Verwarm de oven voor op 200o C. Kook de rijst in licht gezouten water gaar en droog. Laat de gewassen spinazie goed uitlekken. Verwijder harde stelen. Maak de kippenlevers schoon en snijd ze in stukjes. Klop de eieren los. Roerbak de spinazie snel in een wok gaar. Schep het in een vergiet en druk het laatste vocht er uit. Hak de spinazie grof.
Smeer de binnenkant van een patévorm in (of cakevorm) met olie. Verhit 1 eetl olie in een koekenpan en bak de kippenleverstukjes op een matig vuur gedurende een halve minuut. Schep de stukjes regelmatig om.
Meng in een kom de rijst, spinazie, eieren, kippenlevers, nootmuskaat, kaas en peper & zout naar smaak. Voeg eventueel een extra losgeklopt ei toe, als het mengsel er droog uitziet. Schep het mengsel in de patéschaal en plaats die in een vuurvaste schaal of bak. Vul de bak tot halverwege de patévorm met kokend water.
Plaats het geheel (voorzichtig) in de oven. Bak het in een half uur gaar. Controleer door met een satéprikker in de paté te prikken of het uit de oven mag: de prikker moet er schoon uitkomen.
Nog niet gemaakt
Waarom ze dit op 8 december publiceert is mij een raadsel. Er is geen verse spinazie in Nederland – alleen maar uit Egypte en zo. Weinig duurzaam. Maar een paté met groente is onweerstaanbaar. Dus wachten op de eerste verse spinazie.
2. Serveer met stokbrood of toast
