in het Europees Parlement, succes met een lobby tegen nepvlees.

Merkenrecht

De enige exclusiviteit op woorden vind je bij handelsnamen- en merkenrecht. En daarvoor gelden beperkingen, zoals productcategorie of geografisch: Brandt & Levie is een merk, Bol is een merk en Bol.com is een ander merk. Een tweede Brandt & Levie kan niet, vermoedelijk Plant & Levie ook niet, want dat riekt wel erg naar misleiding. Maar een Autorijschool Succes kan zowel in Onstwedde als in Bergen op Zoom bestaan – die bijten elkaar niet. En zo hebben gewassen ras- of variëteitsnamen, die soms als merk zijn geregistreerd, met een ® of TM.

Waar is het einde?

Als elke branche exclusiviteit claimt op gangbare woorden en begrippen, is het einde zoek. Denk aan suikers versus andere zoetstoffen of of meel, dat van granen moet zijn. Dus geen kastanjemeel of kikkerwtenmeel meer. En dat geldt ook het toe-eigenen van eigenschappen die in de natuur voorkomen. In alle gevallen gaat het om macht, geld en doorgaans grootbedrijf of multinationals.

Dit moeten we toch niet willen?

Mag het nog vegaburger heten? Het Europarlement vindt van niet (NOS)
Consumenten snappen wat ‘vegaworst’ is, meerderheid tegen verbod op vleesnamen (Radar, AVROTROS) Europees Parlement stemt in met verbod op de woorden ‘vegaburger’ en ‘plantaardige worst’ (NRC)
‘Veggie burgers’ could be off EU menu as MEPs back renaming plant-based foods (The Guardian)
Je maakt voedsel niet veiliger of gezonder door woorden te verbieden (Volkskrant)
Europäisches Patentamt erteilt Patent auf Virus-Resistenz (Arche Noah)
Europees patentregister inzake de tomaat
Toch weer patent op conventioneel gewas
Besluitvorming nieuwe EU-zaadwet is een thriller (ook hier speelt macht van zaadbedrijven een grote rol)
Monsanto wint kopieergeschil
Eerste transgenetische mutatie is 8000 jaar oud

Plaats een reactie